Scherp tot het laatste fluitsignaal. Voetballers train je concentratie.

Wanneer Usain Bold of Daphne Schippers de sprint gaan doen of Epke Zonderland zijn rekstok-oefening,is het logisch, dat zij zich vooraf gereed maken voor de optimale staat van paraatheid.

Waarneming, timing, ritme alles moet kloppen en dat vraagt het uiterste van hun concentratie. Daarom zullen zij behalve fysiek, ook mentaal hun brein in gereedheid brengen. Klaar om te presteren!!! 

Ik vraag mij af welke profvoetballer/ploeg als Usain, Daphne of Epke de wedstrijd ingaat? Een voetbalwedstrijd duurt veel langer. We gaan gewoon het veld op. 

Wat doet het met het prestatieniveau van je team als jullie direct scherp zijn vanaf de eerste seconde? Wat doet dat met je tegenstander? Of juist in de laatste paar minuten waarbij soms onnodige tegendoelpunten vallen. Kans is groot dat je verdediging dan met hun hoofd ergens anders is. Uiteraard een hele wedstrijd geconcentreerd spelen valt niet mee. Er liggen veel afleidingen op de loer. Daarom is het zinvol als je weet waar je als als voetballer je aandacht op moet vestigen voor en tijdens de wedstrijd?

Kunnen jullie je wapenen tegen concentratieverstoringen en scherp zijn tot het fluitsignaal? 

CONCENTRATIE

“Concentreer je”, wordt vaak geroepen. Als ik doorvraag bij de spelers wat zij dan precies moeten doen blijft het antwoord vaag. “Focussen,” zeggen ze dan. “Maar wat is focussen,” vraag ik dan. “Nou dat je je concentreert..…”

Het draait erom waarop jouw spelers hun aandacht richten op informatie die ertoe doet. Voor optimale concentratie zijn de spelers alleen gericht op datgene waar zij zelf controle over hebben. De spelers zijn wel of niet geconcentreerd. Iets er tussenin bestaat niet. Je aandacht erbij houden gaat niet vanzelf. Aandacht heeft veel te maken met de verwerking van de informatie die je tot je krijgt en hoe complex de informatie is. Hoe meer informatie, des te lastiger is dit om het te verwerken. 

Een voetballer moet meerdere informatiestromen tegelijk verwerken, wanneer hij bijvoorbeeld de bal onder controle houdt en tegelijk kijkt waar zijn medespeler staat. Veel acties gaan als vanzelf. Wanneer je een speler ernaar zou vragen, zegt hij: “Ik deed het gewoon.” Het is de automatische aandacht bij de grote verscheidenheid van taken die voetbal van je vraagt. Dit gaat over motorische taken, rennen, bal aannemen en passen, maar ook over cognitieve taken zoals: keuzes maken, tactiek, spelpatronen navolgen. 

Voetbal draait om handelingssnelheid. Hoe sneller een speler kan handelen en de ballen kan verwerken, hoe hoger de balcirculatie, des te hoger het niveau. Bij onzekerheid en twijfel bijvoorbeeld wanneer er vroeg in de wedstrijd een doelpunt door de tegenpartij gemaakt wordt, wordt soms ineens nagedacht over handelingen die normaal als vanzelf gaan. Dat extra denkmoment zorgt voor vertraging in handelingssnelheid.

Taakgericht

Een goed ontwikkelde speler kan constant juiste afwegingen maken hoe hij de bal aanneemt en gaat spelen. Een mooi voorbeeld is het filmpje van Ronaldo – shooting in the dark (https://www.youtube.com/watch?v=xS6bcgv5mVg). Hierbij zie je dat Ronaldo de bal ziet, maar ook op basis van het beweeggedrag van de ander snel de juiste keuzes maakt. 


Een voetballer moet zich richten op informatie die ertoe doet, vanuit zijn specifieke taak in het veld. Voor een keeper, is dit wat anders dan een middenvelder of spits. 

Dat lijkt logisch, maar leer jij je spelers hoe zij vanuit hun functie in het team hun aandacht richten?  

Bijvoorbeeld: 

  • De keeper: Zodra de bal over de middenlijn komt vraagt dit alertheid. De keeper moet zo vroeg mogelijk de bal onderscheppen. Wanneer hij alert reageert, kan hij met zijn positiespel en opstelling doelpunten voorkomen. Echter de keeper moet ook de verdediging coachen en organiseren. Die dubbele taak is ingewikkeld en kan afleidend werken, want ook de verdediging maakt fouten of doet soms wat anders dan de coaching vraagt. Ook als er weinig spannends gebeurt kan het voor de keeper lastig zijn alert te blijven. 
  • De middenvelder: Eist ballen op en wil duels winnen. De aanname moet kloppen, maar hij moet ook al weten waar de bal naar toe moet. Dit lukt het beste wanneer de middenvelder taakgericht handelt en dus alleen bezig is met ‘de bal en het spel’.
    Bij de jonge spelers zie ik dat spelers afgeleid kunnen worden door ‘ruw’ spel van de tegenstander (irritatie, angst), wat het opeisen van de bal beïnvloedt. Ook kan het zijn, dat zijn aandacht naar een verkeerde beslissing van de scheidsrechter gaat of naar een eigen gemaakte fout. Deze informatie komt dan extra bij de toch al complexe taak (balaanname en passen). 
Wanneer je de spelers leert alleen met hun taak bezig te zijn, dan zal dit de uitvoering ten goede komen.

Zet je zelf AAN door:

  1. Besluit dat jij je gaat concentreren (dat gaat niet vanzelf);
  2. Focus je op 1 gedachte tegelijk vanuit je taak (benoem dat als coach);
  3. Je bent geconcentreerd, als je precies doet, wat je denkt (hier en nu);
  4. Je aandacht is op factoren die jezelf kan beïnvloeden.

Aandachtsstijlen van Nideffer:

Je aandacht kan naar binnen (intern) en naar buiten (extern) gericht zijn, groot (brede aandacht) en klein (details). Door je instructie die je geeft vanuit kijken, voelen of denken kun je ze deze stijlen laten ervaren.

  • Extern: Spelers richten snel hun aandacht naar buiten, waneer het om de bewegingsuitvoering gaat. Ze zijn dan bijvoorbeeld bezig met het gevolg van hun actie (resultaat lukt het). Om je heen kijken is voor een voetballer zinvol, want daardoor zie je waar de ruimtes zijn en waar je medespelers staan. Het kan ook afleidend werken, wanneer je zelf een fout maakt of ziet dat een teamgenoot of de scheidsrechter een misser maakt.
  • Intern: Het gaat hierbij om: gedachten en gevoelens. Wanneer je spelers bezig zijn met de spelstrategie of het gevoel van de beweging. Ook dit kan afleiden, wanneer je spelers blijven hangen in gemaakte fout(en), twijfelen (ben ik wel goed genoeg), angst (straks gaat het weer mis) of bezig zijn met dat het normaal beter gaat.
  • Groot: De voetballer overziet hierbij het totaalplaatje en richt zich op het groter geheel.
  • Klein:De voetballer richt zijn aandacht op details.

De combinatie geeft vier aandachtstijlen, die ik je met voorbeelden wil laten zien: 

  • Groot buiten: het gehele voetbalveld overzien;
  • Klein buiten: kijken naar je tegenstander;
  • Groot binnen: plan maken (speelstrategie);
  • Klein binnen: je let op positie van je voet.  

Als het goed is gebruikt de speler de aandachtstijl die past bij de spelsituatie van dat moment. Dus soms is het zinvol meerdere spelers in de gaten te houden (groot buiten), terwijl op een ander moment zijn focus alleen op de rechterbovenhoek van het doel moet zijn, bijvoorbeeld bij een penalty (klein buiten). In de rust overdenkt de speler bijvoorbeeld zijn doelen en plan (groot binnen) of herstelt hij door ademhaling (klein binnen).

Als de speler het goed doet, schakelt hij passend bij de spelsituatie vanzelf naar de meest geschikte aandachtsstijl. 

Tegenovergestelde stijl
Iedereen heeft zijn eigen voorkeursstijl. Die van mij is Groot Buiten. Ik zie en hoor dus veel. Met voetbal is dat handig, want ik heb ogen in mijn rug. Ik kan echter ook afgeleid worden, bijvoorbeeld door wat het publiek aan de kant roept. Als ik mij wil concentreren, moet ik voor de wedstrijd kort en bewust de tegenovergestelde stijl inzetten. Oftewel Klein Binnen, waarbij ik kort stap voor stap in gedachten de wedstrijdstrategie doorneem (hoe ga ik het doen).

Met je spelers kun je dit mooi oefenen. Laat de drukkere spelers (je weet zelf wie dat zijn, want die maken het meest lawaai en reageren direct op wat je zegt) met een naar Buiten gerichte stijl even naar Binnen keren door ze  te laten denken of te voelen. 

  • Kort de taak die ze willen gaan uitvoeren te benoemen;
  • Letten op het gevoel van de balaanname. 
  • Paar keer diep in en ademen.

De rustige spelers die meer naar Binnen gekeerd zijn, geef je een Buiten opdracht waarbij ze zich moeten kijken. Bijvoorbeeld naar spelers, de bal, de ruimtes. Je kunt hierbij ook actieve opdrachten doen waarbij je gekleurde pionnetjes de lucht insteekt en zij de bal aan moeten nemen, doorkaatsen en de kleur benoemen. 

De tegenovergestelde stijl kost meer moeite en vraagt daardoor concentratie. Je leert de spelers een vaardigheid die ze van nature nog niet zo snel toepassen, maar die ze wel wat extra oplevert. 

pastedGraphic.png

Werkgeheugen

Het werkgeheugen is tijdelijke opslag en verwerking van informatie die nodig is voor de uitvoering van complexe taken. Het werkgeheugen is belangrijk bij taken die concentratie vereist als er ingewikkelde of meerdere taken tegelijk op het veld uitgevoerd moeten worden. Het helpt je bij plannen van acties en het nemen van beslissingen. 

Concentratieproblemen
Spelers met ADHD/ADD of kenmerken ervan hebben vaak een minder goed functionerend werkgeheugen. Dit kan ze belemmeren op school met bijvoorbeeld aandacht houden, plannen en organiseren. Op het voetbalveld zie je vaak dat het beter gaat. De spelers doen dan iets waarin zij een hoge interesse hebben en zij mogen erbij bewegen. Dit helpt aandacht te richten, waarbij het soms lijkt of de problematiek alleen op school speelt. Toch kunnen spelers ook hier het lastig vinden de taken precies uit te voeren die de coaches van hen vragen. Zij krijgen op hun kop, doordat ze wat anders doen of niet opletten.

Verschil in concentratie en het drukke en soms onbesuisde gedrag kan ontstaan door:

  • Leeftijd. Bij jongere spelers zie je dat zij een minder lange concentratieboog hebben;
  • Persoonlijkheid. De verdeling ‘gassers en remmers’ in een team;
  • Cognitieve vermogens. In de teams zitten spelers van praktijkonderwijs tot en met gymnasium;
  • Kenmerken van ADHD of ADD. Deze spelers ervaren problemen met filteren of verwerken van de informatie. 
Als coach hebben jullie een complexe taak, wanneer je de aandacht van je hele groep wilt.  Je moet dan eigenlijk met alle bovenstaande factoren rekening houden:
  • Geef korte en taakgerichte instructie, met visueel voorbeeld. Je ziet dat spelers die het lastig vinden de instructie direct te vertalen naar handelen, kijken naar teamgenoten en zo toch weten wat ze moeten doen;
  • Veel spelers kunnen maximaal één instructie tegelijk aan. Wanneer je merkt dat ze onrustig worden en moeite hebben met luisteren, dan kan je er vanuit gaan dat je instructie te lang, te saai of te ingewikkeld was;
  • Houd zelf energie en rust in je verhaal. Je eigen persoonlijkheid (gasser of remmer, ben je druk of juist rustig) zie je terug in je communicatie en acties richting de spelers. Houd daar rekening mee.

Oefen aandacht richten in je training.

Voor een hoge handelingssnelheid moeten je spelers behalve techniek en coördinatie, dus ‘aandacht’ hebben. De intentie (doelen, bedoeling) van de voetballers waarmee zij de wedstrijd ingaan bepalen in belangrijke mate waar hun aandacht naar uitgaat:

1. Leer daarom je spelers hoe zij vanaf de eerste minuut zichzelf AAN zetten, door vooraf:

  • Felle sprint te doen, of een paar sprongetjes;
  • Aandachtszin/woord vanuit de intentie (Ik ga de bal opeisen, bewegen, acties maken);
  • Ademhaling, paar keer diep in en rustig uitademen zorgt voor ontspanning waardoor het makkelijker is om je aandacht te richten.

2. Oefen met het sturen van aandacht. Leg uit wat afleiding met het prestatieniveau doet. Vertel wanneer ze zich kwaad maken over de scheidsrechter, dat ze slechter gaan spelen, omdat dit afleid van de informatie die er toe doet om goed spel te leveren. Wanneer je ze taakgerichte opdrachten meegeeft trainen ze dit ongemerkt.

3. Verwerk in je training oefeningen waarbij je de aandachtsstijlen laat ervaren. Bijvoorbeeld: geef ze een simpele pass- en trapoefening en dwing de spelers steeds bij het trappen een andere aandachtsstijl te gebruiken met kijk, voel, denk-opdrachten.

4. Bespreek en pas toe met je team:

  • Vijf minuten voor de wedstrijd mentaal gereed maken om scherp de wedstrijd in te gaan, door: Sprintjes (lijf klaar), ademhaling (optimale spanning), taakdoel (focus);
  • Herkennen van afleiden en terugschakelen naar AAN door Taakgerichte instructie. Je kunt hiervoor per linie een speler instellen die een taakgerichte kreet (verzonnen door het team) roept;
  • Aandacht sturen vanuit je rol in het team.

Jullie staan 1-0 achter. Louis van Gaal, Ronald Koeman en je moeder in haar bikini  staan langs de kant te kijken. Voor jouw spelers draait het alleen om ‘de bal en het spel’!

Literatuur: Bakker, F.C. & Oudejans, R.D. . (2012). Sportpsychologie. 223-263.
Murphy, S.M. (2012.) Oxford Handbook of Sport and Performance Psychology.117-131.

Sportpsycholoog in trainingspak samen met de coach op het veld.

Sportpsycholoog in trainingspak samen met de coach op het veld.

Flow Mentale Training doet mee voor de Nationale Sportinnovatieprijs 2018, die als thema heeft ‘Mind your fitness”. Het idee van de innovatie is ‘De Leerlijn Mentaal Topsport’.

Deze leerlijn voor talenten van 12 t/m 17 jaar is toegespitst op de mentale aspecten die een rol spelen bij presteren zoals:

  • Omgaan met stress en teleurstelling,
  • mentaal herstel en het behoud van zelfvertrouwen,
  • concentratie en optimale spanning.

Sportpsychologische theorie vanuit het boek GAS en REM in de sport. Mentaal Sterk Coachen, komt terug in fysieke trainingsvormen waarbij de talenten op hun eigen sportplek ervaren wat ‘presteren onder druk’ is. 

De Leerlijn Mentaal Topsport is een mentaal coaching programma voor sporters, dat net als bijvoorbeeld conditietraining een vast onderdeel van de trainingsopbouw is. De inhoud wordt aangepast aan de sport en ontwikkelingsniveau/leeftijd van de talenten.

Concreet betekent dit dat de sportpsycholoog naast de coach staat: op het veld, op de baan of langs het bad. Ze staan letterlijk naast elkaar en vermenigvuldigen zo hun kennis, zodat de talenten in hun eigen trainingstaal- en omgeving hun mentale weerbaarheid trainen. Wanneer ze achttien jaar zijn, is hun lichaam en geest klaar voor topsport op mondiaal niveau. 

Als jonge topsporter sta je onder druk

Stel je wilt profvoetballer worden of de nieuwe Daphne, Kiki, Ranomi, Sven of Epke en je komt in een RTC, BVO of selectieteam. Je gaat vaker trainen en wordt uitgenodigd voor trainingsstages, wedstrijden in het buitenland. Je ouders rijden je overal heen en investeren geld en tijd in je sport. Je gaat naar trainingen op Papendal en doet mee met de selectiedagen voor Jong Oranje. Er zijn ranking-systemen die bepalen of je in het team blijft of afvalt. De verwachtingen zijn vaak hoog. Je moet je diploma halen op school en daarvoor plannen en organiseren. Week in, week uit wordt het uiterste van je gevraagd. De coaches willen inzet zien en dat je ervoor gaat. Je ouders ook. Soms moet je afvallen, gespierder worden, meer bewegen, feller zijn, je vaker laten horen, samenwerken, verder springen. De lijst van eisen is eindeloos. Je moet plezier hebben en vooral je best doen. Sowieso heb jij al een grote drive vanuit jezelf. Van jongs af aan, wil je al winnen met alles en het liefst geen fouten maken. Je wilt je ouders en je coach niet teleurstellen en baalt er zelf ook van als het minder gaat. Falen of mogelijke missers blijven soms door je hoofd spoken.

In topsport verlies je vaker dan je wint, lees ik in een artikel van oud-topsporters Stefan Groothuis, Minke Booij, Peter Blangé en Esther Vergeer. Dat kan een deuk in je zelfvertrouwen geven………. 

Die deuken mogen wij als sportpsychologen repareren. Dat lukt gelukkig vaak. Soms moet ik doorverwijzen naar een collega sportpsycholoog met een klinische achtergrond, omdat de deuk al te diep is. Die deuken zijn in mijn optiek vaak te voorkomen. Wanneer sporters structureel leren hoe zij met ‘de prestatiedruk’ om moeten gaan en zowel de coach als ouders inzicht hebben, welke rol zij hierin spelen.

Sportpsycholoog zichtbaar en benaderbaar
Het aanleren van mentale vaardigheden wordt al breed erkend. Echter de mogelijkheden om hiermee als sportpsycholoog aan de slag te gaan, beperkt zich meestal tot incidentele bezoeken. Met de sportinnovatieprijs hoop ik daar in heel Nederland verandering in te brengen. Wel vanuit de visie van Team NL: De coach staat centraal, want die zorgt voor de vertaalslag op de sportplek. Voor topsporters binnen een High Performance programma van een CTO, BVO of talentenacademie wordt het normaal dat er met regelmaat een sportpsycholoog in trainingskleding aanwezig is, die net als de conditietrainer een vast onderdeel van het begeleidingsteam is.

Het geeft en positief effect op de lange termijn voor de sporters, coaches en ouders. Frustratie en agressie vermindert, focus en vertrouwen groeit. Dit zie je terug in de medaillespiegel. 

De Leerlijn Mentaal Topsport

Iedere maand staat een ander mentaal thema centraal. De coaches en de ouders worden getraind, zodat zij leren hoe zij door hun pedagogisch handelen het prestatiegedrag van het talent positief beïnvloeden. De inhoud van het mentale trainingsprogramma sluit aan op de ontwikkelingsfases van de sporter:

  1.  12-13 jaar Vroege adolescentie (puberteit): Basis. Wie ben ik?
    Trainen omvang en belastbaarheid.
    Factoren die van invloed kunnen zijn:
    – Overgang van basisonderwijs naar de middelbare school;
    – Start van een periode van lichamelijke en hormonale verandering.
    Ontwikkelen: Zelfinzicht.
  2. 14-15 jaar Midden adolescentie: Verdieping. Wat beslis ik?
    Trainen voor hoog niveau.
    Factoren die van invloed kunnen zijn:
    – (Dis)balans school, topsport, hobby’s, vriendschappen;
    – Lichamelijke en hormonale verandering;
    Ontwikkelen: Zelfdiscipline.
  3. 16-17 jaar Adolescentie (voor volwassenheid): Verrijking. Waar wil ik heen?
    Trainen om te presteren.
    Factoren die van invloed kunnen zijn:
    – Schoolexamen;
    – Gedragsverandering c.q volwassen worden.
    Ontwikkelen: Zelfsturing.

Flow Mentale Training Danielle van der Klein-Driesen

Het is een plan dat wat betreft opzet en omvang nooit ingezet is. Wel heb ik zelf (een deel van) de inhoud uitgevoerd bij S.V.B. Excelsior, Intime Tennis Academy en de Karate Bond. Zij bieden de kans om de kwaliteit van de inhoud te verfijnen en te verbeteren. 

Inhoud:

Aan het begin van de maand wordt één keer de mentale training verwerkt in de fysieke training, waarbij de coach en de sportpsycholoog de training samen geven. De coach krijgt een samenvatting met: Het doel, de theorie, de didactische opbouw en oefenvormen. In een kort overleg wordt afgestemd wat de belangrijkste mentale punten zijn van de training en worden ideeën gedeeld om de mentale vaardigheden fysiek inzichtelijk te maken. Dit kan bijvoorbeeld door: resultaatgerichte oefeningen, groepsdruk of samenwerkingsopdrachten. De rest van de maand houdt de coach het mentale thema als rode draad voor zijn eigen trainingen. De talenten krijgen zo de kans de mentale vaardigheden te oefenen en in te slijpen.

De op het eerste gezicht eenvoudige fysieke oefenvormen worden doelmatig ingezet voor het aanleren van mentale vaardigheden. Er is gedurende het seizoen een opbouw met: 

  1. Diagnostiek: Mentale screening;
  2. Interventie: Toepassing mentale vaardigheden;
  3. Evaluatie: Terugkoppeling en bijsturen.

De nationale Sportinnovator Prijs 2018: Mind your fitness

Er zijn negenendertig innovatieve ideeën ingediend. 4 december wordt de uitslag bekend gemaakt.

Het innovatie idee: De Leerlijn Mentaal Topsport word gesteund door:

  • Rotterdam Topsport
  • Dordrecht Topsport
  • Nederlandse Volleybal Bond
  • Regionaal Talenten Centrum Volleybal
  • Karate Bond
  • LOOT-school Thorbecke Voortgezet Onderwijs
  • Stichting Betaald Voetbal Excelsior
  • Intime Tennis Academy
  • Hockeyvereniging Leonidas
  • Geoffrey Berens Coaching

 

Nu de jury van de Nationale Sportinnovator Prijs 2018 nog…..

Tip voor Feyenoord: ‘Ze zouden daar wekelijks of misschien wel dagelijks op moeten trainen’

Feyenoord is zijn seizoen niet goed begonnen. Eerst werd weliswaar de Johan Cruijffschaal nog gewonnen, maar daarna volgden twee beschamende nederlagen tegen AS Trencin (4-0) en De Graafschap (2-0). Sportpsycholoog en Feyenoord-supporter Daniëlle van der Klein-Driesen denkt dat het aan het mentale aspect ligt.

“Je ziet bijvoorbeeld tegen De Graafschap dat ze denken: dat is een ploeg waar we wel van kunnen winnen”, zegt van der Klein in het radioprogramma wakker@rijnmond.nl. “Het lukte niet en dan zie je al snel de frustratie ontstaan. Ze krijgen een aantal mooie kansen en als ze die erin schieten dan verloopt zo’n wedstrijd heel anders. Dan wordt de mindset van een team ook heel anders.”

Meer mentale training
“Je ziet nu te veel gas, je ziet te veel frustratie ontstaan. Dan zie je dat je rationele brein niet meer werkt. Dat je eigenlijk puur op emotie reageert. Je brein heeft normaal een plan, maar als je puur op emotie reageert, ben je alleen bezig met afleiding. Dat is dan de scheidsrechter of andere frustraties, en dan krijg je fout op fout. Ze zouden daar wekelijks of misschien wel dagelijks op moeten trainen. In het voetbal wordt de sportpsychologie wel erkend, maar structureel erop trainen, dat doet geen enkele ploeg. Dat je elke training op het veld iets verwerkt waar je leert je aandacht te richten, leert samenwerken, wat je roept naar elkaar als het goed gaat en hoe je je herpakt. Ze weten per linie nu niet hoe ze zich kunnen resetten op zo’n moment.”

Psycholoog op de bank
“Op hoog niveau heeft iedereen de juiste broodjes gegeten en goed getraind, maar op het mentale stuk trainen ze anders. Wat je nooit ziet is een sportpsycholoog op het veld, ook niet bij het Nederlands Elftal. Terwijl die eigenlijk naast de fysiotherapeut zou moeten zitten. Die kijkt dan op een andere manier naar voetbal.”

  • Beste psychologie is deze gast opsluiten in een inrichting met een dwangbuis!

    Iedere debiel weet toch ook wel dat het aan kwaliteit schort?

    Onder hypnose laten voetbalen?

  • Gast593378110

    Een psycholoog? Nee er is gewoon geen kwaliteit. En dat is al lang zo maar ja we zullen het ermee moeten doen.???

  • schuimpie

    Als je individueel heel goed kan voetballen en je hebt er 11 zo in je elftal wil dat nog niet zeggen dat je kampioen wordt. Als de klik of de samenwerking er niet is gaat het niets worden. Daarnaast denk ik dat een goed gesprek met de heren voetballers niet eens zo verkeerd zou zijn. Even die koppies leeg maken en zorgen dat ze allemaal met beide benen op de grond blijven. Hoe goed je ook bent.

  • dieenegast

    Ik zou sommige supporters ook een wekelijks bezoekje aan een psycholoog willen adviseren.

  • Gast3704383416

    En dan? Praten over pseudo wetenschap?

  • Gast6963995612

    Is in mijn ogen ook het probleem bij Feyenoord. Individueel kunnen ze allemaal best een aardig balletje trappen maar ontbreekt aan mentaliteit om ten koste van alles een wedstrijd te willen winnen. Hiermee heb je het kampioensschap gehaald en ook de UEFA Cup in 2002 mee gewonnen. Waren individueel niet de beste spelers maar op mentaliteit hebben ze die prijs gepakt.

  • rondevenenfr

    Misschien ook is op de spelhervatting trainen? Zie Engeland op het wk, maar dat zal wel teveel gevraagd zijn voor die paar ton salaris…

  • Gast1516103959

    Dus de bankjes in de dugout zijn te klein.

  • Gast8361993768

    Dagelijks ergens op trainen gaat niet werken wanneer er na elke wanprestatie automatisch een vrije dag volgt.

  • Gast316079198

    Ik dacht dat ze tijdens de scouting ook letten op de mentaliteit de laatste jaren. Ik blijf erbij dat het grotendeels aan de technische staf ligt.

  • Gast8361993768

    Welke scouting?

  • smeagol

    Daarom is de mentaliteit zo slecht…

  • Gast8722398897

    Aha. Zo zo. Nou….

  • Gast2224458679

    Ook eens oefenen op kopduels winnen. Als je dan wint ook nog naar de goede kleur spelen

 

Penalty is trainbaar

“De meest voorspelbare situatie bij voetbal is de penalty. Immers de bal ligt op de stip. Er is een doel met een mannetje in het midden, die al dan niet springt met zijn armen in de lucht.” 

Rusland-Kroatië

Voorspelbaar… eh…Wanneer de eerste speler van Rusland de penalty wil nemen, is er geen bal. De speler moet wachten. Daar ontstaat ruimte voor twijfel-gedachten. Bij een training had hij normaal gesproken op de bal gewacht en de bal erin geschoten. Op een Wereld Kampioenschap met een bak publiek is dat anders. De druk om ‘te moeten scoren’ en ‘niet mogen missen’ is enorm en dan doen lichaam en geest rare dingen met je. Dit zag je terug in de uitvoering van de Russen: te zacht, naast het doel. Wat een prutsers zou je denken als je niet beter wist.

“Zonde is mijn gedachte, want ‘onder druk presteren’ kun je leren.”

Lichaam en geest op hol
Rafael van der Vaart zei bij de NOS: “Een strafschop nemen, voelt altijd kut. Je voelt de zenuwen in je lijf toenemen.” Van der Vaart slaat de spijker op z’n kop. Wanneer je als voetballer naar de penaltystip loopt gebeurt er veel in je lichaam. Je hartslag gaat omhoog, je krijgt zweethanden en je spierspanning neemt toe. Een gezonde reactie waarbij je lichaam zich klaar maakt voor een mogelijke ‘dreigende’ situatie. Je lichaam maakt geen onderscheid tussen een strafschop of een brandend huis . Er dreigt gevaar. Hierdoor draait je brein op volle toeren, waarbij alles wat mogelijk mis kan gaan de revue passeert.

Afleiding
De grootste storende factor is de verandering in aandacht. Oftewel de speler is niet meer taakgericht en bezig met de uitvoering (Hoe krijg ik die bal erin?). De aandacht richt zich vooral op resultaat en gevolgen van een eventuele misser. Die verstoring van aandacht en de toegenomen spierspanning zorgen voor prestatieverslechtering. Van die ballen waarbij je denkt: “Hoe kan dit?”.

HOE TRAIN JE DE PENALTY?

Fysiek
Allereerste oefenen de spelers de routine van het nemen van een penalty.  Deze moet net als fietsen, volledig automatisch gaan. Als denkbeeldig hulpmiddel kun je bijvoorbeeld het doel in zes vakken verdelen, waarbij je ‘hard’ op 1 (linker bovenhoek)  2 (rechter bovenhoek), 3 (linksonder) of 4 (rechtsonder) schiet. 5 en 6 is in het midden, daar wil je geen bal hebben. Al word je midden in de nacht je bed uitgehaald die bal schiet je raak. 

Aandacht en optimale spanning onder druk
Uiteraard kun je in een training geen WK finale nabootsen. Toch kun je in trainingssituaties de druk opvoeren, door ‘groepsdruk’ en ‘resultaat’ opdrachten te geven. De voetballers merken dan hoe zij reageren met spanning. De spelers trainen minimaal twee mentale vaardigheden. Dat zijn: aandacht en optimale spanning.

  1. Aandacht: Voor een optimale prestatie is ‘gerichte aandacht op de taak’ nodig. Als speler ben je dan alleen bezig met informatie die ertoe doet. Dat is:
  • Keepersinformatie gebruiken voor de keuze van de hoek;
  • De bal en hoe je deze speelt.

Laat je spelers het verschil ervaren wanneer zij taakgericht of afgeleid zijn. Waar kijken ze naar, waar denken ze aan, wat doet dit met het prestatieniveau? 

  2. Optimale spanning: Door je ademhaling te trainen, houd je bij spannende momenten de fysieke reacties van je lichaam onder controle. Je kunt dan door een paar keer diep in en uit te ademen je hartslag en spierspanning naar beneden krijgen.

Voel het verschil tussen een baltrap met gespannen spieren en ontspannen spieren. Wat doet dit met het prestatieniveau? 

Het nemen van een penalty is geen loterij. Train je spelers, zodat ze voorbereid zijn, op het gevoel van spanning die presteren onder druk oplevert.
De echte tranen van Neymar

De echte tranen van Neymar

Bij voetbal zijn we net als bij het Songfestival voor de buren. Het knokken van de Belgen en hun tactische lef leverde een prachtige wedstrijd op.

Stiekem was ik voor de Brazilianen. Hoe zij als een mierenleger zich door de kleinste ruimtes weten te wurmen vind ik bijzonder fraai om te zien. Daarbij heeft deze ploeg een hoog drama-gehalte wat mentaal interessant is. 

Het eerste doelpunt

Zo’n eerste doelpunt in de dertiende minuut is heel bepalend voor de wedstrijd. “Als je als ploeg vroeg in de eerste helft 1-0 achterkomt, dan krijgen zij vleugels,” hoorde ik Arjen Robben ooit zeggen. Dat zag je nu ook. Na het tegendoelpunt ontstaat onrust bij Brazilië. Ballen die normaal lekker gaan lukken niet. De dominantie die zij de startende twaalf minuten toonden is weg. ‘Paniek’, noemt de verslaggever van de NOS het. Op zich verklaarbaar, want deze ploeg incasseerde in de kwalificatiewedstrijden nauwelijks doelpunten.

Taakgericht voetballen
Wel onnodig, want op dit niveau moet je de gehele wedstrijd taakgericht kunnen spelen. Oftewel je gaat door en bent als spelers alleen bezig met de bal en de spelsituatie van dat moment. Dan wordt het prestatiegedrag van je  team niet verstoord door zo’n tegenslag. 

Geluk of pech
Uiteraard is er altijd een kleine portie ‘beetje geluk’ en een ‘beetje pech’. Geluk (de Belgen) dat een bal net niet via de keeper naar een Braziliaanse speler gaat. Pech dat je een penalty niet krijgt (de Brazilianen), die je misschien wel verdiend had. Het gaat er uiteindelijk om, dat je voetballend de wedstrijd wint. De Braziliaanse coach weet dit zijn spelers duidelijk te maken, want zij herpakken zich na rust. Ze maken tempo en weten de Belgen onder druk te zetten.

Neymar

Neymar kan nu de tijd dringt, snel opstaan en doorspelen. Misschien beseft hij : “Ik wil door als ‘de grootste voetballer’ en niet als ‘de grootste jankerd’.” Neymar had ik de finale gegund, omdat hij veel meer moois had kunnen laten zien. De uitblinkende doelman Courtois houdt in blessuretijd Neymars laatste aanval op dit WK tegen. 

Nu zijn er echte tranen bij Neymar en zijn ploeg.