Bij ons thuis gaan spelletjes om leven en dood. Het maakt niet uit of het Mens erger je niet is, Sjoelen of Yahtzee is. Met regelmaat vliegen alle pionnetjes door de kamer. Vanavond is het tafeltennis of pingpongen zoals wij het noemen. Ik speel tegen mijn man. Michel wil maar één ding en dat is winst. Ik wil de grijns die hij hierdoor krijgt voorkomen. We gaan gelijk op.

Plan

Ik moet mij concentreren, me niet af laten leiden, doen wat ik elk moment moet doen. Mij aan mijn wedstrijdplan houden (Ik ben net het boek van Rafael Nadal aan het lezen……). Michel vindt het irritant als ik op zijn forehand sla net op het randje vooraan. Daarnaast werkt stabiel terugspelen en wachten tot hij de fout maakt, want dat vindt hij super irritant. Die irritatie leidt af en zorgt voor een volgende misser. 

Altijd willen winnen

Juliëtte vraagt: “Papa wie staat er voor?” Een hoop gebrom…….Dit zorgt, dat ik de eerste set winnend afmaak. Een mevrouw die vlakbij een ijsje eet krijgt de schuld voor nog meer afleiding. De tweede set start gelijk op. Dan ontstaat bij mij de afleiding. Terwijl ik speel kijk ik naar het voetbalveld waar onze zoon van negen speelt. Ook hij heeft het ‘Altijdwillenwinnen-gen’, wat ook daar voor problemen zorgt, wanneer hij een vijftienjarige jongen beticht van oneerlijk spel. Ik verlies de tweede set. 

Laatste potje om alles….voor de huisvrede spelen we er nog maar één. Twee-twee we kunnen tevreden naar huis.