Zo leer je jonge tennissers omgaan met wedstrijdspanning.

Zo leer je jonge tennissers omgaan met wedstrijdspanning.

D

e Intime Tennis Academy is dit seizoen gestart met een structureel mentaal trainingsprogramma voor op de tennisbaan: De Leerlijn Mentaal Tennis voor jonge spelers. Hoe werkt dat? Wat doet een sportpsycholoog op de baan? Is dat wel nodig voor spelers van 12, 13 jaar?  Een blik in de keuken, de belevenissen en de hobbels.

De Leerlijn Mentaal Tennis

Tennis vraagt veel van de mentale beheersing van deze nog jonge spelers. De spelers moeten lang wachten voordat zij aan de beurt zijn. Een wedstrijd kan wel twee uur of langer duren, wat veel van hun concentratie vraagt. De spelers moeten zich bij iedere bal gereed maken en de vorige bal afsluiten. Dat is heel lastig, want deze slimme spelers weten precies of ze de bal goed gespeeld hebben of niet en ook hoe ze deze eigenlijk hadden moeten spelen. Er zitten veel rustmomenten in het spel, waarbij ze tijd hebben hierover na te denken en zich te frustreren. 

Bij de Leerlijn Mentaal Tennis leren de kinderen stap voor stap zichzelf kennen met al hun bijzonderheden op de baan.

Te veel GAS: Als je stampvoet na een fout , vloekt, je racket gooit of hard roept: Waarom?….. of juist te veel REM: volledig stilvalt…….Het is een teken dat je ‘graag wilt winnen’ en ‘fouten irritant’ vindt. Laten dat nu juist kenmerken zijn van goede sporters. 

Frustratie

Alleen te veel frustratie werkt vaak averechts op het spel. Het leidt af van de taak (ballen binnen de lijnen slaan) en met veel drama laat je tegenstander direct in je kaarten kijken. Het stilvallen, daar heeft de speler vooral zelf last van, maar het stoort ook ouders of de trainer die helemaal naar de wedstrijd zijn gereden.

Waar is de vechtlust gebleven, zie je ze denken? Die kinderen vechten wel, maar dan heel hard in hun hoofd. Er komt een extra tegenstander bij en dat zijn zij zelf tegen hun eigen gedachten: Stom, dom, onnodig…. Jonge tennissers kunnen heel hard zijn voor zichzelf.

Ik vroeg één van de trainers, wat dacht jij dan vroeger als je meerdere ‘onnodige’ fouten maakte. “Steek jezelf in de fik,” zegt hij. In het dagelijks leven zouden dit soort gedachten je een enkeltje psychiater bezorgen, maar in de sport gebeurt dit met regelmaat. Ik vind het mooi als een sporter zo bloedgraag wil winnen. Als de speler zijn felheid zinvol inzet, dan heeft de tegenstander een probleem.

Mentale Training op de baan

Het prettige van deze leerlijn is, dat ik als sportpsycholoog de kans krijg de kinderen te leren kennen doordat ik één keer maand in de ‘gewone’ tennistraining op de baan sta. Ik start iedere training door uit te leggen welke mentale vaardigheid we gaan doen en waarom het belangrijk is om deze vaardigheid te trainen. Bijvoorbeeld motivatie, zelfvertrouwen, concentratie en aandacht, optimale spanning, visualiseren, mentaal plan. 

We doen een korte actieve werkvorm die ik zelf verzonnen heb als warming up of die van de trainer komt. Het doel is warm worden fysiek, maar ook mentaal de hersens laten kraken. 

 Een speler vraagt bij een klap-spring-zwaai spel: “Waarom doen we dit? Dat doe je toch ook niet bij een wedstrijd? “Dat is een goede vraag,” zegt de trainer. “Maar toen het net niet lukte stopte je. Gebeurt je dat ook wel eens bij een wedstrijd? Wat zou je kunnen doen om het wel te laten lukken.”

We hebben veel lol met de uitvoering van de training. We zetten van alles in gang om de spelers de frustreren, af te leiden. Zodra je een wedstrijdelement toevoegt en het resultaat belangrijk laat zijn, dan gaan de spelers er vol voor. Ze willen scoren en winnen. Ze krijgen tennisvormen die voor hen bekend zijn, maar richten zich op de mentale aspecten van tennis.

De tennissers leren: Rust te pakken tussen de punten door de ademen. Taakgerichtheid door kort (max drie woorden) te benoemen wat het plan is. Schakelen tussen de bal: in spelen, spreiden, hard slaan, snel nemen en hoe maak je de keuze.

Soms werkt een oefening die we verzonnen hebben heel goed en soms voor geen meter. Het mooie is, als de spelers het saai vinden, zie je gelijk wie doorzet en wie er dan met hun pet naar gooien. Er zit geen goed of fout aan. Sommige kinderen staan altijd strak om te presteren, het moet perfect. Die wil je juist leren, het soms ook een beetje los te laten. Dat helpt bij de plezierbeleving, maar ook voor een betere uitvoering. Anderen mogen kleine oefeningen wel wat serieuzer nemen. Ze spreken uit ik wil toptennisser worden. Zij krijgen de vraag: ’Wat zouden Federer of Kiki doen bij deze oefening?

Gaan deze tennissers alle wedstrijden winnen. Zeker niet. Ook zullen zij af en toe zichzelf nog tegenkomen. De spelers hebben een eerste stap gemaakt hier oplossingen voor te zoeken. Ze hebben geleerd dat zij de moeite waard zijn hoe ze ook in elkaar steken. Zodat ze met vertrouwen de baan op mogen stappen.