Stalen zenuwen bij de Formule 1 onder de wintersporten. WK bobsleeën in St Moritz

Stalen zenuwen bij de Formule 1 onder de wintersporten. WK bobsleeën in St Moritz

Angst in de bobslee

Hoewel de volgende Olympische Spelen pas over drie jaar zijn, staan die uit 2010 nog voor velen in het geheugen gegrift. Op deze Winterspelen besluit stuurpiloot Edwin van Calker een paar dagen voor de race af te zien van deelname met de viermansbob. De reden: angst om de bob niet onder controle te kunnen houden op de gevaarlijke baan in Vancouver.

We spraken Jelen Franjic, Olympisch bobsleeër. Jelen erkent dat deze gebeurtenis dertien jaar na dato nog steeds een groot onderwerp is in de Nederlandse bobsleewereld. Hij respecteert de keuze van Van Calker, maar had wellicht een ander besluit genomen.

“Bobslee is een harde wereld, maar op dit soort momenten moet je hard zijn. Ik ben ook vaak genoeg angstig in de bobslee gestapt, maar wanneer er veel geïnvesteerd is zou ik het op het grootste wereldtoneel niet laten afweten.”
– Jelen Franjic

Stalen zenuwen

Niet voor niets wordt het bobsleeën gezien als de Formule 1 onder de wintersporten. Bobsleeërs kunnen namelijk met 150 kilometer per uur door de baan vliegen, wat moet getuigen van stalen zenuwen. Het wereldrecord tikt zelfs een indrukwekkende 210 kilometer per uur aan. Angst is een natuurlijke waarschuwing van het brein om de sporter te behoeden voor gevaar. Bobsleeën is risicovol fysiek, maar ook mentaal. Sommige atleten kampen met klachten van migraine, overgevoeligheid voor licht en lawaai en zelfs zware depressies (Schneider, 2020).

Angst en arousal

Angst is een emotie die iedereen wel eens ervaren heeft. De ademhaling versnelt, het hart gaat sneller kloppen, de spieren spannen zich aan en de bloeddruk gaat omhoog.  Om optimale sportprestaties te leveren is een optimaal arousal niveau van belang. Hierbij is iemand alert en komt er een flinke dosis adrenaline vrij. Als sporters te veel arousal ervaren ontstaat er angst en stress, en bij te weinig ontstaat er verveling of weinig motivatie.

De Inverted-U theory legt uit dat prestaties optimaal zijn wanneer de arousal op een gemiddeld niveau is (Arent & Landers, 2013). Toch moet hier ook een kanttekening bij gemaakt worden en zal het optimale arousal niveau niet bij elke sporter en sport hetzelfde zijn. Iedereen presteert namelijk het beste bij zijn of haar Individuele Zone van Optimal Functioning (IZOF) (Hanin, 2007).

Daarnaast zullen sporten waarbij veel adrenaline is, zoals het bobsleeën, beter presteren wanneer het arousal niveau gemiddeld tot hoog is.

Mentale training

Angst komt vaak voor bij sporten waaraan grote risico’s verbonden zijn. De vraag is dan ook of de angst die Edwin van Calker ervaarde getraind had kunnen worden. Onderzoek laat zien dat mentale training er wel degelijk voor kan zorgen dat sporters beter met hun angsten kunnen omgaan. Met ontspanningsoefeningen en bepaalde ademhalingstechnieken kunnen zij controle krijgen over hun angsten (Glass et al., 2019).

Daarnaast is het van belang bij gevaarlijke sporten, zoals het bobsleeën, te weten dat je getraind bent en het kunt. Zolang je je maar concentreert op wat je doet, en bepaalde concentratieoefeningen kunnen daarbij helpen. Ook Jelen Franjic erkent dit en denkt dat ervaring een belangrijke factor is om goed met angsten om te gaan.

“Bobslee is zowel fysiek als mentaal een zware sport, maar ervaring speelt een belangrijke rol. Hoe meer afdalingen je hebt gedaan, hoe beter je met deze angst om kan gaan”.
– Jelen Franjic

Eén ding is duidelijk: ook met veel ervaring heb je niet altijd invloed om de angst onder controle te houden. Maar met de juiste focus en mentale training kun je wel een heel eind komen. Het beste wat je kunt doen is vertrouwen op je eigen kunnen, weten dat je getraind bent en je te concentreren op de taak die je moet doen. En tenslotte:

“Angst zal altijd blijven bij bepaalde banen, maar dat hoort nou eenmaal een beetje bij de sport”.
– Jelen Franjic

Hopelijk zien we hem over drie jaar dan ook gewoon op de Olympische Winterspelen staan.

Referentielijst

  • Arent, S. M., & Landers, D. M. (2013). Arousal, Anxiety, and Performance: A Reexamination of the Inverted-I Hypothesis. Research Quaterly for Exercise and Sport, 74(4), 436-444. doi: 10.1080/02701367.2003.10609113
  • Carol, R. G., Spears, C. A., Perskaudas, R., & Kaufman, K. A. (2019). Mindful Sport Performance Enhancement: Randomized Controlled Trial of a Mental Training Program With Collegiate Athletes, Journal of Clinical Sport Psychology, 13(4), 609-628. doi: 10.1123/jcsp.2017-0044
  • Hanin, Y. L. (2007). Emotions and athletic performance: Individual zones of optimal functioning model.   In D. Smith & M. Bar-Eli (Eds.), Essential readings in sport and exercise psychology, 55–73. Human Kinetics.
    Schneider, C. (2020). Bobsleigh. Injury and Health Risk Management in Sports, 515-555. doi: 10.1007/978-3-662-60752-7_84

 

Daar gaat een topscore. Mentale belevenissen in Grosseto, Italië

Daar gaat een topscore. Mentale belevenissen in Grosseto, Italië

“De meerkamp is naar mijn mening, zowel fysiek als mentaal, de zwaarste discipline binnen de atletiek.”

Het moet

In twee dagen zeven onderdelen afwerken waarbij elke prestatie mee wordt genomen naar het volgende onderdeel, of deze nou goed of slecht is. Waarbij een atleet de tijd heeft om na te denken tussendoor. Daarnaast krijgt een meerkamper maar een paar kansen per jaar om zich te laten zien. De meeste atleten doen namelijk maar twee of drie meerkampen per jaar. Om het te vergelijken met bijvoorbeeld een sprinter: zij lopen wel twintig races per seizoen en hebben dus twintig keer de kans om een persoonlijk record of limiet te lopen. Alleen dat al, zorgt ervoor dat de meerkamp erg stressvol kan zijn, omdat er weinig kansen zijn om te laten zien wat je in huis hebt.

Pieken

Er wordt afgetrapt met de 100m horden en voor dit onderdeel ben ik áltijd zenuwachting, dat went nooit. Te voorzichtig tijdens de race, zorgde ervoor dat ik geen harde tijd liep. Dat is even flink balen, maar lang hierbij stilstaan lukt niet, want twintig minuten later staat het hoogspringen alweer op het programma. Ik probeer niet meer terug te denken aan de horden race en gelukkig spring ik daarna een goede hoogte waarna ik me mag klaarmaken voor het kogelstoten. Dit mislukt helemaal en ik stoot ruim een meter onder mijn PR waardoor ik veel punten verlies.

“Ik heb geen zin meer, want naar mijn idee zit een topscore er al niet meer in.”

Dan komt er ook nog bij dat ik voor het laatste onderdeel, de 200 meter, wind tegen heb en baan één heb geloot. Vlak voor de start probeer ik de knop om te zetten en loop ik nog een prima tijd. Dag één is voorbij en fysiek en mentaal is er inmiddels al best veel van me gevraagd. Terug naar het hotel en herstellen: goed eten, een ijsbad, masseren en op tijd het bed in.

“Niet te veel meer bezig zijn met de eerste dag, maar blikken op vooruit en focus op dag twee.”

Dag twee

De tweede dag begint met het verspringen. Een goed onderdeel van mij, maar dan moet ik nog wel geldig springen, want dat is de laatste tijd nogal een dingetje. Ik weet dat ik hier echt punten moet pakken, anders zit een goede score er niet meer in. De eerste poging is geldig, maar nog zeker niet de afstand die ik wil.

“Ik neem iets meer risico en spring vervolgens twee keer ongeldig. Shit, daar gaat een topscore.”

De eerste gedachte die ik daarna heb is, dat ik net zo goed deze meerkamp kan stoppen. Ik kan nog verre van een PR scoren en mentaal zit ik er doorheen, omdat elk onderdeel net niet lukt. Maar goed, meerkamp is meerkamp, en stoppen is natuurlijk geen optie. Mijzelf voor de zesde keer opladen voor een onderdeel lukt gelukkig goed en er komt nog een prima speerworp uit. Inmiddels is de batterij aardig leeg en staat de 800 meter nog op het programma als laatste onderdeel. Fysiek en mentaal het zwaarste onderdeel voor mij, maar waarschijnlijk voor iedere meerkamper. Het lichaam werkt bij dit afsluitende onderdeel niet meer mee, de zenuwen nemen vaak (bijna) de overhand en in dit geval wist ik dat ik nergens meer voor kon lopen.

“Om toch nog een doel te stellen voor mezelf wil ik in ieder geval nog boven de 5700 punten scoren, want veel meer zit er niet meer in. Hiervoor moet ik 2:17.00 lopen.”

Het wordt 2:17.45. 5696 punten en ruim 300 punten onder mijn PR. Niet wat ik gehoopt had.

Iedere meerkamper kent zo’n meerkamp. Eén onderdeel loopt net niet en vervolgens loopt elk ander onderdeel ook nét niet. Mentaal is zo’n weekend dan zwaar. Elk onderdeel probeer je jezelf mentaal bij elkaar te rapen, maar ergens is er ook een stemmetje in je achterhoofd die denkt dat het volgende onderdeel ook wel nét niet zal zijn.

Gelukkig heb ik ondanks de tegenvallende prestaties wel kunnen genieten van weer een meerkamp in het buitenland en ga ik vol positieve moed op naar de volgende meerkamp: het NK atletiek eind juni. En dan lukt alles hopelijk nét wel.

Lees ook: Meerkampster Myke van de Wiel versterkt Team Flow en koppelt fysiek met mentaal.

Meerkampster Myke van de Wiel versterkt Team Flow en koppelt fysiek met mentaal

Meerkampster Myke van de Wiel versterkt Team Flow en koppelt fysiek met mentaal

Mijn naam is Myke van de Wiel en ik ben 24 jaar oud. Ik ben opgegroeid in het gezellige Breda, maar inmiddels woon ik alweer vijf jaar in Rotterdam. Al vanaf jongs af aan ben ik altijd druk bezig geweest met sporten en tot mijn 17e heb ik tennis en atletiek gecombineerd. Daarna heb ik voor atletiek gekozen (meerkamp) en ben ik nu nog altijd zes dagen per week op de atletiekbaan te vinden.

Mijn mooiste prestaties tot nu toe zijn: Nederlands Kampioen Meerkamp outdoor (2018 & 2021), Nederlands Kampioen 200m indoor (2021) en mijn deelname aan de Europacup Meerkamp in 2019 waar ik Nederland mocht vertegenwoordigen.

“Mijn grootste ambitie is deelname aan de Olympische Spelen in 2024 op de meerkamp. Mijn tweelingzusje is afgelopen jaar al in Tokyo geweest, dus onze grootste droom is om er samen in Parijs 2024 te staan.”

Mentale aspect

Binnen atletiek merk ik dat het mentale aspect ontzettend belangrijk is, omdat alle onderdelen binnen de meerkamp zo’n momentopname zijn. Zo ben ik bijvoorbeeld uren aan het trainen, dag in dag uit, om alles te geven in een hordenrace die minder dan 14 seconden duurt. Op dat moment moet alles kloppen en moet ik de juiste focus hebben.

Ook op andere onderdelen, zoals het hoogspringen, merk ik dat het heel belangrijk is dat alles in één sprong klopt. Voordat ik moet springen visualiseer ik als het ware mijn sprong.

Ik vond het altijd al heel interessant hoe dit mentale aspect de fysieke prestatie kon beïnvloeden en verbeteren. Dat is de reden dat ik na mijn Bachelor Psychologie de Master Sport- en Prestatiepsychologie ben gaan doen. In september 2020 ben ik begonnen met deze master aan de Universiteit van Amsterdam. Ik moet alleen nog stage lopen om mijn Master af te ronden. Deze stage ga ik bij Flow Mentale Training doen, waar ik veel zin in heb!

Flow Mentale Training gaat samenwerken met Sportgeneeskunde Rotterdam. Om deze samenwerking optimaal te maken, willen Flow en Sportgeneeskunde Rotterdam nagaan hoe de sportartsen en fysiotherapeuten het mentale aspect kunnen meenemen bij langdurige klachten, zoals: pijn, stress, overbelasting, als vast onderdeel van het herstelproces. Ik ga hierbij helpen in de wetenschappelijke onderbouwing van het plan van aanpak.

Daarnaast ga ik Flow ondersteunen in de optimalisering en uitvoering van het Sport in Perspectief programma van onder andere bij PAC, CAV Energie en AV Groene Ster. Mijn kennis en ervaring vanuit de atletiek gaat zeker helpen voor praktische (mentale) adviezen voor de atletiektrainers, de atleten en de ouders.