Focus kun je trainen

Focus kun je trainen

Heb jij ook wel eens moeite om sporters in een bepaalde focus te krijgen? Wat is focus nou eigenlijk?

Daniëlle: ‘Ja, dat is wel leuk. Als ik het aan de jonge sporters vraag. Wat is focus? dan is het antwoord: je concentreren. En wat is dan concentreren? Dat je moet focussen!

Zowel jonge als professionele sporters weten precies wat hun afleidingen zijn, maar hoe zich te focussen; op dat wat ertoe doet op het juiste moment, dat vinden ze vaak lastig.’

‘Daarom vind ik het zo belangrijk dat je focus traint.’

‘Dus als je als coach roept: concentreer je, weten sporters vaak niet wat ze moeten doen. Daar kun je als coach verandering in brengen, door je sporters te leren waar zij hun aandacht op moeten richten en dit heel concreet te maken.’

Bezig bent met één ding tegelijk

Daniëlle: ‘Dus mensen die zeggen dat ze meerdere dingen tegelijk kunnen dat kan helemaal niet.’

‘Je bent gefocust of niet.’

‘Het kan wel zijn dat sporters hun aandacht op verkeerde dingen richten. En dat zijn dan die meerdere dingen.’

‘Kortom: je moet je maar op één ding richten. In de psychologie noemen we dat taak en afleiding.’

En hoe kan ik nou als trainer coach ervoor zorgen dat een sporter in zijn taak zit en niet in een afleiding?

Daniëlle: ‘Als eerste: je ziet natuurlijk veel als coach. Maar wat goed werkt is om het gewoon te vragen. Maak voor de training even een kort rondje. Wat zijn jouw afleiders?’

‘De één zal de scheidsrechter noemen, de ander zal zijn ouders langs de kant noemen. Maar er zijn ook sporters die meer van binnen uit afgeleid worden door wat
ze denken of wat ze voelen.’

Bekijk hieronder Focus (deel 1).

Oké, dus als ik dan nu weet waardoor ze afgeleid raken – door de scheidsrechter of door hun interne gedachten – hoe kan een trainer / coach hen weer uit die afleiding halen? En in hun focus krijgen? 

Daniëlle: ‘Dat is ook trainen héh. Als je buiten traint, dan ga je niet hele lange gesprekken houden, maar je kunt er wel heel kort –  dat kost je een minuutje –  rondvragen wat zijn je afleidingen?’

‘Je kan trainen om voor het moment dat ze ze in actie komen, ze die focus hebben. Dat ze die aanzetten. Dus je focus is aan of je focus is uit.’

‘Stel je bent hordeloper. Ik heb jarenlang naast de groep getraind. Ze kletsen wat met elkaar en gaan in één beweging door en komen dan in actie. Dat is niet goed.’

‘Je moet echt even je rust pakken, misschien je ogen even dichtdoen, je voorstellen hoe je gaat lopen. Zo creëer je een een bewust moment.’

‘Ben je een veldsporter, dan is dat niet anders. Zodra je op het veld staat, wil je een bepaalde mindset hebben.’

Bekijk hieronder Focus (deel 2)

Creëer een rustmoment

Oké, dus het is eigenlijk het oefenen van een bewust moment voor jezelf creëren waardoor je alles – alle andere dingen waar je aan denkt of die gebeuren in je omgeving – kan afsluiten. Je creëert een rustmoment en je gaat bewust bezig met de uitvoering die je gaat doen.

Daniëlle: ‘Klopt. En als je dat wil verfijnen en je wil een hoger niveau krijgen, dan kun je ook letterlijk de bewegingsvorm voor je zien.’

‘Wat wel gaaf is bij vechtsporten bijvoorbeeld is dat sporters heel vaak zo’n rustmoment pakken, nog voordat ze beginnen. Iedereen komt ergens vandaan en is druk etc … maar iedereen moet even landen op de mat.’

‘Je kan sporters hiervan bewust maken, dat ze dat zelf in handen hebben, die aan- en uitknop van focus.’

‘Een trucje daarvoor is Ik kijk naar – Ik let op.’

‘Dus waar kijk je naar? Dat is dus de aandacht waar je op gericht bent. En waar let je op?’

‘Dus stel je bent judoka, dan kan je naar je tegenstander kijken, maar je let op stevig vastpakken.’

Ik kijk naar en ik let op. Dat is een een hele mooie tip. Zeker als je sporters snel afgeleid zijn. Je kan sporters helpen door hen daar bewust van te maken en het samen met hen te gaan oefenen.

Bekijk hieronder Focus (deel 3).

 

Heb je al wat aan deze tips gehad? Laat het even weten!  Volg ons en ga er vooral mee aan de slag.

Heel veel succes!

 

Concentratie tennis met filmopnames

Concentratie tennis met filmopnames

Op de baan zijn mooie trainingen waarbij de Roche Silvius (inspanningsfysioloog) en ik (sportpsycholoog) fysiek en mentaal koppelen. Deze keer ging over aandacht richten en afleidingen negeren.

“Je concentratie is nooit weg, maar kan wel op het verkeerde target gericht zijn.”

Intern: Wat je denkt en tegen jezelf zegt (het gaat voor geen meter, wat een domme fout, deze punt moet ik halen) en wat je hierbij voelt (onzeker, gefrustreerd);

Extern: Wat je hoort en ziet om je heen (tegenstander, publiek, scorebord)

Richt jouw aandacht

De spelers oefenden met aandacht richten:

  • Spiegelen waarbij de tennissers keken naar beweeggedrag van de ander;
  • We maakten ze gek met resultaatgerichte opdrachten;
  • We maakten gebruik van een beetje groepsdruk.

Dat is vaak lachen, maar het gaat wel ergens om.

Richt je op informatie die ertoe doet

  • Besluit dat jij je gaat concentreren;
  • Focus op 1 aandachtspunt;
  • Je bent geconcentreerd als je precies doet wat je denkt;
  • Je bent afgeleid als je bezig bent, met dat wat buiten jou controle ligt;
  • Als je nerveus wordt richt jouw aandacht dan extern (kijk naar beweeggedrag of de balbaan).
Met cameraploeg ‘gewoon je ding doen’, dat is sowieso al trainen in concentratie.

 

Judo is een mentaal spelletje

Judo is een mentaal spelletje

Een mooie plek, want na afloop konden we de theorie terugzien in de finale van The Hague Grand Prix Judo. In mijn praatje voor de coaches ging het onder andere over wachten vlak voor aanvang.

Wat zeg je als coach tegen je sporter(s) en hoe doe je als coach?

The Hague Grand Prix Judo

Bij judo geven de trainers de judoka’s flinke klappen op de schouders en gezicht. Dit doen ze om power op te wekken. Als het goed is, hebben zij met hun judoka’s afgesproken wanneer en hoeveel informatie ze nog willen zo vlak voor wedstrijd.

“Stuur jouw judoka’s met één duidelijke opdracht de mat op.”

Bijvoorbeeld ‘hoog tempo’ is een instructie die je mee kan geven. Dat klinkt logisch, maar juist bij twijfel zie je dat bewegingen en voetenwerk vertraagt, wat averechts werkt.

Bij judo wil je de tegenstander op zijn rug krijgen. Dat start met een goede pakking, zorgen dat jij de controle hebt. Mentale factoren die hierbij een rol spelen zijn bijv:

  • zelfvertrouwen (weten dat jij de sterkste bent),
  • concentratie (taakgericht handelen) en
  • aandacht (ruimte om te scoren zien).

Dit zijn vaardigheden die je richting een toernooi kunt trainen, zodat ze bij de wedstrijd ingezet kunnen worden.

Fysiek en mentaal

Als topjudoka train je fysiek heel hard. Wanneer je alle lichamelijk arbeid eruit wil laten komen, moet je ook mentale kracht tonen, waarbij je voelt dat je de sterkste bent.

Judoka’s en vooral coaches van judoka’s: “vergeet niet om ook mentaal hard te trainen.”