Een mooie plek, want na afloop konden we de theorie terugzien in de finale van The Hague Grand Prix Judo. In mijn praatje voor de coaches ging het onder andere over wachten vlak voor aanvang.
Wat zeg je als coach tegen je sporter(s) en hoe doe je als coach?
The Hague Grand Prix Judo
Bij judo geven de trainers de judoka’s flinke klappen op de schouders en gezicht. Dit doen ze om power op te wekken. Als het goed is, hebben zij met hun judoka’s afgesproken wanneer en hoeveel informatie ze nog willen zo vlak voor wedstrijd.
“Stuur jouw judoka’s met één duidelijke opdracht de mat op.”
Bijvoorbeeld ‘hoog tempo’ is een instructie die je mee kan geven. Dat klinkt logisch, maar juist bij twijfel zie je dat bewegingen en voetenwerk vertraagt, wat averechts werkt.
Bij judo wil je de tegenstander op zijn rug krijgen. Dat start met een goede pakking, zorgen dat jij de controle hebt. Mentale factoren die hierbij een rol spelen zijn bijv:
- zelfvertrouwen (weten dat jij de sterkste bent),
- concentratie (taakgericht handelen) en
- aandacht (ruimte om te scoren zien).
Dit zijn vaardigheden die je richting een toernooi kunt trainen, zodat ze bij de wedstrijd ingezet kunnen worden.
Fysiek en mentaal
Als topjudoka train je fysiek heel hard. Wanneer je alle lichamelijk arbeid eruit wil laten komen, moet je ook mentale kracht tonen, waarbij je voelt dat je de sterkste bent.
Judoka’s en vooral coaches van judoka’s: “vergeet niet om ook mentaal hard te trainen.”
0 reacties