4 juli 2020 | sportpsychologie
Iedere sportouders herkent dit vast:
“We zoeken nog een coördinator voor het materiaalhok.” Op het moment dat de vraag bij de atletiekvereniging gesteld wordt, weet ik dat ik vooral geen oogcontact moet maken. “Is dat niks voor jou,” stoot ik zachtjes mijn buurman aan. Hij kijkt wel op en sindsdien is hij opperhoofd materiaal. Zijn eerste klus: het materiaalhok uitmesten.
“Wat een rust,” zeggen we nu de ouders vanwege corona de sportclub niet mogen betreden. “Kunnen we ze bij de trainingen weren,” was een vraag die een turnclub mij vlak voor de lockdown stelde. De oplossing van het sportouderprobleem voor deze turnclub is door Covid 19 in één keer opgelost.
“Deze trainers en kinderen missen ouders langs de lijn niet” kopt de NOS na twee weken ouderloze training.
De afgelopen vijftien jaar heb ik gedrag van sportouders bij trainingen en wedstrijd zowel in de top-, als breedtesport geobserveerd. Sportouders mogen wat mij betreft meer gewaardeerd worden. Sportouders willen het heel graag goed doen voor hun kinderen. Zij wringen zich in alle bochten om te zorgen dat hun kinderen hun sport kunnen beoefenen. Doen ze het altijd goed, zeker niet. De intentie is goed, vanuit liefde voor hun kind. Dat is waar het om draait.
Ze werken zich uit de naad, zodat hun kind een trainingsstage in het buitenland kan doen, kunnen heel beperkt op vakantie omdat hun kind in een talentencentrum traint, zitten na een drukke werkweek uren in de plastic kuipstoeltjes te wachten tot de wedstrijd begint. Dit is de generatie: als het erin zit, dan moet het eruit komen, daarom doen sportouders heel veel voor hun kinderen.
Lekker bezig pedagoog
Sportouder ben je als je kinderen hebt die sporten. We zijn met velen dus. Er wordt van alles van sportouders verwacht, maar niemand die vertelt hoe we het moeten doen. Zo werd ik bij één van de eerste crossen die mijn zoontje liep uitgefoeterd door een meneer met een geel hesje, omdat ik op de verkeerde plek aanmoedigde. Terwijl ik al vijfendertig jaar in de atletiek rondloop.
Bij korfbal stond ik als enige bij de wedstrijdplek, terwijl de rest van het team op de thuisbasis wachtte omdat ze altijd samen rijden. Doordat mijn man en ik best veel werken is ons leven gehaast. Hierdoor komen we vaak net op tijd bij trainingen en wedstrijden, waardoor er altijd wel iemand op z’n horloge wijst en de corrigerende vinger naar ons opsteekt.
Sportopvoeden is geen gemakkelijke taak. Je kinderen belanden in de puberteit en gaan steeds meer in de weerstand. Jij probeert alle ballen van school, sport en werk omhoog te houden.
“We hebben als ouders nooit rust. Alle trainingen bijwonen en altijd vroeg eten is pittig, want we hebben meerdere kinderen en ons werk. Er is met Pasen en met Pinksteren een toernooi. Als gezin kunnen we in de zomer maar één week op vakantie, want ik heb in de bouwvak vrij en in augustus starten de trainingen weer.”
– voetbalmoeder
Geef een reële boodschap aan ouders
Hoewel er prachtige initiatieven zijn voor sportouders en sportplezier, werken ze onvoldoende. Dat komt omdat we ons allemaal niet aangesproken voelen.
- Zo is ‘wees altijd positief’ een irreële vraag, die mij als moeder regelmatig een schuldgevoel geeft. Soms ben je gewoon chagrijnig, ben je druk of zijn je puberende kinderen strontvervelend;
- ‘’Verboden te schreeuwen’ is een boodschap die ouders nu wel weten. Bovendien schreeuwen de meeste ouders niet. Daardoor voelen ouders zich niet aangesproken om hun supportersgedrag te veranderen. Terwijl we misschien wel onbewust druk zetten met kleine opmerkingen, gesprekjes of een blik.
Als sportouders weten we allemaal iemand aan te wijzen ‘die echt heel erg is’. Zo lang we zo negatief over sportouders blijven praten voelt niemand zich persoonlijk aangesproken. Terwijl het wel over ons allemaal gaat.
Ik vroeg mijn kind hoe ik het deed bij wedstrijden: “Ik vind jullie bloedirritant,” zei mijn zoon. Lekker dan, hoezo? “Je filmt en daardoor raak ik afgeleid.” Oké dat is duidelijke informatie voor gedragsverandering. “Wat vind je dan wel fijn,” vroeg ik. “Als je bij de finish staat,” zei hij.
”Toen ik mijn dochter ging aanmelden bij de plaatselijke hockeyclub, werd mij verteld dat ik als ouder vrijwilligerswerk moest gaan doen. Dit vrijwilligerswerk bestond uit het team coachen en wedstrijden fluiten. Ik heb zelf altijd gevoetbald, dus ik heb totaal geen verstand van hockey. Wel heb ik een tegelzettersbedrijf. Ik stelde voor om in plaats van het team te coachen wat algemeen klein onderhoud te doen op het complex. Maar dat mocht niet.”
– hockeyvader
Wanneer we jeugdsport positiever willen krijgen, dan moeten we zorgen dat ouders zich aangesproken voelen. Waardeer je sportouders, spreek ze op niveau aan, investeer in verbinding en laat die pedagogische corrigerende vinger weg.
In het nieuwe sportseizoen komt het boek: ‘Als je maar wint’. Sportouders in Perspectief uit. Hierin krijg je een mooie inkijk in het leven van een sportouder. Het boek staat vol verhalen van sporters, topsporters, ouders en coaches. Je gaat je achter je oren krabbelen: ‘goh, hoe doe ik dat eigenlijk?’
Als we langs de lijn gedrag willen veranderen moeten we dat met z’n allen doen.
Lees hier het boek ‘Als je maar wint’
5 juni 2020 | sportpsychologie
De belangrijkste reden om als Stichting WIN-WIN deel te nemen aan het project ‘Sport in Perspectief’ is om ervoor te zorgen dat kinderen in de leeftijdscategorie 9–16 jaar behouden blijven voor de sport. Dit betekent ook dat talentvolle kinderen doorgaan met sporten, wat bijdraagt aan de doelstelling van de stichting: talenten de kans geven zich optimaal te ontwikkelen.
Sport in Perspectief
Door Sport in Perspectief ontwikkelen kinderen van jongs af aan mentale vaardigheden waar ze de rest van hun (top)sportcarrière van kunnen profiteren. Stichting WIN-WIN gelooft heilig in de meerwaarde van het aanleren van mentale vaardigheden in de topsport. Het helpt kinderen weerbaar te zijn, waardoor ze makkelijker om kunnen gaan met de druk die topsport ook geeft.
Daarnaast ondersteunt Sport in Perspectief (top)sportouders bij de begeleiding van hun kinderen. Voor Stichting WIN-WIN is de doelgroep ouders een hele belangrijke doelgroep vanuit het motto: “Zonder topsportouders geen topsport in Nederland”.
En verder is Sport in Perspectief een mooi voorbeeld als het gaat om samenwerking in de sport. Niet alleen worden pedagogische en psychologische kennis gecombineerd ten behoeve van de sport, het team dat het project uitvoert bestaat uit veel experts vanuit allerlei verschillende vakgebieden.
Mijn belangrijkste bijdrage is het doen van interviews met topsporters, ouders en talenten uit het het netwerk van Stichting WIN-WIN.
-
-
Met Team Flow zochten we uit waar ouders, kinderen en trainers behoefte aan hebben.
-
-
We deden dit bij Flatland Visual Thinking
-
-
Stap voor stap werd duidelijk wat het probleem is en wat de oplossing
Interviews
Wat mij vooral opviel bij het afnemen van de interviews was dat plezier en presteren dichter bij elkaar liggen dan de opdracht vanuit de ‘Nationale Sportinnovatorprijs’ doet vermoeden. In deze opdracht staat letterlijk dat het project moet bijdragen aan ‘de overgang van een prestatiecultuur, waar de nadruk ligt op winnen en resultaat, naar een positieve sportcultuur waar de nadruk ligt op plezier‘.
In de gesprekken met de topsporters, ouders en talenten kwam ik erachter dat de relatie tussen plezier en presteren toch iets genuanceerder ligt. Ik zal hieronder verder toelichten aan de hand van een drietal thema’s: succesbeleving, persoonlijke ontwikkeling en prestatiemaatschappij.
Succesbeleving
Er zijn kinderen waarbij het plezier in sporten juist sterk samenhangt met presteren. Het halen van een resultaat wordt gezien als een vorm van beloning.
“Beloning is belangrijk op jonge leeftijd en draagt 100% bij aan plezier. Dat ze met het Nederlands team naar buitenlandse toernooien gaan en mooie Oranje pakken mogen dragen. Dan zie je de kinderen lachen, want ze zijn trots dat ze geselecteerd zijn.”
– Adonis Kemp (voormalig honkbalinternational en topsportouder)
Daarnaast zie je kinderen die goed presteren onder druk. Zo zijn er kinderen die bij internationale wedstrijden beter presteren dan bij nationale wedstrijden. Of kinderen die graag tegen een sterkere tegenstander spelen en er dan juist nog een schepje bovenop gooien. Een turn-moeder gaf dat heel mooi aan:
“Mijn zoon draait het beste onder druk: dat vindt hij fantastisch. In trainingen lukken bepaalde oefeningen niet, maar in een wedstrijd juist wel. Hij heeft plezier als hij presteert. Als een trainer een doel stelt voor een oefening die gehaald moet worden, dan vindt hij dat geweldig”.
– turn-moeder
Er zijn kinderen die vanuit zichzelf heel gedreven zijn en graag willen winnen. Kinderen die vanuit zichzelf een doel hebben gesteld en dat perse willen bereiken. En die plezier hebben in trainen vanuit een innerlijke drive.
“Elke training was voor mij ook een wedstrijd, want het moest perfect. En als een training niet lekker ging, ging ik net zolang door tot het wel lekker ging. Dat had ik als kind al, ook toen ik ging turnen. Bij mij moesten ze vooral afremmen.”
– Yvonne van Gennip (ex-schaatster)
Bij Sport in Perspectief leren deze talentvolle sporters hoe zij hun gedrevenheid zinvol inzetten, want altijd winnen en nooit fouten maken is onmogelijk. Je wilt dat kinderen die drive voor sport blijven houden.
Persoonlijke ontwikkeling
Prestaties en resultaten kunnen ook bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen. Zo leren ze bijvoorbeeld om te gaan met tegenslagen en door te zetten. Al moet je daarbij natuurlijk ook weer de grens goed bewaken.
“Mijn zoon had voor de zomer zijn duim geblesseerd. Hij moest toen in het gips. Hij wilde in die periode met alle geweld wel naar de training van Jong Oranje. Toen heeft hij met één hand getraind. Hij kreeg alleen maar trappen op zijn gezicht. Hij moest veel huilen, maar is niet gestopt.”
– karatevader
En er zijn kinderen die veel zelfvertrouwen halen uit het feit dat ze op een hoog niveau aan sport doen. Het feit dat ze iets goed kunnen geeft hen een bepaalde vorm van zekerheid.
“Sport heeft mijn zoon door de puberteit heen getrokken. Daar kon hij z’n ei kwijt: die mat was een soort van zijn thuis en bood hem veiligheid”.
– judomoeder
Wanneer je verliest, heb je concrete punten om over na te denken en aan te werken. Wat je moet doen om je doelen wel te bereiken. Een andere judo moeder zei hierover:
“Je leert letterlijk door vallen en opstaan. Dat maakt je een sterker persoon. Als je verliest heb je een leermoment: een directe aanleiding om dingen te veranderen.”
– judomoeder (2)
Prestatiemaatschappij
We leven in een prestatiemaatschappij en sport maakt daar onderdeel van uit. Bij sport wordt gemeten en scores geteld.
“Het is belangrijk dat kinderen leren dat plezier hebben meer is dan alleen lol hebben met vriendjes. Dat ze ook plezier kunnen hebben in het zichzelf ontwikkelen. Daar hoort het stellen van doelen bij. Presteren zit diep geworteld in de maatschappij, in het onderwijssysteem en in het bedrijfsleven”.
– skimoeder
Over de selectieprocedures is nu veel discussie. Maar ook als er geen selectie is, dan blijft er altijd een kind die de beste is en een kind die minder goed is. Ouders, kinderen en trainers weten pecies wie dat zijn.
“Om een talentstatus te hebben, moet er wel gepresteerd worden. We leven allemaal in een prestatiemaatschappij. Waarom zou je daar pas mee beginnen op je 22ste? Dan ga je de arbeidsmarkt op en heb je ineens te maken met regels. Het moeten presteren geeft wel druk. Maar dat is logisch en leer maar met die druk omgaan. Ik vind dat niet zo heel erg.”
– karatevader (2)
Mijn conclusie
“Plezier staat bovenaan als het gaat om een gezonde sportbeleving bij kinderen.”
Dat zeggen ook alle geïnterviewde topsporters, ouders en talenten in koor.
Maar ieder kind is anders. Het gaat om het bewaken van de balans tussen presteren en plezier en dat vraagt om maatwerk. Sport in Perspectief richt zich erop ouders, coaches en de kinderen te leren hoe ze deze balans tussen presteren en plezier kunnen behouden.
Uit de interviews blijkt dat er wel degelijk kinderen zijn die plezier beleven aan presteren in de sport. Een nuance zou hier dus wel op z’n plaats zijn.
De vraag is niet hoe we de nadruk kunnen verleggen van resultaat naar plezier, maar hoe we plezier en resultaat meer hand in hand kunnen laten gaan.
Lees hier meer over de stichting WIN-WIN. Naar de website.
Meer over sportouders
Wil je meer lezen? Hier enkele blogs.
Hoe leuk is het om sportouder te zijn? Sport in Perspectief van start
Sportouders samen met hun kind en de trainer op het veld
16 januari 2020 | Sportouders
Wanneer je ouders bij de training van de kinderen betrekt, ontstaat er verbinding en dat geeft mooie verrassingen op het veld, de mat of de baan. Met de marathon als metafoor, wil ik je laten zien hoe we dit gaan doen.
De marathon: 42 kilometer en 195 meter
“Een fijn pleuris end”, noemen we de marathon in Rotterdam.
Een innovatieproject is net een marathon. Je weet niet wat er allemaal op je pad komt en of je de man met de hamer ontmoet. Maar met het programma Sport in Perspectief zijn we goed voorbereid, hebben we deskundige begeleiding en een boel doorzettingsvermogen.
- Start januari 2020: We gaan na, waar ouders, sporters en trainers blij van worden en wat hen stoort;
- 10 km maart 2020: Bij ‘Flatland Visual Thinking’ komen we definitief van idee naar concept: De Veldtrainingen, Online Trainers Training, Toolkit en Boek voor sportouders worden één geheel. De nulmeting wordt gedaan bij Excelsior, Intime Tennis Academy en PAC Atletiek;
- Halve marathon september 2020: Lancering Sport in Perspectief in het Excelsior Stadion;
- 22 – 38 km Oktober 2020 t/m Februari 2021: Sport in Perspectief in uitvoering bij Excelsior, Intime Tennis Academy en PAC Atletiek;
- 39 KM – Finish maart t/m juni 2021: Eindmeting en publicaties;
- Finishvak: Sport in Perspectief is klaar om verspreid te worden.
De inzet van sportouders is groot. Elke zaterdag rijden duizenden ouders op hun vrije dag, soms al om half acht, met hun kinderen naar een wedstrijd of training. Deze groep is absoluut bereid het beste te doen voor hun kinderen. Dit is de doelgroep waar wij ons op richten.
Sportplezier
Er zijn al veel zinvolle projecten van start gegaan voor sportplezier. De praktijk blijkt moeilijk in regels en adviezen te vatten. Ouders voelen zich onvoldoende aangesproken. Ze weten allang dat ze positief moeten zijn en dat schreeuwen ongewenst is.
Sportplezier komt niet alleen vanuit de ouders. Ook trainers hebben pedagogische en didactische handvatten nodig. En voor kinderen is het handig als ze leren met winst en verlies om te gaan en met de ‘oneerlijkheid’ die sport soms geeft.
Sport in Perspectief draait om de relatie tussen ouders-sporters-trainers, wat betreft: rol, verwachting, communicatie, blik/handelen en het effect dat dit heeft op hun plezierbeleving. Dat is niet nieuw.
De manier waarop we dat gaan doen wel. Het wordt verwerkt als onderdeel van het regulier trainingsprogramma en getraind en geoefend op het veld, de mat of de baan. Door activiteiten passend in de sport, wordt er veel gelachen, maar is er ook ruimte voor adviezen en vragen.
In dit filmpje wil ik je laten een voorbeeld laten zien hoe dit kan (klik aan):
De Toplopers
Dit is het team van Flow Mentale Training die het gaat doen:
De Pacers:
Dit zijn de professionals vanuit topsport, onderwijs en bedrijfsleven die gaan ons ‘hazen’ zodat we kwaliteit kunnen leveren en Sport in Perspectief halverwege 2021 verspreid kan worden richting de clubs, RTC’s, CTO’s, BVO’s, Bonden en NOC*NSF.
De Busisnessrun
Team Flow heeft al veel voorwerk verricht. Zo hebben we topsporters, talenten en hun ouders gevraagd naar ervaringen wat betreft ‘sportplezier en presteren’. Die combinatie blijkt lastig.
“Ik moest alles altijd perfect doen, daarom voelde ik altijd prestatiedruk. Die druk kwam vooral vanuit mijzelf, doordat ik vond dat ik altijd het uiterste moest leveren. Dat is een karaktereigenschap. Er waren geen gradaties in mijn denken. Het was top of flop.
– Yvonne van Gennip
“Mijn ouders moesten vooral afremmen en de druk van de ketel halen. Ik heb wel een fase gehad waarin ik mij afvraag, waarom mijn ouders mij niet wat meer hebben afgeremd in mijn perfectionisme. Het heeft mij ver gebracht, maar psychisch wel veel gekost.”
De Sportouders
Ik heb verzameld waar de sportouders zelf tegenaan lopen. Van hun twijfels, irritaties en zorgen van sportouders heb ik een muurtje gebouwd. Het had ook een muur kunnen zijn.
“Ik vind die andere tennisouders stom en daar zit ik dan de hele dag mee. De kans dat mijn kind de loterij wint, is groter dan dat hij toptennisser wordt, maar ik wil zijn droom niet verpesten.”
– tennismoeder
Doen en ervaren
Door ’te doen’ zorgen we voor verbinding. Effectief en positief met elkaar communiceren gaat makkelijker. Door zelf ’te ervaren’ leren ouders, trainers en sporters vanuit oordeel-vrij perspectief te kijken en te handelen, waardoor presteren en plezier samen gaan.
Sport in Perspectief is gestart
-
-
Er gaat veel op ons afkomen
-
-
Het wordt pittig
-
-
Maar we zijn gretig en durven groot te dromen
10 oktober 2019 | sportpsychologie
Met het winnen van de Nationale Sportinnovator Prijs voor ons project ‘Sport in Perspectief’ kunnen wij dit innovatie-idee ontwikkelen en uitvoeren bij S.B.V. Excelsior, PAC Atletiek en Intime Tennis Academy.
We gaan het testen voor verdere verspreiding bij clubs, bvo’s en talentencentra.
Uit het juryrapport
De jury heeft de relevantie van uw subsidieaanvraag voor het programma en de subsidieoproep beoordeeld.
Het topteam sport heeft dit oordeel overgenomen. Het eindoordeel over de relevantie van uw subsidieaanvraag luidt: zeer relevant. De jury heeft een eindoordeel over de kwaliteit van uw subsidieaanvraag gegeven. Het eindoordeel over de kwaliteit van uw subsidieaanvraag luidt: goed.
Sport ‘in perspectief’ zien
“Ouders moeten leren sportprestaties in perspectief te zien. Winnen of verliezen is bij jonge sporters echt onbelangrijk. Het gaat om ontwikkelen, stapjes zetten en leren.”
– judoka Mark Huizinga.
“Deze leerlijn gaat niet in een rechte lijn, steeds leer je wat anders en word je sterker. Je kunt dit niet afmeten aan medaille,” aldus judoka Mark Huizinga.
In de praktijk blijkt het moeilijk om ‘sport in perspectief’ te blijven zien.
Resultaat domineert
Sport draait om resultaat en levert status op. Er wordt gemeten wie de snelste is, de uitvoering het beste laat zien of het meeste scoort.
Heb je een hoger prestatieniveau, kom je op het podium, krijg je een glimmende beker of medaille en wordt er hard voor je geklapt.
Bij mindere resultaten krijg je een vaantje of helemaal niets.
Er wordt op dit moment stevig gediscussieerd over selectiesystemen, want selecteren op jonge leeftijd kan extra druk veroorzaken.
“Ik ben van mening, dat het belangrijker is de kinderen en hun omgeving te leren omgaan met winst en verlies”
– Daniëlle
Andere obstakels:
Maar er zijn nog meer hindernissen. Ik noem enkele:
Gebrek aan budget: Elke club heeft zijn eigen beleid en nauwelijks budget een passende oplossing te bieden.
Verwachtingen en gedrag sportouders: Relativeren op basis van de (neutrale) wedstrijdsituatie vinden ouders moeilijk. Veel van de problemen bij ouders ontstaan wanneer zij van een oefensituatie (wat wedstrijden bij jonge kinderen nog zijn), een professionele prestatie maken.
Dit gebrek aan kennis en inzicht kan zorgen voor frustratie over beslissingen van een coach of scheidsrechter.
“Sommige ouders gaan een hele discussie aan over een centimetertje meer of minder bij verspringen.”
– atletiekmoeder die vrijwillig jureert
Emoties lopen hoog op: Een belangrijk kenmerk van sporters van de doelgroep 9-12 jaar is prestatiegerichtheid. De emoties die dit oproept bij de kinderen heeft zijn weerslag op de gedachten, gevoelens en het gedrag van de ouders.
Wat doe bijvoorbeeld je als je kind met haar racket gaat gooien of zichzelf uitscheldt op de tennisbaan?
Wanneer mijn zoon voor de zoveelste keer uit z’n pan gaat tijdens een potje tafeltennis, vraagt ons buurmeisje:
‘Wat vind je belangrijker, gezellig spelen of ongezellig winnen?’
Mijn zoon van tien jaar: ‘Ongezellig winnen natuurlijk.’
Het zegt veel over hoe sportende kinderen denken.
Dit is de kern van Sport in Perspectief:
Gedragsverandering gaat pas plaatsvinden wanneer ouders, kinderen en de trainers zich aangesproken voelen en echt de noodzaak zien zelf te veranderen.
Sportouder adviezen werken onvoldoende in de praktijk
Ouders kennen de tips echt wel zoals: Plezier gaat voor presteren, Geen coaching, Moedig alle kinderen aan, Geef zelf het goede voorbeeld.
De ‘praktijk’ blijkt moeilijker in regels te vatten.
(Onbewuste) druk
Ouders leggen (onbewuste) druk door hun aanwezigheid en/of kleine opmerkingen.
Een jonge voetballer zegt: Mijn vader legt enorme druk op mij.
Ik vraag: Wat doet hij dan?
Mijn vader zegt altijd ‘Doe je best’ en als hij dat zegt dan weet ik dat ik het goed moet doen.
Rolverwarring
Het geeft rolverwarring wanneer alleen een ouder mee gaat naar de wedstrijd en geen trainer. Een tennisvader vraagt mij: Wat mag ik dan wel zeggen?
Jonge trainers
De leeftijdsgroep 9-12 jaar heeft vaak jonge trainers. Dit kan de balans verstoren.
Atletiekvader:
Ik heb met mijn zoon de zevenpas geoefend voor balwerpen.
Zijn trainster wil dat niet.
Wat weet zo’n meisje van zestien daar nu van? Ze is nog zo jong, wat weet zij van al die onderdelen?
Naleven van de regels is lastig
Kinderen van deze leeftijd hebben moeite met naleven van de ‘regels’. In plaats daarvan kijken ze dan voortdurend naar de kant, of laten ze verstoord (prestatie)gedrag zien door materiaal te gooien, te schelden of geen initiatief te nemen.
“Voor de wedstrijd adviseer ik mijn zoon rustig te blijven en te doen wat de trainer heeft gezegd. Hij weet ook als ik wegloop, dat het niet is omdat ik boos ben, al ben ik dat soms wel.”
– tennismoeder
Alle ouders willen het beste voor hun eigen kind
Een voorbeeld uit eigen koker: Mijn dochter zat steeds de helft van de wedstrijd aan de kant met korfbal, wat ze onprettig vond. Een aantal teamgenoten speelden altijd de hele wedstrijd.
Dan hadden we net zo goed naar de camping kunnen gaan was mijn gedachte. Het is de D1, denkt de trainer dat hij in de Champions League finale staat of zo …? was mijn ongenuanceerde commentaar.
“De druk kwam vooral bij mijzelf vandaan, omdat ik van mijzelf zoveel moest. Dat is een karaktereigenschap. Elke training was voor mij ook een wedstrijd, want het moest perfect.”
– Yvonne van Gennip (topschaatser)
Samen op het veld, de baan of de mat
‘Sport in Perspectief’ is een pedagogische methodiek die zorgt voor blijvende gedragsverandering, doordat ouders, sporter en de coach op het veld, de mat of de baan getraind worden tijdens de ‘normale’ fysieke training.
Ouders, sporters en de trainer krijgen de kans zich uit te spreken en worden gelijkwaardige partners.
Kijk en handel in perspectief
De ouders krijgen ‘kijk-in-perspectief of doe-in-perspectief opdrachten’.
Bij een kijk-opdracht observeren de ouders de spelsituatie vanuit ‘inzet en spelbeleving’ en dat doen ze vlak in de buurt van hun kinderen.
Bij een doe-opdracht komen ze in actie. Zo moeten ze bijvoorbeeld hun kinderen afleiden. Daarbij zal veel gelachen worden, maar het is ook confronterend. Het effect van aanwezigheid van ouders wordt zichtbaar.
De jonge sporters ontdekken hoe vaak ze naar hun ouders aan de kant kijken en mogen aangeven wat helpt en stoort. De coach en de ouders kunnen vragen stellen en elkaar advies geven. Samen maken ze afspraken.
Klaar voor de start
Er staat een ambitieus en professioneel team klaar Sport in Perspectief te ontwikkelen (januari t/m augustus 2020) en uit te voeren (september 2020 t/m juni 2021).
We gaan dit doen bij SBV Excelsior, PAC Atletiek en Intime Tennis Academy. Er worden mentale trainingen gegeven.
Er komt een online-trainingsprogramma met daarin didactische- en pedagogische vaardigheden voor de coach. Een toolkit voor de sportouders met digitale kaarten waarbij het leerdoel visueel wordt samengevat.
En er komt een boek waarmee ouders leren oordeelvrij te ‘kijken’, ‘luisteren’, ‘vragen’ en ‘handelen’. Met daarin een eerlijk verslag van topsporters, talenten, ouders en coaches.
Dit vernieuwde perspectief zorgt dat de focus meer op ontwikkelen en leren ligt, in plaats van resultaat.
‘Sport in Perspectief’ draagt bij aan een veilig sportklimaat op de club, waarbij presteren en plezier samen gaan.
“Mijn grootste tip aan sportouders is ‘Blijf in de buurt’. De meeste ouders hebben geen idee. Zij gaan ervan uit dat de trainer het weet. Zorg dat je als ouder genoeg op de hoogte bent en vragen kunt stellen.”
– Marjan Olyslager (atletiek)
En: “Zorg dat er ruimte is voor jou en maak dat driehoekje: ouders – sporter – trainer.”
Dankwoord
Tot slot dank ik graag de volgende mensen voor hun trouw en steun:
- Ferry de Haan en Marco van Lochem (S.B.V. Excelsior),
- Martijn Belgraver en Madeleine MacDonald (Intime Tennis Academy) ,
- Martin Blok en Paula Siersma (PAC Atletiek),
- Jan Tromp (Rotterdam Topsport),
- Angela Verkerk (Dordrecht Topsport),
- Marita Verkaik (Rotterdam Sportsupport),
- Brian Godor (Erasmus Universiteit ‘Pedagogische Wetenschappen’),
- Marcel van der Kuil (BBO),
- Bram Bakker (Uitgeverij Lucht),
- Yara Rietdijk (Flatland Visual Thinking),
- Hans van Nieuwpoort (VerdwaalNiet),
- Eveline Folkerts (gz- en sportpsycholoog),
- Hendrik Jan Hoogendoorn (Boer Hendrik),
- Egbert van den Bergh,
- Ewout van Kooten (Van Kooten administratie) en
- het Team van Flow Mentale Training: Lianne den Haan, Hillie Heinsbroek, Robert van Winden (Stichting WIN-WIN en Netwerk Ouders van Sporttalenten), Danny Otto en Tatyana Izelaar.
En mijn gezin: Michel, Juliëtte en Veron!
23 november 2018 | sportpsychologie
Deze leerlijn voor talenten van 12 t/m 17 jaar is toegespitst op de mentale aspecten die een rol spelen bij presteren zoals:
- Omgaan met stress en teleurstelling,
- mentaal herstel en het behoud van zelfvertrouwen,
- concentratie en optimale spanning.
Sportpsychologische theorie vanuit het boek GAS en REM in de sport. Mentaal Sterk Coachen, komt terug in fysieke trainingsvormen waarbij de talenten op hun eigen sportplek ervaren wat ‘presteren onder druk’ is.
De Leerlijn Mentaal Topsport is een mentaal coaching programma voor sporters, dat net als bijvoorbeeld conditietraining een vast onderdeel van de trainingsopbouw is. De inhoud wordt aangepast aan de sport en ontwikkelingsniveau/leeftijd van de talenten.
Concreet betekent dit dat de sportpsycholoog naast de coach staat: op het veld, op de baan of langs het bad. Ze staan letterlijk naast elkaar en vermenigvuldigen zo hun kennis, zodat de talenten in hun eigen trainingstaal- en omgeving hun mentale weerbaarheid trainen. Wanneer ze achttien jaar zijn, is hun lichaam en geest klaar voor topsport op mondiaal niveau.
Als jonge topsporter sta je onder druk
Stel je wilt profvoetballer worden of de nieuwe Daphne, Kiki, Ranomi, Sven of Epke en je komt in een RTC, BVO of selectieteam. Je gaat vaker trainen en wordt uitgenodigd voor trainingsstages, wedstrijden in het buitenland. Je ouders rijden je overal heen en investeren geld en tijd in je sport. Je gaat naar trainingen op Papendal en doet mee met de selectiedagen voor Jong Oranje. Er zijn ranking-systemen die bepalen of je in het team blijft of afvalt. De verwachtingen zijn vaak hoog. Je moet je diploma halen op school en daarvoor plannen en organiseren.
Week in, week uit wordt het uiterste van je gevraagd. De coaches willen inzet zien en dat je ervoor gaat. Je ouders ook. Soms moet je afvallen, gespierder worden, meer bewegen, feller zijn, je vaker laten horen, samenwerken, verder springen. De lijst van eisen is eindeloos. Je moet plezier hebben en vooral je best doen. Sowieso heb jij al een grote drive vanuit jezelf. Van jongs af aan, wil je al winnen met alles en het liefst geen fouten maken. Je wilt je ouders en je coach niet teleurstellen en baalt er zelf ook van als het minder gaat. Falen of mogelijke missers blijven soms door je hoofd spoken.
“In topsport verlies je vaker dan je wint, lees ik in een artikel van oud-topsporters Stefan Groothuis, Minke Booij, Peter Blangé en Esther Vergeer. Dat kan een deuk in je zelfvertrouwen geven …”
Die deuken mogen wij als sportpsychologen repareren. Dat lukt gelukkig vaak. Soms moet ik doorverwijzen naar een collega sportpsycholoog met een klinische achtergrond, omdat de deuk al te diep is. Die deuken zijn in mijn optiek vaak te voorkomen. Wanneer sporters structureel leren hoe zij met ‘de prestatiedruk’ om moeten gaan en zowel de coach als ouders inzicht hebben, welke rol zij hierin spelen.
Sportpsycholoog zichtbaar en benaderbaar
Het aanleren van mentale vaardigheden wordt al breed erkend. Echter de mogelijkheden om hiermee als sportpsycholoog aan de slag te gaan, beperkt zich meestal tot incidentele bezoeken. Met de sportinnovatieprijs hoop ik daar in heel Nederland verandering in te brengen. Wel vanuit de visie van Team NL: De coach staat centraal, want die zorgt voor de vertaalslag op de sportplek. Voor topsporters binnen een High Performance programma van een CTO, BVO of talentenacademie wordt het normaal dat er met regelmaat een sportpsycholoog in trainingskleding aanwezig is, die net als de conditietrainer een vast onderdeel van het begeleidingsteam is.
“Het geeft en positief effect op de lange termijn voor de sporters, coaches en ouders. Frustratie en agressie vermindert, focus en vertrouwen groeit. Dit zie je terug in de medaillespiegel.”
De Leerlijn Mentaal Topsport
Iedere maand staat een ander mentaal thema centraal. De coaches en de ouders worden getraind, zodat zij leren hoe zij door hun pedagogisch handelen het prestatiegedrag van het talent positief beïnvloeden. De inhoud van het mentale trainingsprogramma sluit aan op de ontwikkelingsfases van de sporter:
12-13 jaar Vroege adolescentie (puberteit).
De basis. Wie ben ik?
Trainen omvang en belastbaarheid.
Factoren die van invloed kunnen zijn:
– Overgang van basisonderwijs naar de middelbare school;
– Start van een periode van lichamelijke en hormonale verandering.
Ontwikkelen: Zelfinzicht.
14-15 jaar Midden adolescentie:
Verdieping. Wat beslis ik?
Trainen voor hoog niveau.
Factoren die van invloed kunnen zijn:
– (Dis)balans school, topsport, hobby’s, vriendschappen;
– Lichamelijke en hormonale verandering;
Ontwikkelen: Zelfdiscipline.
16-17 jaar Adolescentie (voor volwassenheid):
Verrijking. Waar wil ik heen?
Trainen om te presteren.
Factoren die van invloed kunnen zijn:
– Schoolexamen;
– Gedragsverandering c.q volwassen worden.
Ontwikkelen: Zelfsturing.
“Het is een plan dat wat betreft opzet en omvang nooit ingezet is. Wel heb ik zelf (een deel van) de inhoud uitgevoerd bij S.V.B. Excelsior, Intime Tennis Academy en de Karate Bond.”
Zij bieden de kans om de kwaliteit van de inhoud te verfijnen en te verbeteren.
Inhoud:
Aan het begin van de maand wordt één keer de mentale training verwerkt in de fysieke training, waarbij de coach en de sportpsycholoog de training samen geven. De coach krijgt een samenvatting met: Het doel, de theorie, de didactische opbouw en oefenvormen. In een kort overleg wordt afgestemd wat de belangrijkste mentale punten zijn van de training en worden ideeën gedeeld om de mentale vaardigheden fysiek inzichtelijk te maken. Dit kan bijvoorbeeld door: resultaatgerichte oefeningen, groepsdruk of samenwerkingsopdrachten. De rest van de maand houdt de coach het mentale thema als rode draad voor zijn eigen trainingen. De talenten krijgen zo de kans de mentale vaardigheden te oefenen en in te slijpen.
De op het eerste gezicht eenvoudige fysieke oefenvormen worden doelmatig ingezet voor het aanleren van mentale vaardigheden. Er is gedurende het seizoen een opbouw met:
- Diagnostiek: Mentale screening;
- Interventie: Toepassing mentale vaardigheden;
- Evaluatie: Terugkoppeling en bijsturen.
De nationale Sportinnovator Prijs 2018: Mind your fitness
Er zijn negenendertig innovatieve ideeën ingediend. 4 december 2018 wordt de uitslag bekend gemaakt.
Het innovatie idee: De Leerlijn Mentaal Topsport word gesteund door:
- Rotterdam Topsport
- Dordrecht Topsport
- Nederlandse Volleybal Bond
- Regionaal Talenten Centrum Volleybal
- Karate Bond
- LOOT-school Thorbecke Voortgezet Onderwijs
- Stichting Betaald Voetbal Excelsior
- Intime Tennis Academy
- Hockeyvereniging Leonidas
- Geoffrey Berens Coaching
Nu de jury van de Nationale Sportinnovator Prijs 2018 nog …!