Thuistips voor voetbalouders

Thuistips voor voetbalouders

Bemoei je er niet mee, je doet het helemaal verkeerd zijn teksten van mijn dochter.

Ik weet het allang zegt mijn zoon.

De staartdelingen, zoals wij ze deden bestaan niet meer. Ons thuis is veranderd in kantoortuin, school en fitnessruimte, maar dan allemaal door elkaar. Mijn man staat zijn studenten les te geven, terwijl ik met een zeiler Skype en mijn dochter Engels krijgt. Er is een computer te weinig, maar onze zoon weet de oplossing, want hij kan Fortnighten op zijn Nintendo …

Hoe is dat als je voetbalouder bent?

Een voetballer in huis

Voetballers die thuiszitten en niets meer in teamverband kunnen doen. ‘Daar word je wel een beetje gek van’, is een veel gehoorde kreet. Clubs zijn nu afhankelijk van het zelfsturend vermogen van de spelers en het bijsturen van jullie als ouders. Hierbij ga je de verschillen zien wie die verantwoordelijkheid aan kan en wie niet. Dan gaat het over discipline wat betreft het fysieke/mentale trainingsprogramma, voeding en rust.

“Wat wel grappig is, dat het nu niets uitmaakt of je Ronaldo, Messi of Piet Voetbal bent. Je zit allemaal thuis en moet individueel trainen.”

De voetballer

Wanneer je op hoog niveau speelt, dan is jouw hele leven, jaar in jaar uit afgestemd op voetbal. Je traint altijd in teamverband. Door het verplicht thuis te zitten vallen er een hoop dingen weg:

  • De competitie ligt stil, je kunt voetbalpassie niet meer uitvoeren;
  • Er zijn geen trainingen en wedstrijden meer;
  • Je mist het contact met teamgenoten;
  • De doelgerichte, gestructureerde en actieve leefstijl is verdwenen;
  • Je zit ineens in je huis met je gezin, die allemaal hun aandacht vragen;
  • Mentale kick van de strijd met anderen is weg;
  • Je identiteit als voetballer loopt gevaar: wie ben je nog meer behalve voetballer?

Ouder(s)

Maar als ook voetbalouders komt er een hoop op je af. Ergens is het wel fijn even rust te hebben en je niet te hoeven haasten richting de training. Tegelijkertijd vraag jij je ’s avonds af waarom je zo moe bent. Het voortdurend switchen van aandacht tussen: werk, kinderen, partner, zorgen over geld of de toekomst, berichten op tv en sociale media kosten jouw brein enorm veel energie. Je moet voortdurend schakelen.

Bijvoorbeeld: Je voert een gesprek voor je werk. Ondertussen loopt de computer vast van je zoon en hij roept jou, wat zorgt voor een verstoring van je aandacht. Jij moet die weer opnieuw richten, tot de volgende verstoring zich aandient.

De omstandigheden waarin je nu met je gezin zit verschilt. Prins Ronaldo zit in een kast van een huis, waarbij alle trainingsmogelijkheden kunnen worden ingevlogen en hij genoeg ruimte heeft de rust voor zichzelf te pakken. Ook hij gaat er achter komen, dat hij net als iedereen ‘mens’ is. Wij moeten het allemaal met minder doen en sommigen met heel veel minder.

We steken allemaal anders in elkaar. Daarom als je tips wilt toepassen is stap 1: Ga na wat voor jouw kind en jullie gezin werkt.

Wat doet jouw kind?

Spelers verschillen onderling, dat zie je ook op het veld. Er zijn voetballers die altijd hard werken en nu zelf op zoek gaan naar trainingsmogelijkheden op straat of thuis. Zij pakken hun rust, wat hun lijf  goed doet en zoeken nieuwe manieren van actie. Spelers die minder sterk in hun vel zitten en waarbij hun structuur wegvalt, kunnen doorslaan in twijfel: ‘Ben ik wel goed genoeg?’, ‘Kom ik op mijn oude niveau?’, ‘Op sociale media zie ik andere spelers allemaal fantastische dingen doen’.

“Laat je niks wijs maken, door al die mooie hooghoud-filmpjes op sociale media en kijk er minder vaak naar. Hoe spelers zich ‘echt voelen’ zie je niet.”

Doordat het onduidelijk is hoe lang de voetbalstop duurt, vallen gerichte doelen weg. Spelers hebben ruimte voor langer in hun bed, meer eten, gamen (bevrediging op de korte termijn). Als ouders is het soms ook lastig hierin bij te sturen.

Een grote groep spelers moet achter hun gat aangezeten worden, terwijl ze het ook bloed-irritant vinden, wanneer hun ouders dat doen. Het is een zoektocht naar begeleiden en loslaten.

Begeleiden en loslaten

Juist in deze tijd hebben de voetballers jullie heel hard nodig. Je moet je eigen rol hierin helder houden. Je blijft ‘vader of moeder’, je bent geen leerkracht of trainer. Dat betekent dat je belangrijk bent voor het vertrouwen en liefde die je jouw kind geeft. Dit doe je door: Er te zijn, je kind ruimte te bieden zijn eigen weg te zoeken en te prijzen als dat lukt. Het is een tijd waarin je ook dingen samen kan doen, als: tafeltennissen, kaarten, jeu de boules, mens erger je niet, rennen, hooghouden.

Je kind ervaart dat hij meer is dan alleen een voetballer, wat heel belangrijk is voor zijn verdere ontwikkeling in sport, school en werk.

Als ouders help je met structuur en stuur je bij als dat nodig is. Voor het ene gezin zal dat betekenen dat er duidelijke schema’s op de koelkast hangen, met de geplande activiteiten van die dag. Eerlijk gezegd heb ik daar weinig mee, maar als het voor jou wel werkt zeker doen. Je kunt ook structuur geven door jouw voorspelbaarheid van handelen:

  • Doordeweeks zelf op tijd op te staan en met elkaar ontbijten, waardoor je kinderen het verschil ervaren tussen maandag t/m vrijdag en het weekend;
  • Vraag na: Wat ga je allemaal doen vandaag? / Wat moet je voor school doen? / Wat staat er voor sport op het programma? / Kan ik je ergens mee helpen?
  • Leg uit dat als er geen leraar is, jij toch dagelijks even moet weten wat er gedaan is. Wanneer je af en toe een koppie thee brengt zie je ook wat er gebeurt;
  • Tijdsduur gamen/sociale media. Ik heb mijn kinderen uitgelegd wat het met je brein doet als je ’s avonds van die schietspellen gaat doen en een maximaal tijd met games. Onze kinderen maken er zeker gebruik van, als wij werken. Ze gaan eigenlijk steeds over die tijd heen heen. Maar ik kan ze door deze afspraak wel aanspreken en ze makkelijker laten stoppen: “Houd je zelf de tijd in de gaten” of “Stoppen nu”;
  • Tijd en plek voor jezelf opeisen. Dit is misschien wel de grootste challenge. Als jij twee uur gericht kunt werken, zul jij je verbazen hoeveel je kunt doen;
  • Zonder de problematiek op de schouders van je kind te dumpen, kan je best uitleggen wat ’thuiszitten’ met jou doet. Zodat je kind ook hoort hoe hij met jou rekening kan houden.

“Geen schuldgevoel als het effe minder loopt. Kijk wat je in de nieuwe dag hierop kan aanpassen.”

Topsport

Als voetballer is het een leerzame periode. Dat is iets wat je met je kind kan bespreken. Stel je bent een succesvolle profvoetballer en je scheurt je kruisband…..Ook dan zit je een paar maanden thuis. Die spelers die hier goed mee omgaan, vergroten de kans weer terug te keren op het oude niveau. Dat zijn de echte topsporters.

Nu zitten we allemaal thuis. Vraag je kind:

  • ‘Hoe ga jij het verschil maken, met al die jongens die ook zo graag profvoetballer willen worden’. Wat kan je nu thuis doen? Hoe ga je zorgen dat jij je hieraan houdt?
  • Wat kan je straks op het veld doen?

Stimuleer je kind mee te doen met de opdrachten die ze krijgen van de trainers. Buiten de inhoud, zorgt dit er ook voor dat je kind verbinding houdt met het team, waardoor het straks veel makkelijker is terug te keren.
Het opnemen van bijvoorbeeld een filmpje, kan voor sommige heel a-relaxed zijn. Leg je kind uit dat het geen meting is tussen spelers, het hoeft geen hoogstandje te zijn, laat gewoon zien wat je doet. Het draait om verbinding, dat je samen met je team bezig bent.

Inkoppen

Als je kind het leuk vindt mentaal te blijven trainen kan dat met: Inkoppen: Online Brein Training.

Pak af en toe een oefening. Best lachen als je het samen doet. Leg de verantwoordelijkheid bij je kind (hij moet het toch zelf doen). Leg het verschil uit van nu een paar maanden weinig doen of paar maanden actief bezig zijn.

Zoek een voetballer op die hij goed vindt. Hoe pakt deze voetballer het nu aan?

De lichamen van die jongens kunnen heel veel en hun brein kan zich aanpassen. Dus als zij fysiek en mentaal door blijven trainen, dan kan deze nieuwe trainingsimpuls ook gunstig uitwerken.

Meer over mentaal trainen

 

Hoe leuk is het om sportouder te zijn? Sport in Perspectief van start

Zaterdagmorgen. Leve de sportouders.

Hoe leuk is het om sportouder te zijn? Sport in Perspectief van start

Hoe leuk is het om sportouder te zijn? Sport in Perspectief van start

Wanneer je ouders bij de training van de kinderen betrekt, ontstaat er verbinding en dat geeft mooie verrassingen op het veld, de mat of de baan. Met de marathon als metafoor, wil ik je laten zien hoe we dit gaan doen.

De marathon: 42 kilometer en 195 meter

“Een fijn pleuris end”, noemen we de marathon in Rotterdam.

Een innovatieproject is net een marathon. Je weet niet wat er allemaal op je pad komt en of je de man met de hamer ontmoet. Maar met het programma Sport in Perspectief zijn we goed voorbereid, hebben we deskundige begeleiding en een boel doorzettingsvermogen.

  • Start januari 2020: We gaan na, waar ouders, sporters en trainers blij van worden en wat hen stoort;
  • 10 km maart 2020: Bij ‘Flatland Visual Thinking’ komen we definitief van idee naar concept: De Veldtrainingen, Online Trainers Training, Toolkit en Boek voor sportouders worden één geheel. De nulmeting wordt gedaan bij Excelsior, Intime Tennis Academy en PAC Atletiek;
  • Halve marathon september 2020: Lancering Sport in Perspectief in het Excelsior Stadion;
  • 22 – 38 km Oktober 2020 t/m Februari 2021: Sport in Perspectief in uitvoering bij Excelsior, Intime Tennis Academy en PAC Atletiek;
  • 39 KM – Finish maart t/m juni 2021: Eindmeting en publicaties;
  • Finishvak: Sport in Perspectief is klaar om verspreid te worden.
De inzet van sportouders is groot. Elke zaterdag rijden duizenden ouders op hun vrije dag, soms al om half acht, met hun kinderen naar een wedstrijd of training. Deze groep is absoluut bereid het beste te doen voor hun kinderen. Dit is de doelgroep waar wij ons op richten.

Sportplezier

Er zijn al veel zinvolle projecten van start gegaan voor sportplezier. De praktijk blijkt moeilijk in regels en adviezen te vatten. Ouders voelen zich onvoldoende aangesproken. Ze weten allang dat ze positief moeten zijn en dat schreeuwen ongewenst is.

Sportplezier komt niet alleen vanuit de ouders. Ook trainers hebben pedagogische en didactische handvatten nodig. En voor kinderen is het handig als ze leren met winst en verlies om te gaan en met de ‘oneerlijkheid’ die sport soms geeft.

Sport in Perspectief draait om de relatie tussen ouders-sporters-trainers, wat betreft: rol, verwachting, communicatie, blik/handelen en het effect dat dit heeft op hun plezierbeleving. Dat is niet nieuw.

De manier waarop we dat gaan doen wel. Het wordt verwerkt als onderdeel van het regulier trainingsprogramma en getraind en geoefend op het veld, de mat of de baan. Door activiteiten passend in de sport, wordt er veel gelachen, maar is er ook ruimte voor adviezen en vragen.

In dit filmpje wil ik je laten een voorbeeld laten zien hoe dit kan (klik aan):

De Toplopers

Dit is het team van Flow Mentale Training die het gaat doen:

De Pacers:

Dit zijn de professionals vanuit topsport, onderwijs en bedrijfsleven die gaan ons ‘hazen’ zodat we kwaliteit kunnen leveren en Sport in Perspectief halverwege  2021 verspreid kan worden richting de clubs, RTC’s, CTO’s, BVO’s, Bonden en NOC*NSF.

De Busisnessrun

Team Flow heeft al veel voorwerk verricht. Zo hebben we topsporters, talenten en hun ouders gevraagd naar ervaringen wat betreft ‘sportplezier en presteren’. Die combinatie blijkt lastig.

 “Ik moest alles altijd perfect doen, daarom voelde ik altijd prestatiedruk. Die druk kwam vooral vanuit mijzelf, doordat ik vond dat ik altijd het uiterste moest leveren. Dat is een karaktereigenschap. Er waren geen gradaties in mijn denken. Het was top of flop.
– Yvonne van Gennip

“Mijn ouders moesten vooral afremmen en de druk van de ketel halen. Ik heb wel een fase gehad waarin ik mij afvraag, waarom mijn ouders mij niet wat meer hebben afgeremd in mijn perfectionisme. Het heeft mij ver gebracht, maar psychisch wel veel gekost.”

De Sportouders

Ik heb verzameld waar de sportouders zelf tegenaan lopen. Van hun twijfels, irritaties en zorgen van sportouders heb ik een muurtje gebouwd. Het had ook een muur kunnen zijn.

 “Ik vind die andere tennisouders stom en daar zit ik dan de hele dag mee. De kans dat mijn kind de loterij wint, is groter dan dat hij toptennisser wordt, maar ik wil zijn droom niet verpesten.”
– tennismoeder

Doen en ervaren

Door ’te doen’ zorgen we voor verbinding. Effectief en positief met elkaar communiceren gaat makkelijker. Door zelf ’te ervaren’ leren ouders, trainers en sporters vanuit oordeel-vrij perspectief te kijken en te handelen, waardoor presteren en plezier samen gaan.

 

Sport in Perspectief is gestart

 

 

 

Hoe mijn ouders mij steunen in mijn passie voor karate

Hoe mijn ouders mij steunen in mijn passie voor karate

Ik ben een topsporter en beoefen al tien jaar karate. Karate is een vechtsport en vooral gericht op zelfverdediging. Het bestaat uit drie disciplines kata, kumite en khion.

Khion is het uitvoeren van basistechnieken waardoor je de basis beter leert beheersen.

Kata is een reeks verschillende technieken waarmee de karateka een gevecht uitbeeldt tegen denkbeeldige tegenstanders en de technieken krachtig, explosief en met uitstraling uitvoerd.

Kumite is het uitvoeren van technieken zoals trappen, stoten en vegen tegen een andere tegenstander in de vorm van een spargevecht. Dit is de discipline waar ik in gespecialiseerd ben. 

Passie voor karate

De reden waarom ik karate ben gaan beoefenen heeft voornamelijk te maken met de wil van mijn ouders om mezelf te leren verdedigen. Op de basisschool werd ik erg gepest en heb ik veel vervelende situaties meegemaakt. Mijn ouders stelden voor dat ik op een vechtsport ging en dus kozen we samen voor karate.

Ik vond het leuk nieuwe technieken te leren en voelde mij comfortabel in de groep. Doordat de tijd op de basisschool voor mij vaak erg onprettig was, was ik onwijs enthousiast om twee keer in de week naar de training te gaan. Ik was vooral leergierig en nieuwsgierig. De plezier die ik  had in sport zorgde dat ik de verschillende kata’s en technieken waaronder voornamelijk de trappen snel beheerste.

Mijn trainer Patrick van Daalen (op de foto samen met Virgil Fisser) was onder de indruk en zei dat ik talent had. Hij vroeg vervolgens of ik karate wilde voortzetten bij zijn sportclub Unity99 in Zevenkamp. Op deze manier is mijn liefde en passie voor karate ontstaan en ben ik onwijs gegroeid door de jaren heen.

“Na drie jaar basiskarate te hebben beoefend zette ik voort als wedstrijdkarateka en won mijn eerste Nederlandse titel. Ik werd Nederlands Kampioen met een achterwaartse draaitrap die voor mij nog altijd kippenvel oproept.” 

Ik was nooit heel gemotiveerd voor school en ik denk dat karate voor mij altijd een ontsnappingsplek was van alles wat voor mij onprettig was. Ik merkte dat ik me al snel ontwikkelde en op internationale toernooien ook prijzen begon te winnen. Vanaf 2014 trainde ik mee met de Nederlandse Selectie en in 2015 vocht ik mijn eerste WK. Mijn ouders merkte dat ik hier veel plezier uit haalde en steunden mij om voort te zetten. 

Mijn ouders

Mijn ouders spelen een grote rol in mijn karatecarrière. Zij maken het beoefenen van karate op hoog niveau mogelijk voor mij. Zonder de steun van mijn ouders had ik nooit zoveel landen bezocht en mijn ervaringen daar opgedaan. Ik kan me nog herinneren dat mijn vader samen met mij bijna elke avond trainde. Hij hielp mij met lenigheidsoefeningen, liet mij mijn trappen en stoten op hem oefenen, bestelde dvd’s met allemaal verschillende kata’s en keek hoe ik deze dagelijks uitvoerde en perfectioniseerde.

Op jongere leeftijd gingen beiden ouders altijd mee naar mijn wedstrijden en moedigde mij aan. Wanneer ik won waren ze onwijs blij voor me en wanneer ik verloor waren ze er voor me en gaven aan dat het oké was om te verliezen omdat ik hierdoor zou groeien. Ook waren er momenten wanneer ik het niet eens was met hun feedback of opmerking en hier fel op kon reageren.

Toch hebben mijn ouders hebben mij altijd geleerd om bescheiden te blijven en open met verlies om te gaan. Tot op de dag van vandaag vind ik deze twee eigenschappen erg belangrijk. 

Later kregen we thuis meer huisdieren erbij waardoor mijn moeder minder vaak mee kon naar wedstrijden en voornamelijk mijn vader meeging. Tenzij ik naar mijn Franse club Sarcelles ging en daar bij een teamgenoot verbleef of met het Nederlands team naar een kwalificatietoernooi of een EK/WK heen reisde.

Senior

Sinds 2018 draai ik mee met de senioren waardoor ik veel meer buitenlandse toernooien in mijn agenda heb staan. Zelf train en studeer ik full-time, waardoor ik geen tijd heb om ernaast nog te werken. Mijn uitrusting wordt gesponsord door Nihonsport en ik krijg maandelijks een bedrag binnen van mijn studiefinanciering en Rotterdam topsport waardoor ik een aantal kosten zelf kan betalen.

Verder werken mijn ouders heel hard om al mijn trainingen, kampen, buitelandse toernooien en de daarbij behorende reiskosten te betalen. We hebben het een aantal keer moeilijk gehad waardoor ik mij vaak schuldig voelde tegenover mijn ouders. Ze hebben het altijd mogelijk gemaakt voor mij om aan de belangrijkste toernooien deel te nemen.

Toen we voor het eerst met moeilijkheden te maken kregen presteerde ik minder goed door de druk die ik voelde. Ik was bang om te verliezen of fouten te maken omdat mijn ouders zoveel geld hebben betaald voor de reis en deelname.

Ze hebben toen aangegeven dat ik die gedachte moest vergeten omdat ze daadwerkelijk in me geloven en mij graag willen laten meedraaien op het hoogste niveau. Ze gaven aan dat zolang het allemaal mogelijk is ze er graag hard voor werken en wanneer ik een mooie prestatie lever ze alleen maar trots zijn. 

Onbewust veranderde deze situatie de betrokkenheid van mijn ouders. Doordat zij het erg druk hadden werd ik veel meer losgelaten waardoor ik zelfstandiger moest geworden. Ik ging vaker alleen of met teamgenoten naar trainen en wedstrijden.

 

Wedstrijdbeleving

“Wat betreft mijn wedstrijdbeleving geeft het mij een vertrouwd gevoel wanneer ik weet dat mijn ouders erbij zijn. Door hun voel ik me sterker en zelfverzekerder. Toch heb ik ook met irritaties te maken, meer bij mijn vader dan mijn moeder. Ik denk dat dit komt doordat mijn vader op een andere, directere manier betrokken is dan mijn moeder.

Momenten van irritaties ontstaan wanneer ik met hem aan het trainen ben en hij of de strikingpets niet goed vasthoudt of mij een oefening laat doen waar ik me niet comfortabel bij voel. Maar ook bij wedstrijden, en vooral na de wedstrijd indien ik minder goed presteerde of verloor zei mijn vader dit direct of was hij juist stil en zei helemaal niks waardoor ik begreep dat hij niet blij was met mijn prestatie.

De reden dat ik geïrriteerd raakte kwam dan doordat mijn ouders direct hun mening gaven in plaats van eerst aan mij te vragen hoe ik me voelde en waardoor het kwam dat ik minder goed presteerde. 

Ik vind de rol die mijn ouders in mijn sportcarrière spelen erg belangrijk. Ondanks dat ik steeds ouder, zelfstandiger en dus meer losgelaten wordt, heb ik nog altijd behoefte aan hun vertrouwen en support. Tijdens de warming-up denk ik aan ze. Op dat moment denk ik waarvoor ik het doe, hoe hard ik ervoor heb getraind en dat mijn ouders achter mij staan en in mij geloven. Automatisch voel ik me sterker.

“Wanneer mijn ouders mee gaan, kijk ik voor de wedstrijd nog naar boven, de tribune in. Dan kijk ik mama aan die op dat moment haar ogen serieus en fel laat stralen, haar vuist laat zien en in het Russisch zegt: “Davai! Silno i Bistro! – Kom op! Hard en snel!” Dan knik ik en maak ik me klaar voor mijn partij.”

Naast de vele irritaties die vooral komen door miscommunicatie of emoties en vaak niet zo bedoeld worden, zoals gezegd, ervaar ik veel meer gelukkige gevoelens dan ongelukkige.

Ik denk dat ouders altijd het beste voor hun kind willen en daar kunnen ze soms fouten in maken. Voor mij is het van belang dat er duidelijk met het kind gecommuniceerd wordt en begrip wordt getoond.

Ik heb vaak meegemaakt dat een teamgenoot geen plezier meer ervaart in de sport en vervolgens stopt omdat de druk of verwachtingen te hoog liggen die vanuit de ouders komen.

Ik denk het pushen van je kind voor een daling en verslechtering van zijn/haar prestatie kan zorgen. Zolang het kind plezier heeft in de sport en een positieve support en betrokkenheid van zijn/haar ouders ervaart dat diegene zich beter doet ontwikkelen en betere prestaties zal leveren.

 

‘Sport in Perspectief’ zorgt voor gedragsverandering van sportouders

‘Sport in Perspectief’ zorgt voor gedragsverandering van sportouders

Hoe vergroten we het sportplezier van de jeugd tot en met twaalf jaar op hun sportvereniging? Dat is het thema van de subsidieoproep ‘Nationale Sportinnovator Prijs 2019 – Van prestatie naar plezier’.

“Ouders moeten leren sportprestaties in perspectief te zien. Winnen of verliezen is bij jonge sporters echt onbelangrijk. Het gaat om ontwikkelen, stapjes zetten en leren. Deze leerlijn is geen rechte lijn, steeds leer je wat anders en word je sterker. Je kunt dit niet afmeten aan medaille.”
– judoka Mark Huizinga

Flow Mentale Training deed samen met de Erasmus Universiteit een kleinschalig onderzoek. Daaruit blijkt dat de wens om de nadruk te leggen op ‘ontwikkelen en plezier hebben’, makkelijker gezegd dan gedaan is.

Clubs willen ander gedrag van sportouders zien. Ouders kunnen zich op hun beurt storen aan de club, coaches en gedrag van andere ouders. Zichtbaar werd dat de jonge sporters risico lopen in hun plezierbeleving door angst om te falen, onvoldoende zelfvertrouwen en hoge verwachtingen.

Sport in perspectief

We hebben hier een oplossing voor bedacht, de pedagogische methodiek Sport in Perspectief. De methodiek richt zich op sportouders, maar ook op de trainer en de sporter. Zij worden zich bewust van hun eigen gedrag op en rond de sportplek.

Ouders-sporter-coach gaan effectiever communiceren en elkaar versterken. Ouders leren op het veld, de baan of de mat waarom het zin heeft hun kind los te laten of bij te sturen. Zij zijn de veilige haven bij winst en verlies.

We willen dit doen bij:

  • Stichting Betaald Voetbal Excelsior
  • Intime Tennis Academy
  • PAC Atletiek.

Er wordt een onafhankelijk onderzoek gedaan, zodat er een advies komt voor verdere verspreiding bij andere verenigingen en talentencentra.

  • De club krijgt een doelgerichte trainingsmethodiek voor een veilige sportcultuur, waarbij de nadruk op plezier en ontwikkelen ligt;
  • Ouders leren met oordeelvrije blik te kijken naar sportprestaties;
  • Stress, frustratie en agressie op en rond het veld nemen af;
  • Er is minder uitval op latere leeftijd;
  • Meer kinderen willen sporten;
  • Ouders willen in de sport van hun kind investeren.

Team Flow & partners

Er staat een ijzersterk consortium klaar dit te ontwikkelen (januari t/m augustus 2020), uit te voeren (september 2020 t/m juni 2021) en te verspreiden. 1 t/m 5 is het team van Flow Mentale Training.

  • Directeur/eigenaar Drs Daniëlle van der Klein-Driesen: 
    SPORTPSYCHOLOOG VSPN®|docent sportpsychologie VSPN|Orthopedagoog|Docent Basisonderwijs. Dagelijkse leiding; Eindverantwoordelijk. Schrijver van het werkboek, ontwikkelen/uitvoeren methodiek;
  • Projectleider Lianne den Haan MSc:
    SPORTPSYCHOLOOG VSPN® (sept 2019)|Arbeid- Organisatiepsycholoog Improvemental Sportpsychologie. Behalen van projectdoelstellingen door het plannen en evalueren van activiteiten (actielijsten/probleemoplossing/ financiële planning), ontwikkelen/uitvoeren methodiek;
  • Hillie Heinsbroek MSc: SPORTPSYCHOLOOG VSPN® in opleiding|Bewegingswetenschapper|Docent Lichamelijke Opvoeding.Ontwikkelen didactische werkvormen;
  • Robert van Winden MSc: Stichting WIN-WIN en Netwerk Ouders van Sporttalenten |Bedrijfskundige |Adviseur Zorg en samenleving. Samenwerking stimuleren, interviews, adviseur, publiciteit;
  • Danny Otto – Student Pedagogische Wetenschappen Erasmus Universiteit. Relevante wetenschappelijke literatuur vertalen naar de praktijk/ontwikkeling/interviews;
  • Marcel van der Kuil MSc: CEO BBO Consulting Netherlands B.V. Bringing data to life. Adviseur Research & Datascience;
  • Dr. Brian P. Godor. Erasmus Universiteit – Department of Psychology, Education and Childstudies. Assistant Professor, Feyenoord-Erasmus Project Leader, Honour’s Program Coordinator;
  • Dr. Bram Bakker: Uitgeverij Lucht. Redigeren (Maarten Corbot) en uitgeven boek;
  • Yara Rietdijk MSc. Flatland Visual Thinking|Sportpsycholoog. Visualisatie van het project;
  • Drs. Hans van Nieuwpoort: Webdesigner – Verdwaalniet. Digitale strategie ontwerpen /bouwen /beheer /onderhoud;
  • Jan Tromp. Rotterdam Topsport. Projectleider Topsport-verenigingen en Talentencentra CTO Metropool.Adviseur, ondersteuning, onder de aandacht brengen bij Regionale Talenten Centra CTO Metropool;
  • Marita Verkaik. Rotterdam Sportsupport. Manager veilige sportverenigingen met sterke jeugdafdelingen. Verspreiding sportverenigingen Rotterdam via sociale media kanalen/nieuwsbrief;
  • Angela Verkerk. Dordrecht Topsport/Dordt Sport. Sportstrateeg. Verspreiding sportverenigingen regio Dordrecht via sociale media kanalen/nieuwsbrief;
  • Nick Veenbrink. NMC Bright. Volgen ontwikkeling en verspreiden bij Bonden/NOC*NSF na juni 2021;
  • SBV Excelsior – Ferry de Haan, Directeur; Uitvoering Sport in Perspectief;
  • PAC Atletiek – Martin Blok, Voorzitter. Uitvoering Sport in Perspectief;
  • Intime Tennis Academy – Martijn Belgraver, Directeur. Uitvoering Sport in Perspectief.
De uitslag is begin oktober. Spannend! We houden je op de hoogte.

 

Tennisouder, je zal het maar zijn

Tennisouder, je zal het maar zijn

Je noemt dit een externe attributie. De sporter legt de oorzaak buiten zichzelf en in dit geval is ‘heel veilig’ haar moeder de pineut. De functie hiervan is, dat dit prettiger is voor je eigen zelfbeeld. Het ligt dan niet aan jou.

Het is een voorbeeld dat ik kreeg van de mentale training voor ouders bij de Intime Tennis Academy.

We bespraken: Waar loop je als tennisouders tegenaan? Wat kunnen de tennissers zelf leren? Wat doe je als ouders thuis en bij trainingen en wedstrijden?

Kijken naar je kind

“Stel je voor. Je gaat morgen naar je werk en op drie meter afstand zit jouw vader of moeder naar je te kijken hoe je het doet. Ze zeggen niets, ze kijken alleen maar. In de auto terug geven ze nog een kleine aanwijzing… Had je niet …”

Bij tennis kun je van heel dichtbij uren naar de prestaties van je eigen kind kijken. Bij wedstrijden, maar ook met (privé)trainingen. Je wordt daardoor als ouder, een expert in het analyseren van het prestatiegedrag van je kind. Je ziet precies: ‘Hij let op, ze gaat lekker, ze zakt in, hij is gefrustreerd, onnodige fout of prachtige actie.’

Bij teamsporten zoals voetbal of hockey kijk je ook naar de prestaties van je kind, maar de lading wordt verdeelt met de andere spelers, wat echt anders is.

Juist als je er zo dicht op zit krijg je veel van de emoties van je kind mee. Daarom is het zinvol om soms wat afstand te nemen. Ga bijvoorbeeld zelf lekker hardlopen tijdens de trainingen of doe even de boodschappen en kijk alleen de laatste tien minuten, dan heb je toch de sfeer geproefd.

Loskomen van je ouders

“Dan trekt mijn vader zijn wenkbrauwen op,” vertelt een vijftienjarige tennisster.

Rond elf, twaalf jaar maken kinderen zich meer los van hun ouders. Er ontstaat meer zelfstandigheid. In topsport zie je dat dit proces anders kan verlopen, omdat kinderen soms meer tijd met met één of beide ouders doorbrengen, in de auto en bij toernooien. Anderen wonen een gedeelte van de week buitenshuis in een gastgezin, waardoor ze juist weer minder tijd met hun ouders doorbrengen.

Wanneer je je kind veel ziet is dat prachtig, maar moet je ook zorgen dat je je kind af en toe los laat. Als je kind meerdere dagen afwezig is, vraagt dat ook wat van je als opvoeder. Je geeft meer sturing op afstand. Blijf goed navragen hoe het gaat. Accepteer dat je af en toe de lading van de week over je heen krijgt. Dat is omdat je als ouders de meest veilige plek bent, waar ze echt zichzelf durven te zijn.

Eten en rust

Bij het ouder worden, zal je kind zich meer afzetten. Dat is heel gezond, maar ook ingewikkeld, bijvoorbeeld als het om voeding en rust gaat. Dus wanneer je als vader of moeder zegt: “Neem een banaan mee,” dan zegt hij: “Dat maak ik zelf wel uit.” Het gaat hierbij niet om die banaan, maar gewoon dat hij het anders wil, dan dat jij dat wil.

Leg daarom op een keer op een rustig moment (niet vlak voor vertrek) uit wat de voordelen zijn van goed eten en slapen en wat de invloed is op presteren. Ze mogen ook een keer op hun ‘bek’ gaan bij een wedstrijd en het verschil ervaren van te weinig eten of drinken. Dan maak je de tennisser zelf verantwoordelijk en haal je het bij jezelf weg.

Gas en Rem

In de puberteit gebeurt er van alles in het brein, waarbij emoties en onzekerheden soms de boventoon voeren. Bij belangrijke toernooien worden mentale belemmeringen zichtbaar. “WAAROM BEN IK GEBOREN,” riep een jonge speler tijdens het NJK. “NEEEE”, “SLECHT” het zijn zomaar wat kreten. Ik vroeg een trainer wat hij tegen zichzelf zei, als het niet liep: “STEEK JEZELF IN DE FIK,” zei hij. Tennis heeft een hoog drama-gehalte. Je ziet het GAS en de REM terug:

De gassers: roepen harde kreten, slaan meerdere ballen achter elkaar achter de achterlijn, tikken met hun racket, weten niet meer wat te doen (strategieloos).


De remmers knokken ‘onzichtbaar’ vooral in hun hoofd. Je ziet dit doordat hun spel lijkt stil te vallen, alsof iemand de batterijen eruit haalt. Dit kan ook ineens in de laatste set zijn. Ze denken te veel na. Doordat de energie vooral naar de hersenen gaat, is er minder over voor het lijf. Het tempo is eruit.

Voor ouders soms onbegrijpelijk om naar te kijken. Je kunt wel wat doen:

Bij de gassers:

  • Blijf zelf rustig, door: Op tijd te vertrekken, je eigen zenuwen onder controle te houden. Na de wedstrijd even te wachten, zodat je kind zijn eigen emoties kan verwerken.;
  • Blijf neutraal, bijvoorbeeld over de tegenstander. Dus je moet tegen…. ,zonder dat je daarbij aangeeft ‘Het wordt een makkie, ‘Dat is die met die rare vader’, of ‘Zij speelt altijd vals’;
  • Bespreek op een rustig moment welk (prestatie)gedrag je verwacht. Een racket op de grond rammen lucht heel kort op, maar kost geld en je gaat er op de lange termijn slechter van spelen.

Bij de remmers:

  • Geef zeker vooraf zo min mogelijk aanwijzingen en tips, want daarvan schieten ze in de ‘denkstand’;
  • Achteraf vinden de meeste remmers het wel fijn om over de wedstrijd te praten. Probeer de focus te krijgen naar de goede momenten en wat hij toen deed;
  • Een beetje humor helpt om uit de analysestand te komen en te relativeren.

De kracht van gassers is dat ze doorknokken. Power en pit is nodig voor optimaal presteren. De kracht van de remmer is juist het analytisch vermogen en planmatig kunnen denken. Ik heb gemerkt dat ze vaak ook goed kunnen visualiseren. Dus het ‘gewenste’ plaatje voor zich zien en dat daarna uitvoeren.

Verwachting van pa en ma

“Zij hoeft niet te winnen, zolang ze maar haar best maar doet.” De focus van winst wordt dan verlegd naar inzet. Of naar gedrag “Als hij maar rustig blijft.” Die inzet en dat rustig blijven, wordt dan zo’n ding die steeds meer aandacht krijgt. Terwijl je wilt meer focus op het ‘genieten van de strijd’.

Vader en moeder verschillen ook wel. Vaak zie ik, dat één van de twee ‘heel fanatiek en winst gericht’ is en de ander wat meer met ‘de voeten op de grond, het moet wel leuk blijven’. Dat zorgt voor evenwicht, maar het is maar net wie er mee is, welke boodschap je kind meekrijgt.

Effect van het roepen
Ga er maar vanuit dat alles wat je roept effect heeft. Dus bij 4-3 “Come on” roepen kan stimuleren, maar ook afleiden, omdat je kind vaak zelf weet welke punten belangrijk zijn. Wanneer jij ‘gewoon kijkt,’ zal je kind minder naar de kant kijken voor bevestiging (want dat leidt af). Als ik ouders spreek weten ze vaak heel de wedstrijd uit hun hoofd. Al die informatie mag je voor jezelf houden. Benoem waar het goed ging, want dat gedrag wil je vaker zien.

Blijf positief en neutraal:

  • Stel open vragen: “En……” “Wat vond je zelf?”;
  • Houd je eigen emotie in, bijvoorbeeld of de bal in of uit is;
  • Liever ook niet hardop met andere ouders het niveau van de wedstrijdleiding bespreken (“Die gast kan er niets van.”) Je wilt dat je kind doorgaat, moet je het zelf ook doen.
  • Bespreek op een rustige middag met je kind zijn of haar ervaringen. Wat gaat goed, wat vind hij nog lastig, wat voelt hij daarbij? Vraag na hoe je daarin kan steunen. Benoem ook wat jezelf verwacht, wat betreft het uiten van emotie. Wat is je grens?
  • Bij jongere spelers kun je samen ademhaling oefenen. Helpt voor jezelf om rustig te blijven en je kind ook.
  • Stimuleer zelfstandigheid, laat ze zelf hun tas inpakken en als het mogelijk is zelf naar de tennisbaan fietsen;
  • Dikke duim bij winst en verlies.

Perfecte plaatje

Moet het allemaal perfect als ouders? Gelukkig niet. Het is trial en error. En als je meerdere kinderen hebt weet je al, wat bij de één werkt, is voor de ander totaal anders.

Dat je er bent voor je kind is het allerbelangrijkste. Ze waarderen je, al zullen ze dat zeker niet altijd laten merken. Zo ben je samen een sterk team!

Gas en Rem in de sport - Mentaal sterk coachen

‘GAS en REM in de sport. Mentaal sterk coachen’ is geschreven voor coaches, sporters, ouders, scheidsrechters en begeleiders in de (top)sport.

Het boek gaat over de invloed van emoties (GAS) en gedachten (REM) op prestatiegedrag. Hoe haal je het beste uit jezelf? Hoe stuur je bij met jouw coachgedrag?

Lees hier meer over GAS en REM in de sport. Mentaal sterk coachen.

 

Voetbalouder, je zal het maar zijn

Voetbalouder, je zal het maar zijn

Ook als je niets zegt weet hij allang wat je ervan vindt.

Ik weet dat je beter kan, zeg jij…

Het is een voorbeeld, dat ik kreeg bij de mentale training voor ouders bij Excelsior. Je voetballende kind ondersteunen is in de praktijk best lastig. Wat zeg je wel, wat kun je beter laten? We komen tot de conclusie, dat de trainer de coaching doet.

Maar waar gaat het dan wel over: thuis, in de auto en langs lijn? En welke mentale vaardigheden kan de speler bij de club trainen, zodat hij mentaal sterker in zijn voetbalschoenen staat en je als ouders niet alle frustratie over heen krijgt.

Dat is waar deze avond over gaat:

GAS en REM-methode

Wanneer sporters naar de middelbare school gaan veranderd er veel. De omgeving wordt anders, meer eisen door toetsen en verplichte opdrachten, meer sociale druk. Ook in de sport gaat de druk omhoog. Waar je eerst de beste van cluppie was, moet jij je nu bewijzen tussen andere spelers die misschien nog wel veel beter zijn.

Je speelruimte wordt groter. Van regionaal, ga je naar nationaal en internationaal. Wanneer je in het team wil blijven, wordt er bij een BVO fysiek, technisch, tactisch en mentaal veel van je verwacht. Ondertussen schieten de hormonen door je lijf en er gebeurd van alles in jouw brein, want je bent in de puberteit. Dit zorgt voor onrust, soms boos gedrag en voor extra onzekerheid (“Doe ik het wel goed genoeg?”).

Het puberbrein


Bij pubers lijkt het rationele brein (REM), de voorkant van je hersenen, minder goed te werken. Dat komt doordat je hersenen zich van achter naar voor ontwikkelen en je REM dus als laatste aan de beurt is. Je REM zorgt ervoor dat je weloverwogen keuzes maakt, consequenties van je beslissingen overziet en kan plannen en organiseren.

Als jij je als ouder afvraagt waarom je nog steeds met een bidon of voetbalschoenen achter zijn veertienjarige gat moet zitten, dan is dat dus verklaarbaar.

Bij sommige pubers (bijv perfectionisten) maakt de REM juist overuren, waarbij ze veel piekeren en twijfelen. De lat ligt heel hoog.

Het emotionele brein (GAS) kan overgevoelig reageren doordat de REM minder goed werkt. Als je een beetje fel in elkaar steekt zorgt dat ervoor dat je overgevoelig wordt voor commentaar van je coach, de scheidsrechter uitscheld, veel te hard de actie ingaat of thuis tegen je ouders te keer gaat.

Wanneer je GAS en REM in balans is, ben je op je best. Je speelt met lef en eist de bal op, maar handelt ook strategisch slim, waarbij je vanuit de spelsituatie de beste actie kiest. Dit is trainbaar individueel en op teamniveau.

Mentale leerlijn voor voetballers

Dat we de teams <12, <13 en <14 jaar bij Excelsior mentaal willen trainen is omdat de spelers juist in deze periode makkelijker nieuwe vaardigheden leren, omdat het brein nog zo ontwikkeling is. Wil je dat later als profspeler nog doen, dan zal dit veel meer moeite kosten.

De mentale leerlijn voor voetballers biedt per leeftijdsgroep verschillende mentale thema’s aan. Hierbij wordt sportpsychologische theorie verwerkt in de fysieke training op het voetbalveld. De spelers gaan aan de slag met de mentale vaardigheden:

zelfvertrouwen, doelen stellen, aandacht en concentratie, gedachte- en emotiecontrole, optimale spanning, visualiseren, mentaal plan, communicatie en teamspirit.

Samen met de trainers bieden we werkvormen aan waarbij we de druk op het veld sociaal of emotioneel opvoeren. We gaan na: Hoe presteer jij onder druk? Wat doet dit met jouw concentratie? Hoe speel jij op je best en hoe haal je als team alles uit de wedstrijd?

Doel is dat de spelers mentale vaardigheden leren toepassen bij trainingen en wedstrijden. Wanneer ze deze vaardigheden vaker aangeboden krijgen, trainen ze zowel hun emotionele- als rationele brein, zodat ze hier zelf meer invloed op hebben. Ze kunnen dan bijvoorbeeld: coaching van de trainer omzetten in handelen, herpakken na een fout, rustig blijven bij de beslissende momenten en taakgericht spelen ongeacht de belangrijkheid van de wedstrijd.

Pedagogisch sterk coachen

Bij voetbalouders gaat het vaak over ouders die zich misdragen langs de lijn. Ik vind dat jammer. Ik zie dat ouders heel veel tijd en energie in hun voetballende kind steken, helemaal wanneer ze worden toegelaten tot een BVO. Brengen, halen, wachten, meetings bijwonen en uren kijken langs de lijn, ga er maar aan staan. Daarnaast werk je hard, want wanneer je kinderen op hoog niveau sporten lopen de kosten op. Je hebt het er voor over. Zolang je kind maar gelukkig is en plezier heeft. Alleen dat plezier is op die leeftijd vaak gekoppeld aan resultaat.

Vandaag namen we het oudergedrag onder de loep en deelden we ervaringen. Goede ouders twijfelen is mijn mening. Dat wil zeggen dat je fouten maakt, maar dat je steeds weer nagaat hoe je het beter kan doen.

In gesprek met je kind
We spraken over ‘Hang jezelf op’. Waarbij je op een gegeven moment klem komt te zitten in wat je allemaal zegt tegen je kind voor of na de wedstrijd:

 

“Waarom blijf je niet gewoon rustig, je hebt er toch niks aan als je boos wordt”
“Jullie hadden best kunnen winnen, had je niet …”
“Wat als je……had gedaan?”

Vraag jezelf steeds weer af welk effect alles wat je zegt heeft. Je kinderen zeggen het ook letterlijk tegen je. Bespreek het samen op een rustig moment. Ga na wat je kind prettig vindt, maar geef ook jouw grens aan, want het is ook jouw tijd.

Juichen op Facebook
‘Oordeelvrij’ kijken en neutraal commentaar leveren moet je leren, uit ervaring weet ik dat dit lastig is. Dit doe je door:

  • Het stellen van open vragen als: “Heb je een prettige wedstrijd gehad?” “Hoe vond je het?” Of gewoon “Veel plezier vooraf”, “Hard gewerkt/lekker gedaan/jammer” achteraf;
    Accepteer zelf verlies;
  • Maak winst niet te groot, door bijvoorbeeld dit luid op Facebook en de groepsapp te vieren, want wat doe je dan na een mindere wedstrijd?
  • Laat je kind even met rust na afloop, zodat hij zelf zijn emoties kan verwerken;
  • Houd je gedachten over de scheidsrechter of het wel of niet opstellen door de trainer voor jezelf. Het delen met je kind levert alleen maar afleiding en stress op;
  • Wanneer je weet dat jouw kind snel piekert (te veel REM) wees kort en positief voor de wedstrijd zonder inhoudelijke tips, want je zet alleen maar aan tot meer twijfel;
  • Straal zelf rust uit, wanneer je kind snel te veel GAS geeft;
  • Maak van spanning iets positief maakt. Dit betekent dat je lichaam zich gereed maakt om te presteren.
Rijdt, voedt, betaal, zorg voor voldoende rust en veiligheid, geef een schouderklopje bij winst en verlies. Dat je er bent voor je kind is het allerbelangrijkste. Ze waarderen je, al zullen ze dat zeker niet altijd laten merken. Zo ben je samen een sterk team!

Gas en Rem in de sport - Mentaal sterk coachen

‘GAS en REM in de sport. Mentaal sterk coachen’ is geschreven voor coaches, sporters, ouders, scheidsrechters en begeleiders in de (top)sport.

Het boek gaat over de invloed van emoties (GAS) en gedachten (REM) op prestatiegedrag. Hoe haal je het beste uit jezelf? Hoe stuur je bij met jouw coachgedrag?

Lees hier meer over GAS en REM in de sport. Mentaal sterk coachen.