Zo leer je jonge tennissers omgaan met wedstrijdspanning

Zo leer je jonge tennissers omgaan met wedstrijdspanning

De Leerlijn Mentaal Tennis Tennis vraagt veel van de mentale beheersing van deze nog jonge spelers. De spelers moeten lang wachten voordat zij aan de beurt zijn. Een wedstrijd kan wel twee uur of langer duren, wat veel van hun concentratie vraagt. De spelers moeten zich bij iedere bal gereed maken en de vorige bal afsluiten.

Dat is heel lastig, want deze slimme spelers weten precies of ze de bal goed gespeeld hebben of niet en ook hoe ze deze eigenlijk hadden moeten spelen. Er zitten veel rustmomenten in het spel, waarbij ze tijd hebben hierover na te denken en zich te frustreren.

Bij de Leerlijn Mentaal Tennis leren de kinderen stap voor stap zichzelf kennen met al hun bijzonderheden op de baan.

Te veel GAS: Als je stampvoet na een fout , vloekt, je racket gooit of hard roept: Waarom? …

Of juist te veel REM: als je volledig stilvalt …

Het is een teken dat je ‘graag wilt winnen’ en ‘fouten irritant’ vindt. Laten dat nu juist kenmerken zijn van goede sporters.

Rijp voor de psychiater?

Teveel frustratie werkt vaak averechts op het spel. Het leidt af van de taak (ballen binnen de lijnen slaan) en met veel drama laat je tegenstander direct in je kaarten kijken. Het stilvallen, daar heeft de speler vooral zelf last van, maar het stoort ook ouders of de trainer die helemaal naar de wedstrijd zijn gereden. Waar is de vechtlust gebleven, zie je ze denken?

Die kinderen vechten wel, maar dan heel hard in hun hoofd. Er komt een extra tegenstander bij en dat zijn zij zelf tegen hun eigen gedachten: Stom, dom, onnodig…. Jonge tennissers kunnen heel hard zijn voor zichzelf

“Ik vroeg één van de trainers, wat dacht jij dan vroeger als je meerdere ‘onnodige’ fouten maakte? ‘Steek jezelf in de fik,’ antwoordt hij.”

In het dagelijks leven zouden dit soort gedachten je een enkeltje psychiater bezorgen, maar in de sport gebeurt dit met regelmaat. Ik vind het mooi als een sporter zo bloedgraag wil winnen. Als de speler zijn felheid zinvol inzet, dan heeft de tegenstander een probleem.

Mentale Training op de baan

Het prettige van deze leerlijn is, dat ik als sportpsycholoog de kans krijg de kinderen te leren kennen doordat ik één keer maand in de ‘gewone’ tennistraining op de baan sta. Ik start iedere training door uit te leggen welke mentale vaardigheid we gaan doen en waarom het belangrijk is om deze vaardigheid te trainen.

Bijvoorbeeld motivatie, zelfvertrouwen, concentratie en aandacht, of optimale spanning. We doen een korte actieve werkvorm die ik zelf verzonnen heb als warming up of die van de trainer komt. Het doel is warm worden fysiek, maar ook mentaal de hersens laten kraken.

Een speler vraagt bij een klap-spring-zwaai spel:
Waarom doen we dit? Dat doe je toch ook niet bij een wedstrijd?
Dat is een goede vraag zegt de trainer.
Maar toen het net niet lukte stopte je. Gebeurt je dat ook wel eens bij een wedstrijd?
Wat zou je kunnen doen om het wel te laten lukken.

 

Plezier

We hebben veel lol met de uitvoering van de training. We zetten van alles in gang om de spelers de frustreren, af te leiden. Zodra je een wedstrijdelement toevoegt en het resultaat belangrijk laat zijn, dan gaan de spelers er vol voor. Ze willen scoren en winnen. Ze krijgen tennisvormen die voor hen bekend zijn, maar richten zich op de mentale aspecten van tennis.

De tennissers leren hun rust te pakken en tussen de punten door de ademen. Ze leren taakgerichtheid door kort (maximaal drie woorden) te benoemen wat het plan is.

Ze leren schakelen tussen de bal: inspelen, spreiden, hard slaan, snel nemen en hoe maak je de keuze?

Soms werkt een oefening die we verzonnen hebben heel goed en soms voor geen meter. Het mooie is, als de spelers het saai vinden, zie je gelijk wie doorzet en wie er dan met hun pet naar gooien. Er zit geen goed of fout aan.

Sommige kinderen staan altijd strak om te presteren, het moet perfect. Die wil je juist leren, het soms ook een beetje los te laten. Dat helpt bij de plezierbeleving, maar ook voor een betere uitvoering.

Anderen mogen kleine oefeningen wel wat serieuzer nemen. Ze spreken uit: Ik wil toptennisser worden. Zij krijgen de vraag: Wat zouden Federer of Kiki doen bij deze oefening?

Gaan deze tennissers alle wedstrijden winnen? Zeker niet. Ook zullen zij af en toe zichzelf nog tegenkomen. De spelers hebben een eerste stap gemaakt oplossingen te zoeken. Ze hebben geleerd dat zij de moeite waard zijn, hoe ze ook in elkaar steken. Zodat ze met vertrouwen de baan opstappen.

 

Sportpsycholoog in trainingspak samen met de coach op het veld

Sportpsycholoog in trainingspak samen met de coach op het veld

Deze leerlijn voor talenten van 12 t/m 17 jaar is toegespitst op de mentale aspecten die een rol spelen bij presteren zoals:

  • Omgaan met stress en teleurstelling,
  • mentaal herstel en het behoud van zelfvertrouwen,
  • concentratie en optimale spanning.

Sportpsychologische theorie vanuit het boek GAS en REM in de sport. Mentaal Sterk Coachen, komt terug in fysieke trainingsvormen waarbij de talenten op hun eigen sportplek ervaren wat ‘presteren onder druk’ is.

De Leerlijn Mentaal Topsport is een mentaal coaching programma voor sporters, dat net als bijvoorbeeld conditietraining een vast onderdeel van de trainingsopbouw is. De inhoud wordt aangepast aan de sport en ontwikkelingsniveau/leeftijd van de talenten.

Concreet betekent dit dat de sportpsycholoog naast de coach staat: op het veld, op de baan of langs het bad. Ze staan letterlijk naast elkaar en vermenigvuldigen zo hun kennis, zodat de talenten in hun eigen trainingstaal- en omgeving hun mentale weerbaarheid trainen. Wanneer ze achttien jaar zijn, is hun lichaam en geest klaar voor topsport op mondiaal niveau.

Als jonge topsporter sta je onder druk

Stel je wilt profvoetballer worden of de nieuwe Daphne, Kiki, Ranomi, Sven of Epke en je komt in een RTC, BVO of selectieteam. Je gaat vaker trainen en wordt uitgenodigd voor trainingsstages, wedstrijden in het buitenland. Je ouders rijden je overal heen en investeren geld en tijd in je sport. Je gaat naar trainingen op Papendal en doet mee met de selectiedagen voor Jong Oranje. Er zijn ranking-systemen die bepalen of je in het team blijft of afvalt. De verwachtingen zijn vaak hoog. Je moet je diploma halen op school en daarvoor plannen en organiseren.

Week in, week uit wordt het uiterste van je gevraagd. De coaches willen inzet zien en dat je ervoor gaat. Je ouders ook. Soms moet je afvallen, gespierder worden, meer bewegen, feller zijn, je vaker laten horen, samenwerken, verder springen. De lijst van eisen is eindeloos. Je moet plezier hebben en vooral je best doen. Sowieso heb jij al een grote drive vanuit jezelf. Van jongs af aan, wil je al winnen met alles en het liefst geen fouten maken. Je wilt je ouders en je coach niet teleurstellen en baalt er zelf ook van als het minder gaat. Falen of mogelijke missers blijven soms door je hoofd spoken.

“In topsport verlies je vaker dan je wint, lees ik in een artikel van oud-topsporters Stefan Groothuis, Minke Booij, Peter Blangé en Esther Vergeer. Dat kan een deuk in je zelfvertrouwen geven …”

Die deuken mogen wij als sportpsychologen repareren. Dat lukt gelukkig vaak. Soms moet ik doorverwijzen naar een collega sportpsycholoog met een klinische achtergrond, omdat de deuk al te diep is. Die deuken zijn in mijn optiek vaak te voorkomen. Wanneer sporters structureel leren hoe zij met ‘de prestatiedruk’ om moeten gaan en zowel de coach als ouders inzicht hebben, welke rol zij hierin spelen.

Sportpsycholoog zichtbaar en benaderbaar
Het aanleren van mentale vaardigheden wordt al breed erkend. Echter de mogelijkheden om hiermee als sportpsycholoog aan de slag te gaan, beperkt zich meestal tot incidentele bezoeken. Met de sportinnovatieprijs hoop ik daar in heel Nederland verandering in te brengen. Wel vanuit de visie van Team NL: De coach staat centraal, want die zorgt voor de vertaalslag op de sportplek. Voor topsporters binnen een High Performance programma van een CTO, BVO of talentenacademie wordt het normaal dat er met regelmaat een sportpsycholoog in trainingskleding aanwezig is, die net als de conditietrainer een vast onderdeel van het begeleidingsteam is.

“Het geeft en positief effect op de lange termijn voor de sporters, coaches en ouders. Frustratie en agressie vermindert, focus en vertrouwen groeit. Dit zie je terug in de medaillespiegel.”

De Leerlijn Mentaal Topsport

Iedere maand staat een ander mentaal thema centraal. De coaches en de ouders worden getraind, zodat zij leren hoe zij door hun pedagogisch handelen het prestatiegedrag van het talent positief beïnvloeden. De inhoud van het mentale trainingsprogramma sluit aan op de ontwikkelingsfases van de sporter:

12-13 jaar Vroege adolescentie (puberteit).

De basis. Wie ben ik?

Trainen omvang en belastbaarheid.

Factoren die van invloed kunnen zijn:
– Overgang van basisonderwijs naar de middelbare school;
– Start van een periode van lichamelijke en hormonale verandering.

Ontwikkelen: Zelfinzicht.

14-15 jaar Midden adolescentie:

Verdieping. Wat beslis ik?

Trainen voor hoog niveau.

Factoren die van invloed kunnen zijn:
– (Dis)balans school, topsport, hobby’s, vriendschappen;
– Lichamelijke en hormonale verandering;

Ontwikkelen: Zelfdiscipline.

16-17 jaar Adolescentie (voor volwassenheid):

Verrijking. Waar wil ik heen?

Trainen om te presteren.

Factoren die van invloed kunnen zijn:
– Schoolexamen;
– Gedragsverandering c.q volwassen worden.

Ontwikkelen: Zelfsturing.

Flow Mentale Training Danielle van der Klein-Driesen

“Het is een plan dat wat betreft opzet en omvang nooit ingezet is. Wel heb ik zelf (een deel van) de inhoud uitgevoerd bij S.V.B. Excelsior, Intime Tennis Academy en de Karate Bond.”

Zij bieden de kans om de kwaliteit van de inhoud te verfijnen en te verbeteren.

Inhoud:

Aan het begin van de maand wordt één keer de mentale training verwerkt in de fysieke training, waarbij de coach en de sportpsycholoog de training samen geven. De coach krijgt een samenvatting met: Het doel, de theorie, de didactische opbouw en oefenvormen. In een kort overleg wordt afgestemd wat de belangrijkste mentale punten zijn van de training en worden ideeën gedeeld om de mentale vaardigheden fysiek inzichtelijk te maken. Dit kan bijvoorbeeld door: resultaatgerichte oefeningen, groepsdruk of samenwerkingsopdrachten. De rest van de maand houdt de coach het mentale thema als rode draad voor zijn eigen trainingen. De talenten krijgen zo de kans de mentale vaardigheden te oefenen en in te slijpen.

De op het eerste gezicht eenvoudige fysieke oefenvormen worden doelmatig ingezet voor het aanleren van mentale vaardigheden. Er is gedurende het seizoen een opbouw met:

  1. Diagnostiek: Mentale screening;
  2. Interventie: Toepassing mentale vaardigheden;
  3. Evaluatie: Terugkoppeling en bijsturen.

De nationale Sportinnovator Prijs 2018: Mind your fitness

Er zijn negenendertig innovatieve ideeën ingediend. 4 december 2018 wordt de uitslag bekend gemaakt.

Het innovatie idee: De Leerlijn Mentaal Topsport word gesteund door:

  • Rotterdam Topsport
  • Dordrecht Topsport
  • Nederlandse Volleybal Bond
  • Regionaal Talenten Centrum Volleybal
  • Karate Bond
  • LOOT-school Thorbecke Voortgezet Onderwijs
  • Stichting Betaald Voetbal Excelsior
  • Intime Tennis Academy
  • Hockeyvereniging Leonidas
  • Geoffrey Berens Coaching

 

Nu de jury van de Nationale Sportinnovator Prijs 2018 nog …!

Tennisouder, je zal het maar zijn

Tennisouder, je zal het maar zijn

Je noemt dit een externe attributie. De sporter legt de oorzaak buiten zichzelf en in dit geval is ‘heel veilig’ haar moeder de pineut. De functie hiervan is, dat dit prettiger is voor je eigen zelfbeeld. Het ligt dan niet aan jou.

Het is een voorbeeld dat ik kreeg van de mentale training voor ouders bij de Intime Tennis Academy.

We bespraken: Waar loop je als tennisouders tegenaan? Wat kunnen de tennissers zelf leren? Wat doe je als ouders thuis en bij trainingen en wedstrijden?

Kijken naar je kind

“Stel je voor. Je gaat morgen naar je werk en op drie meter afstand zit jouw vader of moeder naar je te kijken hoe je het doet. Ze zeggen niets, ze kijken alleen maar. In de auto terug geven ze nog een kleine aanwijzing… Had je niet …”

Bij tennis kun je van heel dichtbij uren naar de prestaties van je eigen kind kijken. Bij wedstrijden, maar ook met (privé)trainingen. Je wordt daardoor als ouder, een expert in het analyseren van het prestatiegedrag van je kind. Je ziet precies: ‘Hij let op, ze gaat lekker, ze zakt in, hij is gefrustreerd, onnodige fout of prachtige actie.’

Bij teamsporten zoals voetbal of hockey kijk je ook naar de prestaties van je kind, maar de lading wordt verdeelt met de andere spelers, wat echt anders is.

Juist als je er zo dicht op zit krijg je veel van de emoties van je kind mee. Daarom is het zinvol om soms wat afstand te nemen. Ga bijvoorbeeld zelf lekker hardlopen tijdens de trainingen of doe even de boodschappen en kijk alleen de laatste tien minuten, dan heb je toch de sfeer geproefd.

Loskomen van je ouders

“Dan trekt mijn vader zijn wenkbrauwen op,” vertelt een vijftienjarige tennisster.

Rond elf, twaalf jaar maken kinderen zich meer los van hun ouders. Er ontstaat meer zelfstandigheid. In topsport zie je dat dit proces anders kan verlopen, omdat kinderen soms meer tijd met met één of beide ouders doorbrengen, in de auto en bij toernooien. Anderen wonen een gedeelte van de week buitenshuis in een gastgezin, waardoor ze juist weer minder tijd met hun ouders doorbrengen.

Wanneer je je kind veel ziet is dat prachtig, maar moet je ook zorgen dat je je kind af en toe los laat. Als je kind meerdere dagen afwezig is, vraagt dat ook wat van je als opvoeder. Je geeft meer sturing op afstand. Blijf goed navragen hoe het gaat. Accepteer dat je af en toe de lading van de week over je heen krijgt. Dat is omdat je als ouders de meest veilige plek bent, waar ze echt zichzelf durven te zijn.

Eten en rust

Bij het ouder worden, zal je kind zich meer afzetten. Dat is heel gezond, maar ook ingewikkeld, bijvoorbeeld als het om voeding en rust gaat. Dus wanneer je als vader of moeder zegt: “Neem een banaan mee,” dan zegt hij: “Dat maak ik zelf wel uit.” Het gaat hierbij niet om die banaan, maar gewoon dat hij het anders wil, dan dat jij dat wil.

Leg daarom op een keer op een rustig moment (niet vlak voor vertrek) uit wat de voordelen zijn van goed eten en slapen en wat de invloed is op presteren. Ze mogen ook een keer op hun ‘bek’ gaan bij een wedstrijd en het verschil ervaren van te weinig eten of drinken. Dan maak je de tennisser zelf verantwoordelijk en haal je het bij jezelf weg.

Gas en Rem

In de puberteit gebeurt er van alles in het brein, waarbij emoties en onzekerheden soms de boventoon voeren. Bij belangrijke toernooien worden mentale belemmeringen zichtbaar. “WAAROM BEN IK GEBOREN,” riep een jonge speler tijdens het NJK. “NEEEE”, “SLECHT” het zijn zomaar wat kreten. Ik vroeg een trainer wat hij tegen zichzelf zei, als het niet liep: “STEEK JEZELF IN DE FIK,” zei hij. Tennis heeft een hoog drama-gehalte. Je ziet het GAS en de REM terug:

De gassers: roepen harde kreten, slaan meerdere ballen achter elkaar achter de achterlijn, tikken met hun racket, weten niet meer wat te doen (strategieloos).


De remmers knokken ‘onzichtbaar’ vooral in hun hoofd. Je ziet dit doordat hun spel lijkt stil te vallen, alsof iemand de batterijen eruit haalt. Dit kan ook ineens in de laatste set zijn. Ze denken te veel na. Doordat de energie vooral naar de hersenen gaat, is er minder over voor het lijf. Het tempo is eruit.

Voor ouders soms onbegrijpelijk om naar te kijken. Je kunt wel wat doen:

Bij de gassers:

  • Blijf zelf rustig, door: Op tijd te vertrekken, je eigen zenuwen onder controle te houden. Na de wedstrijd even te wachten, zodat je kind zijn eigen emoties kan verwerken.;
  • Blijf neutraal, bijvoorbeeld over de tegenstander. Dus je moet tegen…. ,zonder dat je daarbij aangeeft ‘Het wordt een makkie, ‘Dat is die met die rare vader’, of ‘Zij speelt altijd vals’;
  • Bespreek op een rustig moment welk (prestatie)gedrag je verwacht. Een racket op de grond rammen lucht heel kort op, maar kost geld en je gaat er op de lange termijn slechter van spelen.

Bij de remmers:

  • Geef zeker vooraf zo min mogelijk aanwijzingen en tips, want daarvan schieten ze in de ‘denkstand’;
  • Achteraf vinden de meeste remmers het wel fijn om over de wedstrijd te praten. Probeer de focus te krijgen naar de goede momenten en wat hij toen deed;
  • Een beetje humor helpt om uit de analysestand te komen en te relativeren.

De kracht van gassers is dat ze doorknokken. Power en pit is nodig voor optimaal presteren. De kracht van de remmer is juist het analytisch vermogen en planmatig kunnen denken. Ik heb gemerkt dat ze vaak ook goed kunnen visualiseren. Dus het ‘gewenste’ plaatje voor zich zien en dat daarna uitvoeren.

Verwachting van pa en ma

“Zij hoeft niet te winnen, zolang ze maar haar best maar doet.” De focus van winst wordt dan verlegd naar inzet. Of naar gedrag “Als hij maar rustig blijft.” Die inzet en dat rustig blijven, wordt dan zo’n ding die steeds meer aandacht krijgt. Terwijl je wilt meer focus op het ‘genieten van de strijd’.

Vader en moeder verschillen ook wel. Vaak zie ik, dat één van de twee ‘heel fanatiek en winst gericht’ is en de ander wat meer met ‘de voeten op de grond, het moet wel leuk blijven’. Dat zorgt voor evenwicht, maar het is maar net wie er mee is, welke boodschap je kind meekrijgt.

Effect van het roepen
Ga er maar vanuit dat alles wat je roept effect heeft. Dus bij 4-3 “Come on” roepen kan stimuleren, maar ook afleiden, omdat je kind vaak zelf weet welke punten belangrijk zijn. Wanneer jij ‘gewoon kijkt,’ zal je kind minder naar de kant kijken voor bevestiging (want dat leidt af). Als ik ouders spreek weten ze vaak heel de wedstrijd uit hun hoofd. Al die informatie mag je voor jezelf houden. Benoem waar het goed ging, want dat gedrag wil je vaker zien.

Blijf positief en neutraal:

  • Stel open vragen: “En……” “Wat vond je zelf?”;
  • Houd je eigen emotie in, bijvoorbeeld of de bal in of uit is;
  • Liever ook niet hardop met andere ouders het niveau van de wedstrijdleiding bespreken (“Die gast kan er niets van.”) Je wilt dat je kind doorgaat, moet je het zelf ook doen.
  • Bespreek op een rustige middag met je kind zijn of haar ervaringen. Wat gaat goed, wat vind hij nog lastig, wat voelt hij daarbij? Vraag na hoe je daarin kan steunen. Benoem ook wat jezelf verwacht, wat betreft het uiten van emotie. Wat is je grens?
  • Bij jongere spelers kun je samen ademhaling oefenen. Helpt voor jezelf om rustig te blijven en je kind ook.
  • Stimuleer zelfstandigheid, laat ze zelf hun tas inpakken en als het mogelijk is zelf naar de tennisbaan fietsen;
  • Dikke duim bij winst en verlies.

Perfecte plaatje

Moet het allemaal perfect als ouders? Gelukkig niet. Het is trial en error. En als je meerdere kinderen hebt weet je al, wat bij de één werkt, is voor de ander totaal anders.

Dat je er bent voor je kind is het allerbelangrijkste. Ze waarderen je, al zullen ze dat zeker niet altijd laten merken. Zo ben je samen een sterk team!

Gas en Rem in de sport - Mentaal sterk coachen

‘GAS en REM in de sport. Mentaal sterk coachen’ is geschreven voor coaches, sporters, ouders, scheidsrechters en begeleiders in de (top)sport.

Het boek gaat over de invloed van emoties (GAS) en gedachten (REM) op prestatiegedrag. Hoe haal je het beste uit jezelf? Hoe stuur je bij met jouw coachgedrag?

Lees hier meer over GAS en REM in de sport. Mentaal sterk coachen.

 

De mentale wipwap van tennis

De mentale wipwap van tennis

Jonge tennissers voelen de druk van het puntensysteem. Het zorgt ervoor dat er op alle banen strijd geleverd wordt. Soms in stilte, hier en daar met wat gekreun en met mooie kreten als

“Wat doe ik hier?”, “Waarom nu?”, “Waarom ik?”, “Neeee.”

Toeschouwer aan de kant

Ik zat samen met trainers en ouders te vernikkelen aan de kant, want het was koud en regenachtig. Toch had ik een prachtige dag, omdat het spannende partijen waren.

Tennis werkt als een wipwap. Waarbij eerst speler A de meeste punten maakt en er lekker ingaat. Dan drinken de spelers wat tijdens de wissel en ineens kan alles anders zijn. Speler B scoort de punten en speler A frustreert zich, want hij was zo goed begonnen.

Dan denkt speler A: “Het zal mij toch niet gebeuren” en hij knokt zich weer terug. Wanneer spelers even sterk zijn zou je verwachten dat de wipwap in evenwicht blijft, doordat beide spelers punten maken.

Vaak zorgt ‘het mentale aspect’ voor het plotsklaps omslaan in wie de sterkste is.

Evaluatie na iedere slag

Tennis geeft tijdens de wedstrijd veel ruimte tot nadenken. Ter vergelijking als zwemster Ranomi Kromowidjojo het water in duikt voor een vijftig meter vrije slag, dan dan heeft zij bij het aantikken van de overkant 1 moment waarbij zij voor zichzelf nagaat: “Dit was goed of dit was minder.”

“Tennissers doen deze evaluatie continu. Zeker als het minder gaat, zijn zij zich na elke bal bewust van het niveau van de vorige slag. Hierdoor ligt paniek of frustratie op de loer.”

Zo hoorde ik een speler die z’n trainer vroeg: “Wat moet ik doen?” Waarop het logische antwoord van zijn trainer was: “Door het midden.”

Emotionele brein (GAS) en rationele brein (REM)

Het rationele brein waarbij je planmatig handelt lijkt bij deze speler even uitgeschakeld. Dit is het brein waarbij je logisch redeneert als: “Zijn backhand is zwak, dus ik sla vaker op zijn backhand.” Doordat het emotionele brein overheerst zie je dat er minder beheersing is in de slagen. De bal ’gewoon’ binnen de lijnen slaan wordt dan heel moeilijk.

Andersom zag ik ook. Een rationeel brein op volle toeren, waarbij een speler zoveel nadacht, dat dit alle energie uit haar lijf trok en zij stil leek te vallen. Waarbij zij in de eerste set er vol voor leek te gaan en in de tweede set het volledig uit handen gaf.

Mentale tip:

Wanneer je merkt dat paniek of frustratie toeslaat is er in principe weinig aan de hand. Immers met tennis is de wedstrijd pas klaar na de allerlaatste bal.

  • Zorg dat je weet hoe jij je rust weer terug krijgt. Dit kan door ademhaling, maar ook door als een schaker kort na te gaan, HOE je het volgend punt wil maken;
  • Als je in te veel in de ‘denk-modus’ zit, kun jij jezelf weer aanzetten door: op je benen te slaan, te bewegen en activerende zelfspraak, zoals: “Beweeg, actie, knallen.”
Misschien wordt het voor ons als toeschouwer misschien wat saaier om tennis te kijken, maar is het voor jezelf een stuk relaxter.

Gas en Rem in de sport - Mentaal sterk coachen

‘GAS en REM in de sport. Mentaal sterk coachen’ is geschreven voor coaches, sporters, ouders, scheidsrechters en begeleiders in de (top)sport.

Het boek gaat over de invloed van emoties (GAS) en gedachten (REM) op prestatiegedrag. Hoe haal je het beste uit jezelf? Hoe stuur je bij met jouw coachgedrag?

Lees hier meer over GAS en REM in de sport. Mentaal sterk coachen.

 

 

Concentratie tennis met filmopnames

Concentratie tennis met filmopnames

Op de baan zijn mooie trainingen waarbij de Roche Silvius (inspanningsfysioloog) en ik (sportpsycholoog) fysiek en mentaal koppelen. Deze keer ging over aandacht richten en afleidingen negeren.

“Je concentratie is nooit weg, maar kan wel op het verkeerde target gericht zijn.”

Intern: Wat je denkt en tegen jezelf zegt (het gaat voor geen meter, wat een domme fout, deze punt moet ik halen) en wat je hierbij voelt (onzeker, gefrustreerd);

Extern: Wat je hoort en ziet om je heen (tegenstander, publiek, scorebord)

Richt jouw aandacht

De spelers oefenden met aandacht richten:

  • Spiegelen waarbij de tennissers keken naar beweeggedrag van de ander;
  • We maakten ze gek met resultaatgerichte opdrachten;
  • We maakten gebruik van een beetje groepsdruk.

Dat is vaak lachen, maar het gaat wel ergens om.

Richt je op informatie die ertoe doet

  • Besluit dat jij je gaat concentreren;
  • Focus op 1 aandachtspunt;
  • Je bent geconcentreerd als je precies doet wat je denkt;
  • Je bent afgeleid als je bezig bent, met dat wat buiten jou controle ligt;
  • Als je nerveus wordt richt jouw aandacht dan extern (kijk naar beweeggedrag of de balbaan).
Met cameraploeg ‘gewoon je ding doen’, dat is sowieso al trainen in concentratie.