Topsporters zijn geen medaillesmachines

Topsporters zijn geen medaillesmachines

(Top)sporters staan regelmatig onder flinke druk en gaan van wedstrijd naar wedstrijd. Het is daarom belangrijk om structureel aandacht te besteden aan hun mentale welzijn. Daarom vertelt Sportpsycholoog Daniëlle van der Klein-Driesen van Flow Mentale Training hoe sporters het best mentaal begeleid kunnen worden.

Mentaal welzijn

“Voor mij is het heel logisch dat mentaal trainen een vast ritueel is in een trainingsprogramma. Want niet alleen fysiek, maar ook mentaal moet je je lichaam leren kennen”, legt de sportpsycholoog uit. “Vaak wordt er pas aan de bel getrokken als er mentaal gezien iets misgaat. Dan moeten we er als sportpsycholoog even naar kijken en door. Een sterke service leren bij tennis kost jaren training. Maar mentaal is dat precies hetzelfde.”

“Tijdens een tenniswedstrijd wordt er mentaal veel van een speler gevraagd, zoals zelfvertrouwen, maar ook concentratie en doelgerichtheid. Een toptennisser heeft veel ruimte om na te denken, tijdens én na de wedstrijd. En daarmee dus ook veel tijd om met zichzelf in de knoop te zitten. Het helpt als een tennisser leert om met frustratie, twijfel en angsten te dealen, want die komen af en toe ongevraagd mee de baan op.”

Geen machines

“Het is een voorwaarde om jezelf te leren kennen, want bij wedstrijden moet je het helemaal alleen doen. Preventief mentaal trainen op de baan en kijken hoe je het beste te werk kunt gaan. Vooraf oplossingen zoeken voor mogelijke belemmeringen. Dat levert veel op. We moeten gewoon structureel in gesprek gaan met topsporters over hun mentale welzijn.”

Van sporters kunnen we nog wel eens verwachten dat het een soort machines zijn. Dat ze altijd maar kunnen presteren (en het liefste ook nog winnen). “Maar we moeten onthouden dat zij ook gewoon mensen zijn. Zij hebben ook mindere periodes. Met sommigen van hen gaat het ook niet altijd goed”, legt Van der Klein – Driesen uit.

Naomi Osaka

Tennisser Naomi Osaka is een voorbeeld daarvan, en zij spreekt zich daar als een van de weinige sporters nu over uit. “We weten niet wat er speelt bij Osaka, maar het is wel heel goed dat zij zich erover uitspreekt. We zeggen allemaal dat we het belangrijk vinden, maar daar moeten we ook naar handelen”, vertelt de sportpsycholoog.

De druk is ontzettend hoog bij een speler zoals Osaka, en moeten praten met pers – want ook haar prijzengeld en contracten hangen hiermee samen – maakt dat niet makkelijker. “Zij geeft aan dat het haar niet lukt. Dat is wel een heel duidelijk signaal. Dat is geen onwil, dat is onvermogen. Geef haar de tijd voor herstel. Ik ben benieuwd wat zij kan laten zien wanneer het beter met haar gaat.”

Lees hier het artikel op Linda.nl. Naar het artikel.

 

Zo laat een trainer mij op mijn best presteren

Zo laat een trainer mij op mijn best presteren

Mijn naam is Moritz Schroeter en ben 18 jaar oud. Mijn passie is tennis. Op jonge leeftijd ben ik al in aanraking gekomen met deze mooie sport. Dit kwam door mijn ouders en zussen die vaak gingen spelen op de club.

Op mijn vijfde was ik al regelmatig te vinden bij het muurtje van de club, daar waar ik uren lang tegen stond te spelen. Ik wist al snel dat ik verder wilde tennissen, omdat ik hiermee mijn energie kwijt kon. Mijn ouders waren hier blij mee, want ik was nogal een druktemaker zodra ik mijn energie niet kwijt kon.

Snel begon ik vaker te trainen. Daarnaast voetbalde ik ook nog. Dit deed ik bij SJC, onze plaatselijke voetbalclub in Noordwijk. In groep acht heb ik de keuze gemaakt voor tennis.

Intime Tennis Academy

Ik train nog steeds erg veel. Dit doe ik bij de tennisschool Intime Tennis Academy, gevestigd in Zoetermeer en Rijswijk. Mijn hoofdtrainer en coach is de jonge en spontane Martijn Molenkamp. Hij heeft onder andere zijn bachelor gehaald voor Business Administration (logistiek en Economie) en heeft ook college tennis gespeeld en gestudeerd aan Midwestern State University, Texas. Ik werk erg graag samen met hem.

Mijn mentale trainster is Daniëlle van der Klein-Driesen. Zij is de eigenaar van Flow Mentale Training, Praktijk voor Sportpsychologie. Sinds 2,5 jaar werk ik samen met haar en vind de samenwerking erg fijn. In een gesprek met haar, dat ik onlangs heb gehad, vroeg zij mij of ik uit het perspectief van een tennisser kon vertellen, wat ik van een trainer nodig heb om op mijn best te kunnen presteren. Ik vertel het vanuit mijn ogen, dus let op, dit is niet voor iedereen hetzelfde. Het is iets wat voor mij werkt en waarvan ik overtuigd ben dat dit voor elke tennisser kan werken.

Mijn coach en trainer

Zoals al eerder verteld, Martijn Molenkamp is mijn coach en trainer. Ik ken hem nu 4,5 jaar en sinds 1,5 jaar is hij mijn vaste coach en trainer. Hetgeen wat ik erg fijn vind is dat ik het echt heel erg goed met hem kan vinden. Hij weet hoe ik op school presteer, hoe mijn thuissituatie is en kent mijn sociale leven.

“Martijn weet alles van mij en is mijn belangrijkste vertrouwenspersoon. Wij begrijpen elkaar gewoon erg goed en wij kunnen samen lekker werken.”

Dit komt onder andere door de mate van commitment die wij allebei hebben, waarbij we ernaar streven om mij als tennisser verder te ontwikkelen. Samen stellen wij concrete doelen op waar wij aan willen werken. Concrete doelen zijn belangrijk, want ‘’Ik wil beter worden’’ is te ruim bekeken en je moet concreet weten waaraan je wilt werken. De mindset van Martijn trekt mij  erg aan. Hij heeft mij in verschillende dingen weten te overtuigen van zijn mindset op de baan die ik nu zelf ook gebruik.

Als voorbeeld: ‘’Die bal moet over het net tussen de lijnen, duizend keer achter elkaar. Maakt mij niet uit hoe je het doet, maar laat het lukken.’’

In het begin vond ik dit nog lastig, omdat ik zelf vaak mooie dingen wilde laten zien. Ik ben altijd iemand geweest die voor big shots wilde gaan en mooi tennis wilde laten zien. Maar wat is ‘mooi’ tennis dan? Vaak in trainingen als Martijn dan weer een punt maakt door een miss-hit die via de netband op de lijn terrecht komt, roep ik meestal: “Weer zo lelijk op z’n Martijns’’ waarna hij vaak zegt: ‘’Dat zijn de mooiste punten.’’

Dit ben ik echt ingaan zien. Martijn heeft met zijn manier van ‘lelijk’ en ‘makkelijk’ spelen mij laten zien wat eigenlijk echt mooi tennis is.

“Want hoe moeilijk is het nou om het makkelijk en zakelijk te houden?”

Onwijs moeilijk kan ik je vertellen, maar als je dit vaak voor elkaar krijgt dan is dat waar het ‘mooie’’ tennis vandaan komt en niet van de big shots. Wat zijn big shots na een verloren wedstrijd? Niks. Niemand zal praten over die ene backhand langs de lijn als diegene toch de wedstrijd verloren heeft. Tennissers zullen eerder praten over hoe ‘’lelijk’’ en hoe ‘’makkelijk’’ iemand een wedstrijd binnen haalt. Dit is wat ik mij recent besefte.

Mentaal

Daniëlle heeft ook een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van mij als tennisser. Veel mensen kennen mij als heethoofd op de baan. Iemand die altijd scheld en altijd door het lint gaat. Zodra ik mijn mond open deed was de wedstrijd eigenlijk al verloren, want de eerste reactie zorgde voor een domino-effect die resulteerde in dat ik mijzelf compleet uit de wedstrijd praatte.

‘’Zo typisch Moritz,’’ ik hoor het mijn vader nog steeds zeggen.

Tot het punt waar ik mijn eerste gesprek had met Daniëlle. Alleen het feit al dat ik met haar sprak over mijzelf heeft mij erg bewust gemaakt van wat ik nou allemaal op de baan doe. In de eerste 1,5 jaar heb ik onwijs veel informatie opgevangen over wat ik allemaal zou kunnen doen om mijn mentale gesteldheid te verbeteren.

Zij spreekt over de GAS en de REM in de sport. De REM gebruik je in momenten waar je bijvoorbeeld erg gefrustreerd bent. Je remt lettelrijk af om even te beseffen in wat voor situatie je bevindt en wat voor oplossing je hiervoor nodig hebt. Zodra de oplossing is gevonden, geef je weer gas om dit op het goede spoor te leiden. Ik kan nu met volle honderd procent zeggen dat ik deze middenweg heb gevonden.

“Ik weet steeds vaker het juiste laatje open te trekken in bepaalde situaties.”

Hierdoor krijg ik veel rust en overzicht en dit zorgt ervoor dat ik mij super comfortabel voel op de baan. Dit betekent natuurlijk niet dat ik nooit meer mijn mond open doe, maar het zorgt er niet meer voor dat ik door mijn reacties de wedstrijd verlies. Ik ben tenslotte geen robot, maar een mens die zich ook door emoties laat leiden.

Dingen die spelers nodig hebben van een trainer om het best te kunnen presteren zijn:

  • Vertrouwen in elkaar.
  • De trainer hoort de complete situatie van spelers te weten, om een zo goed mogelijke band op te bouwen.
  • Spelers horen hard en slim te werken aan de concreet gestelde doelen.
  • Beiden moeten hun volle commitment in de trainingen stoppen voor maximaal resultaat.
  • Mentale rust en overzicht creëren.
  • Volle overtuiging in alles wat je doet.

Wil je meer lezen lees dan Gas en Rem in de sport.

Meer over tennis

Zo leer je jonge tennissers omgaan met wedstrijdspanning.

De mentale wipwap van tennis

 

Plezier en presteren gaan hand in hand

Plezier en presteren gaan hand in hand

De belangrijkste reden om als Stichting WIN-WIN deel te nemen aan het project ‘Sport in Perspectief’ is om ervoor te zorgen dat kinderen in de leeftijdscategorie 9–16 jaar behouden blijven voor de sport. Dit betekent ook dat talentvolle kinderen doorgaan met sporten, wat bijdraagt aan de doelstelling van de stichting: talenten de kans geven zich optimaal te ontwikkelen.

Sport in Perspectief

Door Sport in Perspectief ontwikkelen kinderen van jongs af aan mentale vaardigheden waar ze de rest van hun (top)sportcarrière van kunnen profiteren. Stichting WIN-WIN gelooft heilig in de meerwaarde van het aanleren van mentale vaardigheden in de topsport. Het helpt kinderen weerbaar te zijn, waardoor ze makkelijker om kunnen gaan met de druk die topsport ook geeft.

Daarnaast ondersteunt Sport in Perspectief (top)sportouders bij de begeleiding van hun kinderen. Voor Stichting WIN-WIN is de doelgroep ouders een hele belangrijke doelgroep vanuit het motto: “Zonder topsportouders geen topsport in Nederland”.

En verder is Sport in Perspectief een mooi voorbeeld als het gaat om samenwerking in de sport. Niet alleen worden pedagogische en psychologische kennis gecombineerd ten behoeve van de sport, het team dat het project uitvoert bestaat uit veel experts vanuit allerlei verschillende vakgebieden.

Mijn belangrijkste bijdrage is het doen van interviews met topsporters, ouders en talenten uit het het netwerk van Stichting WIN-WIN.

 

Interviews

Wat mij vooral opviel bij het afnemen van de interviews was dat plezier en presteren dichter bij elkaar liggen dan de opdracht vanuit de ‘Nationale Sportinnovatorprijs’ doet vermoeden. In deze opdracht staat letterlijk dat het project moet bijdragen aan ‘de overgang van een prestatiecultuur, waar de nadruk ligt op winnen en resultaat, naar een positieve sportcultuur waar de nadruk ligt op plezier‘.

In de gesprekken met de topsporters, ouders en talenten kwam ik erachter dat de relatie tussen plezier en presteren toch iets genuanceerder ligt. Ik zal  hieronder verder toelichten aan de hand van een drietal thema’s: succesbeleving, persoonlijke ontwikkeling en prestatiemaatschappij.

Succesbeleving

Er zijn kinderen waarbij het plezier in sporten juist sterk samenhangt met presteren. Het halen van een resultaat wordt gezien als een vorm van beloning.

“Beloning is belangrijk op jonge leeftijd en draagt 100% bij aan plezier. Dat ze met het Nederlands team naar buitenlandse toernooien gaan en mooie Oranje pakken mogen dragen. Dan zie je de kinderen lachen, want ze zijn trots dat ze geselecteerd zijn.”
– Adonis Kemp (voormalig honkbalinternational en topsportouder)

Daarnaast zie je kinderen die goed presteren onder druk. Zo zijn er kinderen die bij internationale wedstrijden beter presteren dan bij nationale wedstrijden. Of kinderen die graag tegen een sterkere tegenstander spelen en er dan juist nog een schepje bovenop gooien. Een turn-moeder gaf dat heel mooi aan:

“Mijn zoon draait het beste onder druk: dat vindt hij fantastisch. In trainingen lukken bepaalde oefeningen niet, maar in een wedstrijd juist wel. Hij heeft plezier als hij presteert. Als een trainer een doel stelt voor een oefening die gehaald moet worden, dan vindt hij dat geweldig”.
– turn-moeder

Er zijn kinderen die vanuit zichzelf heel gedreven zijn en graag willen winnen. Kinderen die vanuit zichzelf een doel hebben gesteld en dat perse willen bereiken. En die plezier hebben in trainen vanuit een innerlijke drive.

“Elke training was voor mij ook een wedstrijd, want het moest perfect. En als een training niet lekker ging, ging ik net zolang door tot het wel lekker ging. Dat had ik als kind al, ook toen ik ging turnen. Bij mij moesten ze vooral afremmen.”
– Yvonne van Gennip (ex-schaatster)

Bij Sport in Perspectief leren deze talentvolle sporters hoe zij hun gedrevenheid zinvol inzetten, want altijd winnen en nooit fouten maken is onmogelijk. Je wilt dat kinderen die drive voor sport blijven houden.

Persoonlijke ontwikkeling

Prestaties en resultaten kunnen ook bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen. Zo leren ze bijvoorbeeld om te gaan met tegenslagen en door te zetten. Al moet je daarbij natuurlijk ook weer de grens goed bewaken.

“Mijn zoon had voor de zomer zijn duim geblesseerd. Hij moest toen in het gips. Hij wilde in die periode met alle geweld wel naar de training van Jong Oranje. Toen heeft hij met één hand getraind. Hij kreeg alleen maar trappen op zijn gezicht. Hij moest veel huilen, maar is niet gestopt.”
– karatevader 

En er zijn kinderen die veel zelfvertrouwen halen uit het feit dat ze op een hoog niveau aan sport doen. Het feit dat ze iets goed kunnen geeft hen een bepaalde vorm van zekerheid.

 “Sport heeft mijn zoon door de puberteit heen getrokken. Daar kon hij z’n ei kwijt: die mat was een soort van zijn thuis en bood hem veiligheid”.
– judomoeder

Wanneer je verliest, heb je concrete punten om over na te denken en aan te werken. Wat je moet doen om je doelen wel te bereiken. Een andere judo moeder zei hierover:

“Je leert letterlijk door vallen en opstaan. Dat maakt je een sterker persoon. Als je verliest heb je een leermoment: een directe aanleiding om dingen te veranderen.”
– judomoeder (2)

Prestatiemaatschappij

We leven in een prestatiemaatschappij en sport maakt daar onderdeel van uit. Bij sport wordt gemeten en scores geteld.

“Het is belangrijk dat kinderen leren dat plezier hebben meer is dan alleen lol hebben met vriendjes. Dat ze ook plezier kunnen hebben in het zichzelf ontwikkelen. Daar hoort het stellen van doelen bij. Presteren zit diep geworteld in de maatschappij, in het onderwijssysteem en in het bedrijfsleven”.
– skimoeder

Over de selectieprocedures is nu veel discussie. Maar ook als er geen selectie is, dan blijft er altijd een kind die de beste is en een kind die minder goed is. Ouders, kinderen en trainers weten pecies wie dat zijn.

“Om een talentstatus te hebben, moet er wel gepresteerd worden. We leven allemaal in een prestatiemaatschappij. Waarom zou je daar pas mee beginnen op je 22ste? Dan ga je de arbeidsmarkt op en heb je ineens te maken met regels. Het moeten presteren geeft wel druk. Maar dat is logisch en leer maar met die druk omgaan. Ik vind dat niet zo heel erg.”
– karatevader (2)

Mijn conclusie

“Plezier staat bovenaan als het gaat om een gezonde sportbeleving bij kinderen.”

Dat zeggen ook alle geïnterviewde topsporters, ouders en talenten in koor.

Maar ieder kind is anders. Het gaat om het bewaken van de balans tussen presteren en plezier en dat vraagt om maatwerk. Sport in Perspectief richt zich erop ouders, coaches en de kinderen te leren hoe ze deze balans tussen presteren en plezier kunnen behouden. 

Uit de interviews blijkt dat er wel degelijk kinderen zijn die plezier beleven aan presteren in de sport. Een nuance zou hier dus wel op z’n plaats zijn.

De vraag is niet hoe we de nadruk kunnen verleggen van resultaat naar plezier, maar hoe we plezier en resultaat meer hand in hand kunnen laten gaan.

Lees hier meer over de stichting WIN-WIN. Naar de website.

 

Meer over sportouders

Wil je meer lezen? Hier enkele blogs.

 

Hoe leuk is het om sportouder te zijn? Sport in Perspectief van start

Sportouders samen met hun kind en de trainer op het veld

Hoe leuk is het om sportouder te zijn? Sport in Perspectief van start

Hoe leuk is het om sportouder te zijn? Sport in Perspectief van start

Wanneer je ouders bij de training van de kinderen betrekt, ontstaat er verbinding en dat geeft mooie verrassingen op het veld, de mat of de baan. Met de marathon als metafoor, wil ik je laten zien hoe we dit gaan doen.

De marathon: 42 kilometer en 195 meter

“Een fijn pleuris end”, noemen we de marathon in Rotterdam.

Een innovatieproject is net een marathon. Je weet niet wat er allemaal op je pad komt en of je de man met de hamer ontmoet. Maar met het programma Sport in Perspectief zijn we goed voorbereid, hebben we deskundige begeleiding en een boel doorzettingsvermogen.

  • Start januari 2020: We gaan na, waar ouders, sporters en trainers blij van worden en wat hen stoort;
  • 10 km maart 2020: Bij ‘Flatland Visual Thinking’ komen we definitief van idee naar concept: De Veldtrainingen, Online Trainers Training, Toolkit en Boek voor sportouders worden één geheel. De nulmeting wordt gedaan bij Excelsior, Intime Tennis Academy en PAC Atletiek;
  • Halve marathon september 2020: Lancering Sport in Perspectief in het Excelsior Stadion;
  • 22 – 38 km Oktober 2020 t/m Februari 2021: Sport in Perspectief in uitvoering bij Excelsior, Intime Tennis Academy en PAC Atletiek;
  • 39 KM – Finish maart t/m juni 2021: Eindmeting en publicaties;
  • Finishvak: Sport in Perspectief is klaar om verspreid te worden.
De inzet van sportouders is groot. Elke zaterdag rijden duizenden ouders op hun vrije dag, soms al om half acht, met hun kinderen naar een wedstrijd of training. Deze groep is absoluut bereid het beste te doen voor hun kinderen. Dit is de doelgroep waar wij ons op richten.

Sportplezier

Er zijn al veel zinvolle projecten van start gegaan voor sportplezier. De praktijk blijkt moeilijk in regels en adviezen te vatten. Ouders voelen zich onvoldoende aangesproken. Ze weten allang dat ze positief moeten zijn en dat schreeuwen ongewenst is.

Sportplezier komt niet alleen vanuit de ouders. Ook trainers hebben pedagogische en didactische handvatten nodig. En voor kinderen is het handig als ze leren met winst en verlies om te gaan en met de ‘oneerlijkheid’ die sport soms geeft.

Sport in Perspectief draait om de relatie tussen ouders-sporters-trainers, wat betreft: rol, verwachting, communicatie, blik/handelen en het effect dat dit heeft op hun plezierbeleving. Dat is niet nieuw.

De manier waarop we dat gaan doen wel. Het wordt verwerkt als onderdeel van het regulier trainingsprogramma en getraind en geoefend op het veld, de mat of de baan. Door activiteiten passend in de sport, wordt er veel gelachen, maar is er ook ruimte voor adviezen en vragen.

In dit filmpje wil ik je laten een voorbeeld laten zien hoe dit kan (klik aan):

De Toplopers

Dit is het team van Flow Mentale Training die het gaat doen:

De Pacers:

Dit zijn de professionals vanuit topsport, onderwijs en bedrijfsleven die gaan ons ‘hazen’ zodat we kwaliteit kunnen leveren en Sport in Perspectief halverwege  2021 verspreid kan worden richting de clubs, RTC’s, CTO’s, BVO’s, Bonden en NOC*NSF.

De Busisnessrun

Team Flow heeft al veel voorwerk verricht. Zo hebben we topsporters, talenten en hun ouders gevraagd naar ervaringen wat betreft ‘sportplezier en presteren’. Die combinatie blijkt lastig.

 “Ik moest alles altijd perfect doen, daarom voelde ik altijd prestatiedruk. Die druk kwam vooral vanuit mijzelf, doordat ik vond dat ik altijd het uiterste moest leveren. Dat is een karaktereigenschap. Er waren geen gradaties in mijn denken. Het was top of flop.
– Yvonne van Gennip

“Mijn ouders moesten vooral afremmen en de druk van de ketel halen. Ik heb wel een fase gehad waarin ik mij afvraag, waarom mijn ouders mij niet wat meer hebben afgeremd in mijn perfectionisme. Het heeft mij ver gebracht, maar psychisch wel veel gekost.”

De Sportouders

Ik heb verzameld waar de sportouders zelf tegenaan lopen. Van hun twijfels, irritaties en zorgen van sportouders heb ik een muurtje gebouwd. Het had ook een muur kunnen zijn.

 “Ik vind die andere tennisouders stom en daar zit ik dan de hele dag mee. De kans dat mijn kind de loterij wint, is groter dan dat hij toptennisser wordt, maar ik wil zijn droom niet verpesten.”
– tennismoeder

Doen en ervaren

Door ’te doen’ zorgen we voor verbinding. Effectief en positief met elkaar communiceren gaat makkelijker. Door zelf ’te ervaren’ leren ouders, trainers en sporters vanuit oordeel-vrij perspectief te kijken en te handelen, waardoor presteren en plezier samen gaan.

 

Sport in Perspectief is gestart

 

 

 

Flow Mentale Training wint de Nationale Sportinnovator Prijs 2019!

Flow Mentale Training wint de Nationale Sportinnovator Prijs 2019!

Met het winnen van de Nationale Sportinnovator Prijs voor ons project ‘Sport in Perspectief’ kunnen wij dit innovatie-idee ontwikkelen en uitvoeren bij S.B.V. Excelsior, PAC Atletiek en Intime Tennis Academy.

We gaan het testen voor verdere verspreiding bij clubs, bvo’s en talentencentra.

Uit het juryrapport

De jury heeft de relevantie van uw subsidieaanvraag voor het programma en de subsidieoproep beoordeeld.

Het topteam sport heeft dit oordeel overgenomen. Het eindoordeel over de relevantie van uw subsidieaanvraag luidt: zeer relevant. De jury heeft een eindoordeel over de kwaliteit van uw subsidieaanvraag gegeven. Het eindoordeel over de kwaliteit van uw subsidieaanvraag luidt: goed.

Sport ‘in perspectief’ zien

“Ouders moeten leren sportprestaties in perspectief te zien. Winnen of verliezen is bij jonge sporters echt onbelangrijk. Het gaat om ontwikkelen, stapjes zetten en leren.”
– judoka Mark Huizinga.

“Deze leerlijn gaat niet in een rechte lijn, steeds leer je wat anders en word je sterker. Je kunt dit niet afmeten aan medaille,” aldus judoka Mark Huizinga.

In de praktijk blijkt het moeilijk om ‘sport in perspectief’ te blijven zien.

Resultaat domineert

Sport draait om resultaat en levert status op. Er wordt gemeten wie de snelste is, de uitvoering het beste laat zien of het meeste scoort.

Heb je een hoger prestatieniveau, kom je op het podium, krijg je een glimmende beker of medaille en wordt er hard voor je geklapt.

Bij mindere resultaten krijg je een vaantje of helemaal niets.

Er wordt op dit moment stevig gediscussieerd over selectiesystemen, want selecteren op jonge leeftijd kan extra druk veroorzaken.

“Ik ben van mening, dat het belangrijker is de kinderen en hun omgeving te leren omgaan met winst en verlies”
– Daniëlle

Andere obstakels:

Maar er zijn nog meer hindernissen. Ik noem enkele:

Gebrek aan budget: Elke club heeft zijn eigen beleid en nauwelijks budget een passende oplossing te bieden.

Verwachtingen en gedrag sportouders: Relativeren op basis van de (neutrale) wedstrijdsituatie vinden ouders moeilijk. Veel van de problemen bij ouders ontstaan wanneer zij van een oefensituatie (wat wedstrijden bij jonge kinderen nog zijn), een professionele prestatie maken.

Dit gebrek aan kennis en inzicht kan zorgen voor frustratie over beslissingen van een coach of scheidsrechter.

“Sommige ouders gaan een hele discussie aan over een centimetertje meer of minder bij verspringen.”
– atletiekmoeder die vrijwillig jureert

Emoties lopen hoog op: Een belangrijk kenmerk van sporters van de doelgroep 9-12 jaar is prestatiegerichtheid. De emoties die dit oproept bij de kinderen heeft zijn weerslag op de gedachten, gevoelens en het gedrag van de ouders.

Wat doe bijvoorbeeld je als je kind met haar racket gaat gooien of zichzelf uitscheldt op de tennisbaan?

Wanneer mijn zoon voor de zoveelste keer uit z’n pan gaat tijdens een potje tafeltennis, vraagt ons  buurmeisje:
‘Wat vind je belangrijker, gezellig spelen of ongezellig winnen?’
Mijn zoon van tien jaar: ‘Ongezellig winnen natuurlijk.’

Het zegt veel over hoe sportende kinderen denken.

Dit is de kern van Sport in Perspectief:

Gedragsverandering gaat pas plaatsvinden wanneer ouders, kinderen en de trainers zich aangesproken voelen en echt de noodzaak zien zelf te veranderen.

Sportouder adviezen werken onvoldoende in de praktijk

Ouders kennen de tips echt wel zoals: Plezier gaat voor presteren, Geen coaching, Moedig alle kinderen aan, Geef zelf het goede voorbeeld. 

De ‘praktijk’ blijkt moeilijker in regels te vatten.

(Onbewuste) druk
Ouders leggen (onbewuste) druk door hun aanwezigheid en/of kleine opmerkingen.

Een jonge voetballer zegt: Mijn vader legt enorme druk op mij.
Ik vraag: Wat doet hij dan?
Mijn vader zegt altijd ‘Doe je best’ en als hij dat zegt dan weet ik dat ik het goed moet doen.

Rolverwarring
Het geeft rolverwarring wanneer alleen een ouder mee gaat naar de wedstrijd en geen trainer. Een tennisvader vraagt mij: Wat mag ik dan wel zeggen?

Jonge trainers
De leeftijdsgroep 9-12 jaar heeft vaak jonge trainers. Dit kan de balans verstoren. 

Atletiekvader:
Ik heb met mijn zoon de zevenpas geoefend voor balwerpen.
Zijn trainster wil dat niet.
Wat weet zo’n meisje van zestien daar nu van? Ze is nog zo jong, wat weet zij van al die onderdelen?

Naleven van de regels is lastig
Kinderen van deze leeftijd hebben moeite met naleven van de ‘regels’. In plaats daarvan kijken ze dan voortdurend naar de kant, of laten ze verstoord (prestatie)gedrag zien door materiaal te gooien, te schelden of geen initiatief te nemen.

“Voor de wedstrijd adviseer ik mijn zoon rustig te blijven en te doen wat de trainer heeft gezegd. Hij weet ook als ik wegloop, dat het niet is omdat ik boos ben, al ben ik dat soms wel.”
– tennismoeder

Alle ouders willen het beste voor hun eigen kind
Een voorbeeld uit eigen koker: Mijn dochter zat steeds de helft van de wedstrijd aan de kant met korfbal, wat ze onprettig vond. Een aantal teamgenoten speelden altijd de hele wedstrijd.

Dan hadden we net zo goed naar de camping kunnen gaan was mijn gedachte.  Het is de D1, denkt de trainer dat hij in de Champions League finale staat of zo …? was mijn ongenuanceerde commentaar.

“De druk kwam vooral bij mijzelf vandaan, omdat ik van mijzelf zoveel moest. Dat is een karaktereigenschap. Elke training was voor mij ook een wedstrijd, want het moest perfect.”
– Yvonne van Gennip (topschaatser)

Samen op het veld, de baan of de mat

‘Sport in Perspectief’ is een pedagogische methodiek die zorgt voor blijvende gedragsverandering, doordat ouders, sporter en de coach op het veld, de mat of de baan getraind worden tijdens de ‘normale’ fysieke training.

Ouders, sporters en de trainer krijgen de kans zich uit te spreken en worden gelijkwaardige partners.

Kijk en handel in perspectief

De ouders krijgen ‘kijk-in-perspectief  of doe-in-perspectief opdrachten’.

Bij een kijk-opdracht observeren de ouders de spelsituatie vanuit ‘inzet en spelbeleving’ en dat doen ze vlak in de buurt van hun kinderen.

Bij een doe-opdracht komen ze in actie. Zo moeten ze bijvoorbeeld hun kinderen afleiden. Daarbij zal veel gelachen worden, maar het is ook confronterend. Het effect van aanwezigheid van ouders wordt zichtbaar.

De jonge sporters ontdekken hoe vaak ze naar hun ouders aan de kant kijken en mogen aangeven wat helpt en stoort. De coach en de ouders kunnen vragen stellen en elkaar advies geven. Samen maken ze afspraken. 

Klaar voor de start

Er staat een ambitieus en professioneel team klaar Sport in Perspectief te ontwikkelen (januari t/m augustus 2020) en uit te voeren (september 2020 t/m juni 2021).

We gaan dit doen bij SBV Excelsior, PAC Atletiek en Intime Tennis Academy. Er worden mentale trainingen gegeven.

Er komt een online-trainingsprogramma met daarin didactische- en pedagogische vaardigheden voor de coach. Een toolkit voor de sportouders met digitale kaarten waarbij het leerdoel visueel wordt samengevat.

En er komt een boek waarmee ouders leren oordeelvrij te ‘kijken’, ‘luisteren’, ‘vragen’ en ‘handelen’. Met daarin een eerlijk verslag van topsporters, talenten, ouders en coaches.

Dit vernieuwde perspectief zorgt dat de focus meer op ontwikkelen en leren ligt, in plaats van resultaat. 

‘Sport in Perspectief’ draagt bij aan een veilig sportklimaat op de club, waarbij presteren en plezier samen gaan.

“Mijn grootste tip aan sportouders is ‘Blijf in de buurt’. De meeste ouders hebben geen idee. Zij gaan ervan uit dat de trainer het weet. Zorg dat je als ouder genoeg op de hoogte bent en vragen kunt stellen.”
– Marjan Olyslager (atletiek)

En: “Zorg dat er ruimte is voor jou en maak dat driehoekje: ouders – sporter – trainer.”

Dankwoord

Tot slot dank ik graag de volgende mensen voor hun trouw en steun:

  • Ferry de Haan en Marco van Lochem (S.B.V. Excelsior),
  • Martijn Belgraver en Madeleine MacDonald (Intime Tennis Academy) ,
  • Martin Blok en Paula Siersma (PAC Atletiek),
  • Jan Tromp (Rotterdam Topsport),
  • Angela Verkerk (Dordrecht Topsport),
  • Marita Verkaik (Rotterdam Sportsupport),
  • Brian Godor (Erasmus Universiteit ‘Pedagogische Wetenschappen’),
  • Marcel van der Kuil (BBO),
  • Bram Bakker (Uitgeverij Lucht),
  • Yara Rietdijk (Flatland Visual Thinking),
  • Hans van Nieuwpoort (VerdwaalNiet),
  • Eveline Folkerts (gz- en sportpsycholoog),
  • Hendrik Jan Hoogendoorn (Boer Hendrik),
  • Egbert van den Bergh,
  • Ewout van Kooten (Van Kooten administratie) en
  • het Team van Flow Mentale Training: Lianne den Haan, Hillie Heinsbroek, Robert van Winden (Stichting WIN-WIN en Netwerk Ouders van Sporttalenten), Danny Otto en Tatyana Izelaar.

 

En mijn gezin: Michel, Juliëtte en Veron!