De KOEKOEK van Vandaag Inside stopt grensoverschrijdend gedrag

De KOEKOEK van Vandaag Inside stopt grensoverschrijdend gedrag

Koekoek

Alle berichten over wangedrag zette mij tot nadenken en ik  kwam erachter dat er in mijn geschiedenis meerdere situaties zijn, die de wenkbrauwen doen fronsen. Tegelijkertijd houd ik van praktische oplossingen die direct effect hebben. Het geluid van de koekoek van Vandaag Inside ter voorkoming van wangedrag.

Je kunt het grijze gebied testen door de vraag: ‘Zou ik willen dat mijn dochter of zoon dit overkomt?’ Als het antwoord ‘nee’ is, laat het.

Met de het geluid van de koekoek kunnen we een grijs gebied zichtbaar maken: wat kan wel en wat niet? Wanneer een verslaggever zich afvraagt ‘kan ik een vrouw een hoer noemen?’ Nee dus!

De koekoek kan als direct ‘lik op stuk beleid’ werken, voor een optimaal effect moet iedere Nederlander dit doen. Zodra er iets gebeurt waarvan je denkt; ‘dit kan echt niet’, roep je hard koekoek of het zou nog mooier zijn, wanneer er een klein apparaatje komt voor in je tas, die hard dit geluid maakt.

Mijn eigen koekoek

Als buitensportinstructeur gaf ik mountainbike instructie voor een bedrijfsuitje in de Ardennen. Eén van de mannen vond het een goed idee zijn kroonjuwelen op het zadel te leggen, KOEKOEK.

Toen ik bij een kanobivak in de Ardeche de bosjes indook om te gaan plassen, ging een meneer op een meter afstand met zijn leuter spelen, KOEKOEK.

Op de camping dook er een beschonken deelnemer ongevraagd mijn tentje in en zei: ‘Ik ga bij de reisleider slapen’, KOEKOEK.

Oudjaar 00.00 uur duwde een collega skileraar zijn Tsjechische tong ongevraagd naar binnen, KOEKOEK.

Op de sammelplatz negen uur in de ochtend fluistert een oudere skileraar in mijn oor: ‘Oh Daniela, du machst mir heiss’, KOEKOEK.

Als sportpsycholoog had ik een afspraak met iemand met een hoge functie binnen een grote topsportkoepel om te spreken over een veilig en plezierig topsportklimaat. Hij was een half uur te laat en zijn eerste zin was: ‘Normaal praat ik niet met mensen zoals jij’, KOEKOEK……

Gradatie

Niet iedere koekoek is even heftig. Daarom moet het volume en de frequentie van de koekoek verschillen.
Iemand stuurt zijn sneue slurfje via Whats app, jij stuurt het geluid van de koekoek gemengd met de schaterlach van René van der Gijp.

“Of een berichtje waarbij Bas Hoeflaak zijn lied zingt: ‘Ga jij maar lekker spelen met je fluit’.”

Neukverhalen in de auto, jij laat een harde herhalende koekoek horen totdat hij stopt.

Als je het meldt en diegene lacht het weg, KOEKOEK.

Wanneer je naar een vertrouwensmeldpunt gaat en de mevrouw bij wie je dat doet blijkt getrouwd met de man over wie het gaat, KOEKOEK.

Een trainer die zijn sporter ‘vies vet varken’ noemt krijgt een hele harde langdurige tinnitus KOEKOEK, net zo lang tot hij niet meer de zaal in wil.

Een trainer die een hele dag zwijgt omdat zijn sporter verloren heeft, KOEKOEK.

Een trainer die tegen een vijftienjarig meisje een opmerking maakt over haar tennistopje, KOEKOEK.

Als kind dertig uur moeten trainen, ouders KOEKOEK

“Een alarmerende koekoek voor de omstanders, zodat zij niet langer wegkijken.”

Machtsverschil

De koekoek werkt als een katalysator waardoor het rationele brein weer ingeschakeld wordt. Je rationele brein wordt ook wel je REM genoemd waardoor een persoon logisch kan blijven redeneren: is datgene wat ik doe wel zo slim en welk effect heb ik op de ander, misschien moet ik het laten?

“Of er een koekoek ontstaat hangt af van de situatie en van de persoon wat betreft: positie, intelligentie, invoelend vermogen en humor.”

Uiteraard is het raar je zakie op je fietszadel te leggen, maar mijn collega Roos en ik hadden de regie. Wij gingen volkomen stoïcijns door met onze uitleg over de versnellingen van de fiets, de groep luisterde en de man werd ongemakkelijk en stopte uit zichzelf alles weer terug op de plek waar het hoort: in zijn broek. Roos en ik hebben daar later enorm om gelachen.

Wanneer er gelijkwaardigheid is in intelligentie en humor, bijvoorbeeld bij goede vrienden dan kan er meer. Maar dan durf je ook meer terug te zeggen.

Bij machtsverschil, zoals bij: jury-deelnemer, werkgever-werknemer, begeleider-stagiair, docent-leerling, volwassene-kind ligt het anders. Bij professioneel gedrag en vertrouwen hoort geen koekoek te ontstaan. Doe gewoon je werk en gebruik de normale fatsoensnormen. En als het het je gebeurt spreek het hardop uit.

“Wanneer de ander doorkrijgt dat zijn gedrag koekoek is, geef je hem of haar de kans hiermee te stoppen.”

De koekoek geeft mensen wiens morele kompas onvoldoende werkt een duidelijk signaal.

Van de regen in de flow. Een flexibel team.

Van de regen in de flow. Een flexibel team.

Het regende hard tijdens ons teamuitje, maar dat mocht de pret niet drukken. We vierden de afsluiting van de proefperiode van Sport in Perspectief. De start van nieuwe avonturen. Volgend seizoen gaan we Sport in Perspectief onder andere draaien bij:

  • S.B.V. Excelsior,
  • PAC Atletiek,
  • Intime Tennis Academy,
  • Ad Vantage Tennis Academy,
  • Alexandria ‘66,
  • Hockeyclub Victoria,
  • ADO Korfbal,
  • Turnz Gymnastics Amsterdam,
  • Geoffrey Berens Karate en
  • Aikido Rotterdam.

In de flow

Team Flow: Robert, Wouter, Marloes, Steffy, Twan, Danielle, Michel, Marc, Esther, Marcel, Channah, Angelie, Rob en Martijn. Shirts Patrick de Werk.

Met zo’n team raak je vanzelf ‘in de flow’. Slim, creatief, loyaal, betrouwbaar, kritisch, humorvol, gemotiveerd, wat een fijne mensen. En voor ieder die met ons gaat werken, die bellenblaas (van Martijn) ga je zeker tegenkomen, omdat het vertegenwoordigt waar wij voor staan: plezier, optimale spanning en focus. Sporters laten presteren met plezier.

Suppen

Plezierig sporten daar houden we zelf ook van. Laat Marloes de nieuwe stagiair Sport- en Prestatiepsychologie nu net een eigen subschool hebben.

Dat begon heel keurig.

Flexibel in de stromende regen

Het ging steeds harder regenen, maar toen bleek ook onze andere nieuwe stagiaire Channah verborgen talenten te hebben.

Waarbij de rest van Team Flow dacht: ‘Dat kunnen wij ook’

 

Het toont aan: ‘Oefening baart kunst’.

Daarna BBQ-en, waarbij we toestemming hadden van Grapperhaus de hele nacht door te feesten. Dat hadden we verdiend.

De sportmasseur als mentale begeleider

De sportmasseur als mentale begeleider

Sporters komen voor fysieke verzorging naar je toe. Met diverse handgrepen maak je sporters gereed voor inspanning en stimuleer je herstel. Maar ook mentale processen zijn van invloed.

De mentale processen die hierbij een rol spelen, daar wordt over het algemeen minder tijd aan besteed. Terwijl het van belang is na te gaan waardoor lichamelijke klachten ontstaan. Speelt bijvoorbeeld de angst voor een blessure mee in de pijnklachten? Hoe ontstaat spierspanning?

In dit artikel wil ik je vanuit de GAS- en REM methode laten zien hoe je door observatie en gesprek extra informatie krijgt om klachten te verklaren. Je leest hoe je persoonlijkheid hierin een rol speelt. Daarnaast leer ik je ademhalings- en spierontspanning- technieken, waarmee je de sporter helpt pijnlijke en gespannen spieren te ontspannen en gereed maakt om een prestatie te leveren.

Persoonlijkheid van de sportmasseur

Als sportmasseur ben je een vertrouwd gezicht rondom wedstrijden. Je hebt een neutrale rol. Zo heb je geen invloed op de opstelling, zoals de trainer. Dit maakt het voor sporters veilig om zorgen met je te delen. De massagetafel lokt sowieso uit tot gesprek, waardoor je veel te weten komt. Daarom is het zinvol je bewust te zijn van je manier van communiceren.

Dus wat zeg je, welke vragen stel je, laat je stiltes vallen en is dat wat je vertelt ten dienste van de sporter? Je gedrag hangt samen met je persoonlijkheid. Ben je drukker van nature (extravert), dan zul je waarschijnlijk tijdens de massage meer praten, dan wanneer je juist rustig bent (introvert). Ik wil je dit laten zien met een voorbeeld:

I would like to thank doctor Arie”, zegt de winnende Keniaanse loper bij de persconferentie na afloop van de Rotterdam marathon. Arie was de sportmasseur bij de Rotterdam Marathon. Meerdere jaren achter elkaar werd hij specifiek bedankt door de winnaar. Het geeft aan hoe belangrijk zijn rol was. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal, want lachen met Arie zorgde voor ontspanning. Ik vroeg Arie, waar hij over praatte tijdens het masseren. Arie zei: “Ik lul over alles, behalve over hardlopen.”

“Ik lul over alles, behalve over hardlopen.”
– sportmasseur Arie

Praten over andere zaken dan de prestatie die geleverd moet worden en een beetje humor helpt sporters zich te ontspannen. Wanneer een sporter goed wil presteren, wat natuurlijk bij de Rotterdam marathon het geval is, dan besteedt hij in zijn hoofd al heel veel tijd aan het resultaat dat hij wil behalen. Als sportmasseur kun je zo een tijdelijke onderbreking in de gedachtestroom over het ‘moeten presteren’ zijn. Dat is belangrijk, want dat leidt op een positieve manier af.

GAS- en REM-methode

Met de GAS- en REM-methode wil ik je laten zien, hoe jouw persoonlijke kenmerken terug komen in je handelen richting de sporter. Ik maak hierbij onderscheid tussen ‘gassers’ en ‘remmers’.

De ‘gasser’

  • Extravert: Naar buiten toe gericht, denkt hardop, druk, handelt op impuls, gevoel, vrijheid.
  • Masseurs met de voorkeur ‘gas geven’ zeggen hardop wat ze doen, stellen vragen en vertellen verhalen. Ze handelen meer op gevoel, waarbij ze letten op de signalen die ze krijgen van de sporter. Ze geven de sporter energie;

 

De ‘remmer’

  • Introvert: Naar binnen toe gericht, eerst denken dan praten, rustig, handelt vanuit strategie, feiten, controle.
  • Sportmasseurs met meer introverte kenmerken keren bij het masseren eerder naar binnen, waarbij zij nadenken over de stappen die ze willen doen. Ze houden zich het liefst aan het protocol. De rust die ze uitstralen maakt de sporter rustig en biedt ruimte voor de sporter om te praten.

 

Er is geen goed of fout aan. Je voorkeur voor meer extra- of introvert is een combinatie van erfelijkheid (aangeboren) en opvoeding (aangeleerd), die ervoor zorgt dat jij bent zoals je bent. Zolang jij je maar wel bewust bent van het effect van jouw gedrag op de ander.

Wanneer jij en je sporters introvert zijn, kan het heel stil worden, wat rust biedt, maar ook ongemakkelijk kan worden of ervoor zorgt dat je essentiële informatie mist. Wanneer jullie beiden heel energiek zijn, dan geeft dit power, maar kan er ook voor zorgen dat er te veel opwinding komt. In figuur 1 zie je hoe dit werkt.

Optimale spanning

De optimale spanning is de zone waarin de sporter op z’n best is. Dit is bovenin het grijze spanningsvlak. Het verschilt per sporter hoe zij hierin geraken. Er zijn sporters die topprestaties leveren juist als zij een beetje opgefokt zijn, voor anderen werkt dit averechts. Voor alle sporters geldt dat zowel ‘te veel’, als ‘te weinig’ opwinding het prestatieniveau naar beneden haalt. Het zijn juist deze gebieden, waarin je als sportmasseur een rol kunt spelen.

Figuur 1. Optimale spanning hoe krijg je dat voor elkaar?

 

Een sporter met te veel stress, bied je rust door:

  • Ontspanningsmassage;
  • Een sportdagboek met daarin bijvoorbeeld de belastbaarheid;
  • Stap voor stap navragen wat er speelt;
  • Ademhaling;
  • Schrijf drie belangrijkste punten die je gaat doen op;
  • Neutraal (oordeel-vrij) gesprek;
  • Rustige muziek, zelf minder praten.

Als je sporter te veel piekert, help je hem opladen door:

  • Stimulerende massage;
  • Praatje te maken;
    – Humor;
    – Relativeren (weet je nog…);
    – Visualiseren: mooie wedstrijd en het gevoel erbij.

Mentale coachtechnieken in de praktijk van de sportmasseur

Lichaam en geest zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Gespannen spieren kun je fysiek behandelen, maar dit heeft pas echt effect als je het mentale aspect hierin meeneemt.  Ik wil je aan de hand van een aantal voorbeelden laten zien hoe je mentale belemmeringen herkent van:

  • Te veel REM (piekeren);
  • Te veel GAS (frustratie).

Waarbij je mentale oefeningen onderdeel maakt van je behandeling voor ‘energie en rust’. Dit zijn: gedachten-controle, ademhaling, spierontspanning, visualisatie.

Voorbeeld 1

Een sporter blijft voor de zekerheid met tape lopen, terwijl jij allang hebt aangegeven, dat het eraf kan.

Na een blessure moet de sporter weer vertrouwen in zijn eigen lichaam krijgen en voelen wat wel en niet kan. Door juiste voorlichting over de mogelijkheden speel je een belangrijke mentale rol in het herstel:

  • Wanneer je sporter heel voorzichtig moet zijn, laat je hem zijn aandacht richten op het lichaamsdeel dat geblesseerd was, want hij moet nagaan hoe het gaat;
  • Wanneer de sporter gewoon weer alles mag, wil je juist dat hij zijn aandacht richt op iets anders dan zijn blessure. Dit kan bijvoorbeeld door: Te kijken naar wat van belang is in de sportsituatie of een taakgerichte gedachte, bijvoorbeeld “Ik ga de bal opeisen.”
  • Pijntjes, kunnen zorgelijke gedachten geven als: “Oh nee, straks gaat het weer mis.” Het helpt wanneer je dit bespreekt. Hierdoor maak je de sporter bewust, dat dit alleen maar de gedachte is. De gedachte is logisch, maar helpt niet. Met rationele argumenten geef je aan waarom de tape eraf moet. Laat de sporter wennen aan het sporten zonder tape. Een oefeningetje om met wat anders dan de pijn bezig te zijn: Je laat de sporter (op zijn plek) rennen, waarbij hij de tafel van zeven in zijn hoofd opzegt. Het is op dat moment onmogelijk om bezig te zijn met: “Voel ik het al?”

Voorbeeld 2

De sporter geeft aan dat hij pijn blijft houden. Jij denkt dat het wel meevalt.

Pijn is een subjectieve ervaring, dus voor iedereen anders. Een ‘gasser’ zal eerder hardop roepen wat hij voelt, dan een ‘remmer’. Vraag daarom de sporter naar zijn ervaringen. Let ook op signalen van het lichaam: grimassen, wrijven, verandering in motoriek. Bij pijn spelen sociale en psychologische factoren een rol. De ene sporter piept sneller dan de ander. Dit kan van de opvoeding afhangen (“Stop met zeuren, doorgaan”).

Topsporters zijn vaak gewend om af te zien en kunnen daardoor een hogere pijngrens hebben. Er zijn ook sporters die geen pijn willen tonen, omdat dit hun speelplek kan kosten. Het is aan jou als sportmasseur vertrouwen te bieden, zodat ze bij jou open kaart durven te spelen. Benoem het belang voor de gezond lichaam voor de lange termijn en het nut om de trainer in te lichten, zodat hij er rekening mee kan houden.

0-10 schaal:

Wanneer je de sporter in een 0-10 schaal laat aangeven hoeveel pijn hij ervaart, dan zegt dat iets over die sporter op dat moment. Je kunt op een later moment dit weer vragen en vergelijken.

Voorbeeld 3

Je masseert een sporter voor een wedstrijd. Je voelt dat hij veel spierspanning heeft. De sporter vertelt je dat hij twijfelt over zijn plek in het team. Hij zegt: “Straks mag ik weer alleen de laatste vijf minuten spelen.”

Het is belangrijk dat jij oordeel-vrij blijft in gesprek. Wanneer je bevestigd dat maar vijf minuten spelen belachelijk is, dan draag je bij aan het vergroten van de stress, doordat je juist emoties oproept. Benoem dat dit vervelend is, maar dat hij dan moet zorgen dat hij in die vijf minuten alles laat zien wat hij in huis heeft, om zo meer speeltijd op te eisen.

Je kunt de sporter helpen spanning te reduceren. Dit kan door:

Muscle to mind

Bijvoorbeeld de handgrepen die je doet op de huid van de sporter. Wanneer door jouw aanrakingen de fysieke spanning vermindert, helpt dat de cognitieve processen (mentale verwerking in het brein) ook rustiger te laten verlopen. Soms zeggen sporters zelfs: “Ik dacht even helemaal nergens aan.”

Mind to muscle

Waarbij je cognitieve oefeningen geeft, waardoor de sporter meer rust in zijn lichaam ervaart. Ik laat je wat voorbeelden zien:

Ademhaling

Laat de sporter rechtop zitten met zijn voeten op de grond. Je vraagt hem zijn ogen te sluiten. Je zegt:

  • Schouders los;
  • Voel de lengte in je lichaam;
  • Voel je voeten op de grond;
  • Richt je aandacht op je ademhaling;
  • Merk op hoe jij ademt;
  • Adem drie tellen in door je neus;
  • Adem zes tellen uit door je neus of mond.

 

Spierontspanning

De sporter ligt op de massagetafel. Laat de sporter spiergroepen aanspannen (vijf seconden en weer ontspannen (tien seconden), waarbij hij navoelt. Bijvoorbeeld:
“Span je linker voet aan” (vijf seconden) en “Laat los” (10 seconden). Zo kan je van onder naar boven in het lichaam de spiergroepen langslopen.

Vlak voor de wedstrijd wil je ‘te veel’ spanning verminderen, maar je wilt uiteraard niet dat de sporter sloom het veld op gaat. Daarom oefen je zowel ademhaling als spierontspanning al op een eerder moment. Op de wedstrijddag kan de sporter dan met een korte oefeningen het gewenste effect bereiken en weet hij al wat voor hem werkt.

Voorbeeld 4

Je sporter voelt zich gespannen, doordat hij een finale moet spelen. Hij wil het zo graag goed doen. Hij voelt pijntjes in zijn lichaam.

Sporters zijn zich er niet altijd van bewust, dat zij spieren aanspannen in stressvolle situaties. Zo kan een sporter bij je komen met schouderklachten, die verergeren tijdens (die hele belangrijke) finale. Dat het juist dan gebeurt is geen toeval. De stress ontstaat door twijfel bij de sporter (“Kan ik wel de prestatie leveren, die van mij verwacht wordt en die ik zelf graag wil laten zien?”) Je voelt dit terug in zijn spieren.

Als sportmasseur kun je zorgen bij de sporter wegnemen, door zelf relaxed te zijn. Door je vertrouwen uit te spreken: “Weet je nog die vorige wedstrijd waar je zo goed was?”

Je kunt ook een korte visualisatie-oefening doen. Laat je sporter zijn ogen sluiten. Zeg: “Ga in gedachten terug naar je beste wedstrijd. Wat deed je daar? Wat voelde je? Wie waren erbij?” Laat de sporter in gedachten twee minuten in stilte naar die wedstrijd gaan. Hoogst waarschijnlijk ontstaat er een kleine glimlach op het gezicht. Dit zorgt voor een positief gevoel.

Voorbeeld 5

Als laatste is heel belangrijk, dat jij jouw grenzen bewaakt.

Soms vertellen sporters meer dan je lief is. Waak ervoor dat jij de neutrale sparring-partner blijft. Dit doe je door oordeel-vrij te blijven en je grens aan te geven. Je kunt advies vragen bij bijvoorbeeld een sportpsycholoog. Wanneer je opmerkt dat de sporter belemmerd wordt op meerdere gebieden, dus in werk, thuis, hobby’s en sport door zijn angsten, frustraties, zorgen, dan kun je doorverwijzen naar een huisarts of een (sport)psycholoog met een Gezondheidszorg Registratie.

Wanneer de sporter zichzelf vooral in de weg zit tijdens zijn sportprestatie, dan kan een sportpsycholoog VSPN® ondersteuning bieden. Dit zijn deskundigen die opgeleid zijn om diagnostisch de problematiek te onderzoeken en een passende behandeling/begeleiding te bieden. Op de site van de Vereniging van Sportpsychologen Nederland www.vspn.nl kun je sportpsychologen door het hele land vinden, dus ook bij jou in de buurt.

Mentale tip!

Blijf jezelf, dan ben je op je sterkst en sluit aan op de behoefte van de sporter. Als sportmasseur richt jij je op het verhelpen en voorkomen van fysieke klachten. Doordat lichaam en geest met elkaar verbonden zijn, loopt het mentale aspect als een rode draad hierdoor heen. Dit vraagt wat van jouw mentale coach-technieken, waarbij je nagaat wat er speelt. Je kunt mentale vaardigheden vanuit de GAS- en REM- methode toepassen zoals: gedachtencontrole, ademhaling-, spierontspanning- en visualisatie.

“Wanneer je jouw grenzen bewaakt, kan je mentaal zeker onderdeel maken van je begeleiding. Zo masseer je mentaal sterk!”

Literatuur:

  • Klein-Driesen, vd. D. (2017). Gas en Rem in de sport. Mentaal sterk coachen.
  • Harris, D.V. Relaxation and energizing techniques for regulation of arousal. In J.M. Williams (Ed), Applied Sportpsychology: Personal growth to peak performance (pp. 185-208);
  • Heil, J. & Podlog, L. (2012). Pain and performance (chapter 33, 622-624). The Oxford Handbook of Sport and Performance Psychology.
  • Jones, M.V. (2012). Emotion Regulation and performance (chapter 8, 154-172). The Oxford Handbook of Sport and Performance Psychology.

 

De eeuwige strijd tussen hart en hoofd

De eeuwige strijd tussen hart en hoofd

De boekrecensie is te lezen op Sportgeschiedenis.nl. Hieronder de recensie.

Gas staat voor emotie en rem voor de ratio. De juiste balans tussen de twee levert volgens Van der Klein-Driesen een optimale (sport)prestatie. In haar boek komen onder meer topsporters, coaches, ouders en scheidsrechters aan het woord. Ze praten over hun gevoelens en gedachtes bij trainingen en wedstrijden.

Van der Klein-Driesen verbindt deze ervaringen met inzichten uit de sportpsychologie. Zo geeft ze praktische oefeningen die kunnen worden toegepast in trainingen, en laat ze zien welke mentale technieken sporters bij wedstrijden kunnen inzetten.

“Het gaat bij de GAS- en REM methode om persoonlijk maatwerk. De ene sporter is de tenslotte ander niet.”
– Van der Klein-Driesen 

Van der Klein-Driesen stelt daarom voor iedere sporter een persoonlijk mentaal plan van aanpak op.

Rol publiek

De sportpsycholoog kijkt niet alleen naar de atleten, ook de directe omgeving van sporters heeft haar aandacht, zoals de rol van toeschouwers. Interessant hierbij is haar analyse van de reacties van het aanwezige publiek tijdens de voor Feyenoord zo desastreus verlopen – en vooraf als kampioenswedstrijd bestempelde – wedstrijd tegen Excelsior van begin mei dit jaar.

Saillant detail: Van der Klein-Driesen traint zelf zowel de jeugd van Excelsior als die van Feyenoord.

“Je voelde rond de wedstrijd een enorme spanning… De hele stad stond al dagen op zijn kop.” zegt ze in het Algemeen Dagblad.

Je persoonlijkheid draagt bij aan hoe je reageert als de wedstrijd in zo’n teleurstelling eindigt. Sommige supporters vluchtten letterlijk weg uit de Kuip. Een jongen naast me sloeg keihard tegen het stoeltje voor hem.

“De één wordt hoorbaar boos, emoties hebben dan de overhand: gas. De ander blijft rustig, is bezig met zijn gedachten: rem.”

Diverse scenario’s

Het is volgens Van der Klein zinvol om te weten hoe sporters tijdens een wedstrijd op het publiek kunnen reageren, spanning kunnen verminderen en zich kunnen herpakken. ‘Haal even één keer diep adem. Zorg dat je aandacht blijft bij de situatie. Dat zorgt voor wat rust en maakt je weer even bewust van wat er moet gebeuren.’

Verder helpt het volgens haar ook als sporters goed voorbereid zijn op ieder denkbaar scenario, of het nu goed of slecht gaat. ‘Dan kennen ze ook de oplossingen en lijkt het of ze het al eens eerder hebben meegemaakt.’

Het is wel jammer dat Van der Klein-Driesen vaak de meest eenvoudige oefening, of zelfs de simpelste gedachtegang, probeert te vangen in een schema of diagram. Dat had wel een onsje minder gemogen.

Waarom zou je GAS en REM in de sport lezen?

Gas en rem biedt zowel sporters als trainers een uitgebreid pakket aan mentale oefenstof, van ademhalingsoefeningen tot visualisatie tips.

Het ‘cursusmateriaal’ is niet wollig geformuleerd – zoals vaak bij psychologisering het geval is – maar juist heel duidelijk en goed leesbaar opgeschreven.

Voor een ieder die zich wil verdiepen in de sportpsychologie is Gas en rem echter een prima startpunt of naslagwerk.

Overtuigd? ;).

Gas en Rem in de sport - Mentaal sterk coachen

‘GAS en REM in de sport. Mentaal sterk coachen’ is geschreven voor coaches, sporters, ouders, scheidsrechters en begeleiders in de (top)sport.

Het boek gaat over de invloed van emoties (GAS) en gedachten (REM) op prestatiegedrag. Hoe haal je het beste uit jezelf? Hoe stuur je bij met jouw coachgedrag?

Lees hier meer over GAS en REM in de sport. Mentaal sterk coachen.

 

Yoga populairder dan ooit

Yoga populairder dan ooit

Ik doe zelf twee keer per week yoga. Hierdoor ervaar ik wekelijks de kracht van jezelf op de REM zetten, rust pakken door fysieke houdingen en even aan ‘niets denken’. Je leert hiermee jouw eigen gedachten sturen. Dat is heel prettig, want ook bij mij is het met regelmaat een chaos in mijn bovenkamer.

Lees het artikel hieronder

In ons hectische bestaan moeten we ergens rust vinden

Werd yoga tot een paar jaar geleden nog vooral gezien als een zweverige bezigheid, ondertussen weten veel mensen wat de downward dog is en vieren we al de derde Wereld Yoga Dag. Het is een van de snelst groeiende sporten in Nederland. De reden? “Er komt tegenwoordig zo veel op mensen af, yoga is een manier om rust te vinden.”

Anne Bjørndal geeft al ruim dertig jaar yogales, en heeft de sport zien groeien. “Yoga wordt steeds meer geaccepteerd als onderdeel van een gezond leven”, zegt ze. “In ons heel hectische bestaan, waarin we continu contact hebben met allerlei mensen en er veel eisen aan ons worden gesteld, zoeken we naar rust. We zoeken naar een tegenhanger van digitalisering.”

Superfood en mindfulness

Ondertussen hebben ruim 800.000 Nederlanders die gevonden in yoga. Zij zitten, staan of liggen regelmatig in yogahouding. Volgens onderzoek van de Vereniging Yogadocenten Nederland hebben in totaal 1,6 miljoen Nederlanders in de afgelopen zes maanden een keer aan yoga gedaan.

“Ik denk dat yoga zo snel groeit omdat het samenhangt met andere gezondheidshypes”, zegt sportpsycholoog Lea Raemaekers. “De afgelopen jaren zijn we ontzettend geïnteresseerd geraakt in superfoods en mindfulness. Yoga past in die trend. Mensen zijn op zoek naar rust en zingeving in de drukte van de dag.”

Lichaam én geest

Natuurlijk kun je die rust ook vinden in voetbal of hardlopen, zegt Bjørndal, maar mensen kiezen voor yoga omdat ze dan bewust met zichzelf bezig moeten zijn. Als je ingewikkelde lichaamshoudingen aan moet nemen en tegelijkertijd ademhalingsoefeningen moet doen, is het lastig om nog bezig te zijn met je boodschappenlijstje. “Je kunt het helemaal loslaten. Daarom komen mensen tot rust tijdens een yogales.”

Daar komt bij dat yoga in de afgelopen jaren veel normaler is geworden. “Eerst was het echt een beetje een elitesport, maar omdat het ook in de media veel meer voorbijkomt, zijn de vooroordelen weg. Een paar jaar geleden dachten mensen nog dat het te zweverig voor hen was, nu zie ik die mensen terug in de yogastudio omdat ze weten dat yoga voor hun lichaam een hele goede sport is, maar ook voor hun geest.”

Nederlands elftal

Daarnaast wordt de sport volgens sportpsycholoog Daniëlle van der Klein-Driesen populairder omdat van veel topsporters bekend is dat ze aan yoga doen. Het Nederlands Elftal heeft bijvoorbeeld weleens yoga-oefeningen in de trainingsroutine gebruikt. De sport wordt daardoor gewoon, waardoor mensen makkelijker op zoek gaan naar een yogastudio.

En die zoektocht wordt ze heel makkelijk gemaakt, want steeds meer sportscholen bieden yogalessen aan. Dat betekent dat er veel verschillende yogalessen zijn, zodat er vaak wel eentje is die bij je past. “Je hebt lessen die heel rustig zijn en bijna een beetje zweverig, maar ook hele zware yogalessen waarbij je op het einde echt uitgeput bent”, zegt Van der Klein-Driesen.

“Ik zie in ieder geval dat er ondertussen veel verschillende soorten mensen aan yoga doen. Jong en oud, man en vrouw, maar ook laag- en hoogopgeleid. Blijkbaar hebben mensen er echt iets aan.” Toch past yoga niet bij iedereen, denkt ze. “Ik zie ook genoeg mensen die na een yogales denken: ik heb alleen maar op de grond gelegen, dit is toch geen sport? Die mensen moeten voor een zwaardere variant kiezen, of gewoon een wat fysiekere sport gaan doen.”

Afsluitend:

Yoga is voor iedereen, maar je moet het wel trainen. Daar moet je net als bij fysieke training tijd in steken. Het helpt mij in het dagelijks leven om beter te functioneren.