Van de regen in de flow. Een flexibel team.

Van de regen in de flow. Een flexibel team.

Het regende hard tijdens ons teamuitje, maar dat mocht de pret niet drukken. We vierden de afsluiting van de proefperiode van Sport in Perspectief. De start van nieuwe avonturen. Volgend seizoen gaan we Sport in Perspectief onder andere draaien bij S.B.V. Excelsior, PAC Atletiek, Intime Tennis Academy, Ad Vantage Tennis Academy, Alexandria ‘66, Hockeyclub Victoria, ADO Korfbal, Turnz Gymnastics Amsterdam, Geoffrey Berens Karate en Aikido Rotterdam.

In de flow

Team Flow: Robert, Wouter, Marloes, Steffy, Twan, Danielle, Michel, Marc, Esther, Marcel, Channah, Angelie, Rob en Martijn. Shirts Patrick de Werk.

Met zo’n team raak je vanzelf ‘in de flow’. Slim, creatief, loyaal, betrouwbaar, kritisch, humorvol, gemotiveerd, wat een fijne mensen. En voor ieder die met ons gaat werken, die bellenblaas (van Martijn) ga je zeker tegenkomen, omdat het vertegenwoordigt waar wij voor staan: plezier, optimale spanning en focus. Sporters laten presteren met plezier.

Suppen

Plezierig sporten daar houden we zelf ook van. Laat Marloes de nieuwe stagiair Sport- en Prestatiepsychologie nu net een eigen subschool hebben.

Dat begon heel keurig.

Flexibel in de stromende regen

Het ging steeds harder regenen, maar toen bleek ook onze andere nieuwe stagiaire Channah verborgen talenten te hebben.

Waarbij de rest van Team Flow dacht: ‘Dat kunnen wij ook’

Het toont aan: ‘Oefening baart kunst’. Daarna BBQ-en, waarbij we toestemming hadden van Grapperhaus de hele nacht door te feesten. Dat hadden we verdiend.

 

Topsporters zijn geen medaillesmachines

Topsporters zijn geen medaillesmachines

https://www.linda.nl/nieuws/sport/sportpsycholoog-mentaal-welzijn-topsporters/

PSYCHOLOOG OVER MENTAAL WELZIJN IN TOPSPORT: ‘NET ZO BELANGRIJK ALS FYSIEK’

(Top)sporters staan regelmatig onder flinke druk en gaan van wedstrijd naar wedstrijd. Het is daarom belangrijk om structureel aandacht te besteden aan hun mentale welzijn.

Daarom vertelt Sportpsycholoog Daniëlle van der Klein-Driesen van Flow Mentale Training hoe sporters het best mentaal begeleid kunnen worden.

MENTAAL WELZIJN

“Voor mij is het heel logisch dat mentaal trainen een vast ritueel is in een trainingsprogramma. Want niet alleen fysiek, maar ook mentaal moet je je lichaam leren kennen”, legt de sportpsycholoog uit. “Vaak wordt er pas aan de bel getrokken als er mentaal gezien iets misgaat. Dan moeten we er als sportpsycholoog even naar kijken en door. Een sterke service leren bij tennis kost jaren training. Maar mentaal is dat precies hetzelfde.”

 

“Tijdens een tenniswedstrijd wordt er mentaal veel van een speler gevraagd, zoals zelfvertrouwen, maar ook concentratie en doelgerichtheid. Een toptennisser heeft veel ruimte om na te denken, tijdens én na de wedstrijd. En daarmee dus ook veel tijd om met zichzelf in de knoop te zitten. Het helpt als een tennisser leert om met frustratie, twijfel en angsten te dealen, want die komen af en toe ongevraagd mee de baan op.”

GEEN MACHINES

“Het is een voorwaarde om jezelf te leren kennen, want bij wedstrijden moet je het helemaal alleen doen. Preventief mentaal trainen op de baan en kijken hoe je het beste te werk kunt gaan. Vooraf oplossingen zoeken voor mogelijke belemmeringen. Dat levert veel op. We moeten gewoon structureel in gesprek gaan met topsporters over hun mentale welzijn.”

Van sporters kunnen we nog wel eens verwachten dat het een soort machines zijn. Dat ze altijd maar kunnen presteren (en het liefste ook nog winnen). “Maar we moeten onthouden dat zij ook gewoon mensen zijn. Zij hebben ook mindere periodes. Met sommigen van hen gaat het ook niet altijd goed”, legt Van der Klein – Driesen uit.

NAOMI OSAKA

Tennisser Naomi Osaka is een voorbeeld daarvan, en zij spreekt zich daar als een van de weinige sporters nu over uit. “We weten niet wat er speelt bij Osaka, maar het is wel heel goed dat zij zich erover uitspreekt. We zeggen allemaal dat we het belangrijk vinden, maar daar moeten we ook naar handelen”, vertelt de sportpsycholoog.

De druk is ontzettend hoog bij een speler zoals Osaka, en moeten praten met pers – want ook haar prijzengeld en contracten hangen hiermee samen – maakt dat niet makkelijker. “Zij geeft aan dat het haar niet lukt. Dat is wel een heel duidelijk signaal. Dat is geen onwil, dat is onvermogen. Geef haar de tijd voor herstel. Ik ben benieuwd wat zij kan laten zien wanneer het beter met haar gaat.”

Zo laat een trainer mij op mijn best presteren

Zo laat een trainer mij op mijn best presteren

Door: Mortiz Schroeter, Tennisser Intime Tennis Academy

Mijn naam is Moritz Schroeter en ben 18 jaar oud. Mijn passie is tennis. Op jonge leeftijd ben ik al in aanraking gekomen met deze mooie sport. Dit kwam door mijn ouders en zussen die vaak gingen spelen op de club. Op mijn vijfde was ik al regelmatig te vinden bij het muurtje van de club, daar waar ik uren lang tegen stond te spelen. Ik wist al snel dat ik verder wilde tennissen, omdat ik hiermee mijn energie kwijt kon. Mijn ouders waren hier blij mee, want ik was nogal een druktemaker zodra ik mijn energie niet kwijt kon. Snel begon ik vaker te trainen. Daarnaast voetbalde ik ook nog. Dit deed ik bij SJC, onze plaatselijke voetbalclub in Noordwijk. In groep acht heb ik de keuze gemaakt voor tennis.

Intime Tennis Academy

Ik train nog steeds erg veel. Dit doe ik bij de tennisschool Intime Tennis Academy, gevestigd in Zoetermeer en Rijswijk. Mijn hoofdtrainer en coach is de jonge en spontane Martijn Molenkamp. Hij heeft onder andere zijn bachelor gehaald voor Business Administration (logistiek en Economie) en heeft ook college tennis gespeeld en gestudeerd aan Midwestern State University, Texas. Ik werk erg graag samen met hem.

Mijn mentale trainster is Daniëlle van der Klein-Driesen. Zij is de eigenaar van Flow Mentale Training, Praktijk voor Sportpsychologie. Sinds 2,5 jaar werk ik samen met haar en vind de samenwerking erg fijn. In een gesprek met haar, dat ik onlangs heb gehad, vroeg zij mij of ik uit het perspectief van een tennisser kon vertellen, wat ik van een trainer nodig heb om op mijn best te kunnen presteren. Ik vertel het vanuit mijn ogen, dus let op, dit is niet voor iedereen hetzelfde. Het is iets wat voor mij werkt en waarvan ik overtuigd ben dat dit voor elke tennisser kan werken.

Mijn coach en trainer

Zoals al eerder verteld, Martijn Molenkamp is mijn coach en trainer. Ik ken hem nu 4,5 jaar en sinds 1,5 jaar is hij mijn vaste coach en trainer.  Hetgeen wat ik erg fijn vind is dat ik het echt heel erg goed met hem kan vinden. Hij weet hoe ik op school presteer, hoe mijn thuissituatie is en kent mijn sociale leven.

Oftewel Martijn weet alles van mij en is mijn  belangrijkste vertrouwenspersoon. Wij begrijpen elkaar gewoon erg goed en wij kunnen samen lekker werken.

Dit komt onder andere door de mate van commitment die wij allebei hebben, waarbij we ernaar streven om mij als tennisser verder te ontwikkelen. Samen stellen wij concrete doelen op waar wij aan willen werken. Concrete doelen zijn belangrijk, want ‘’Ik wil beter worden’’ is te ruim bekeken en je moet concreet weten waaraan je wilt werken. De mindset van Martijn trekt mij  erg aan. Hij heeft mij in verschillende dingen weten te overtuigen van zijn mindset op de baan die ik nu zelf ook gebruik.

Als voorbeeld: ‘’Die bal moet over het net tussen de lijnen, duizend keer achter elkaar. Maakt mij niet uit hoe je het doet, maar laat het lukken.’’

In het begin vond ik dit nog lastig, omdat ik zelf vaak mooie dingen wilde laten zien. Ik ben altijd iemand geweest die voor big shots wilde gaan en mooi tennis wilde laten zien. Maar wat is ‘mooi’ tennis dan? Vaak in trainingen als Martijn dan weer een punt maakt door een miss-hit die via de netband op de lijn terrecht komt, roep ik meestal: “Weer zo lelijk op z’n Martijns’’ waarna hij vaak zegt: ‘’Dat zijn de mooiste punten.’’ Dit ben ik echt ingaan zien. Martijn heeft met zijn manier van ‘lelijk’ en ‘makkelijk’ spelen mij laten zien wat eigenlijk echt mooi tennis is.

Want hoe moeilijk is het nou om het makkelijk en zakelijk te houden?

Onwijs moeilijk kan ik je vertellen, maar als je dit vaak voor elkaar krijgt dan is dat waar het ‘mooie’’ tennis vandaan komt en niet van de big shots. Wat zijn big shots na een verloren wedstrijd? Niks. Niemand zal praten over die ene backhand langs de lijn als diegene toch de wedstrijd verloren heeft. Tennissers zullen eerder praten over hoe ‘’lelijk’’ en hoe ‘’makkelijk’’ iemand een wedstrijd binnen haalt. Dit is wat ik mij recent besefte.

Mentaal

Daniëlle heeft ook een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van mij als tennisser. Veel mensen kennen mij als heethoofd op de baan. Iemand die altijd scheld en altijd door het lint gaat. Zodra ik mijn mond open deed was de wedstrijd eigenlijk al verloren, want de eerste reactie zorgde voor een domino-effect die resulteerde in dat ik mijzelf compleet uit de wedstrijd praatte.

‘’Zo typisch Moritz,’’ ik hoor het mijn vader nog steeds zeggen.

Tot het punt waar ik mijn eerste gesprek had met Daniëlle. Alleen het feit al dat ik met haar sprak over mijzelf heeft mij erg bewust gemaakt van wat ik nou allemaal op de baan doe. In de eerste 1,5 jaar heb ik onwijs veel informatie opgevangen over wat ik allemaal zou kunnen doen om mijn mentale gesteldheid te verbeteren. Zij spreekt over de GAS en de REM in de sport. De REM gebruik je in momenten waar je bijvoorbeeld erg gefrustreerd bent. Je remt lettelrijk af om even te beseffen in wat voor situatie je bevindt en wat voor oplossing je hiervoor nodig hebt. Zodra de oplossing is gevonden, geef je weer gas om dit op het goede spoor te leiden. Ik kan nu met volle honderd procent zeggen dat ik deze middenweg heb gevonden.

Ik weet steeds vaker het juiste laatje open te trekken in bepaalde situaties.

Hierdoor krijg ik veel rust en overzicht en dit zorgt ervoor dat ik mij super comfortabel voel op de baan. Dit betekent natuurlijk niet dat ik nooit meer mijn mond open doe, maar het zorgt er niet meer voor dat ik door mijn reacties de wedstrijd verlies. Ik ben tenslotte geen robot, maar een mens die zich ook door emoties laat leiden.

Dingen die spelers nodig hebben van een trainer om het best te kunnen presteren zijn:

  • Vertrouwen in elkaar.
  • De trainer hoort de complete situatie van spelers te weten, om een zo goed mogelijke band op te bouwen.
  • Spelers horen hard en slim te werken aan de concreet gestelde doelen.
  • Beiden moeten hun volle commitment in de trainingen stoppen voor maximaal resultaat.
  • Mentale rust en overzicht creëren.
  • Volle overtuiging in alles wat je doet.

Wil je meer lezen:

 

Zo leer je jonge tennissers omgaan met wedstrijdspanning.

De mentale wipwap van tennis

 

 

 

De balans tussen een pedagogisch- en topsportklimaat lijkt bij turnen ver te zoeken, maar niet onvindbaar

De balans tussen een pedagogisch- en topsportklimaat lijkt bij turnen ver te zoeken, maar niet onvindbaar

In opdracht van de turnvereniging Turnz, waarin ook het RTC Turnen huist en de gemeente Amsterdam zijn er twee klankbordgroepen gevormd. Eén groep met (oud) topturners en een topturner. En een klankbordgroep met turnouders. Daniëlle van der Klein-Driesen (Flow Mentale Training) orthopedagoog/sportpsycholoog bij Turnz doet de aansturing en advisering. De (oud)topturners trapten dit weekend samen af.

Liefde voor turnen

Gemeenschappelijk delen de (oud)turners de liefde voor hun sport. Zij hebben ervaring met turnen op het allerhoogste niveau: Oranje, Olympische Spelen, tot de selectie behoren of er net buiten vallen. Ze delen tevens de onrust die ze voelen als het over hun sport gaat. Een aantal oudturners heeft heftige dingen meegemaakt en ervaart daar nog steeds de gevolgen van. De vraag die leeft is: “Waarom deden we dat eigenlijk zo?” Als topturner in een systeem waarin ook zij klaargestoomd werden/worden om tot de allerbesten te behoren. Dit gaat over ‘vroeger’, maar ook over ‘nu’ omdat ze bijvoorbeeld nog topturner zijn, turnmoeder, kinderarts of trainster.

“Mijn vader herinnerde zich een gek “copingsliedje” wat hij in de auto zong als ik naar de wekelijkse landelijke selectie training ging. Om mij daarvoor op te laden en geestelijk te wapenen, maakten mijn vader en ik de trainer belachelijk. Dat had ik nodig om turnen vol te houden.”
– Oudturner

Met de klankbordgroep richten wij ons op het nu. Wij vragen ons af:

Hoe stel je het kind centraal binnen een (top)turnomgeving? Door kennis en ervaring te delen, willen we concrete betekenis geven aan een positief turnklimaat bij Turnz.

Turnz

De turnvereniging is onderdeel van een breder systeem: De KNGU en NOC*NSF. Zij zijn op dit moment hard bezig met de ‘search for change’ of te wel de cultuurverandering in de gymsport. Met onze klankbordgroep starten we klein. Van binnenuit, oftewel bij de club. Turnz heeft aangegeven een voorbeeldrol te willen nemen.

Door open te zijn wat er ‘anders kan’ op clubniveau en vooral vast leggen ‘wat werkt dan wel?’

Wat is de norm?

Als het over turnen gaat ,ontstaat er eerlijk gezegd in mijn pedagogisch en sportpsychologisch brein kortsluiting. Ik hoor mijn dilemma’s terug in deze klankbordgroep:

  • Dertig uur per week trainen, twintig uur naar school, 15 uur reistijd en tien uur huiswerk.
  • Als twaalfjarige elke dag in een Tupperware bakje je opgewarmde eten opeten onderweg naar de training.
  • Kinderen op jonge leeftijd in een gastgezin.
  • Stilstaan op een rijtje.
  • Blessures niet vertellen aan de trainer.
  • Onmogelijke eisen aan een (puber)lichaam.
  • Ouders die het laten gebeuren, maar op de tribune er wel over klagen.
  • Machtposities van trainers die bepalen wie wel en wie niet.
  • De hoge prijs fysiek en mentaal voor medailles.
  • De veel grotere groep die nooit medailles haalt.
  • Het gevoel van falen bij vroegtijdig met de sport stoppen.
  • Het teleurstellen van je trainers en ouders als je minder presteert of stopt.

Wie ben je nog als je geen turner bent?

“Een weegschaal is een rotding. Het trekt nog steeds mijn aandacht.”
– Oud-turner

Voor alle sporten geldt, wanneer de balans verdwijnt (zeker gedurende langere tijd) dan loopt een kind risico op psychische en fysieke schade.

De (oud) turners vinden nodig voor een positief sportklimaat:

  • Trainen in een groep.
  • Meerdere trainers, zodat ze elkaar kunnen versterken en bij kunnen sturen.
  • Gelijkwaardigheid: geen klein kind tegenover de grote mens.
  • Plezier voorop.
  • De turner de kans geven zich als mens te ontwikkelen.
  • Structurele aandacht op bestuurlijk niveau aan het pedagogisch opleiden van trainers.
  • Intervisie waarbij trainers zichzelf onder de loep nemen.
  • Zelfreinigend vermogen van clubs en bonden.
  • Meer mogelijkheden voor kinderen om te turnen op andere manieren, bijvoorbeeld circusschool of trampolinedemonstratie.

Waar moeten we dan aankloppen? Bij de bond, de besturen, de clubs, de trainers, de ouders, de turners? Ook deze klankbordgroep heeft geen toverstafje. Toch kun je stap voor stap ervoor gaan, van klein naar steeds groter. Er gebeurt ook heel veel goeds in turnland. Dat moeten we zichtbaar maken.

VERANDERING ONTSTAAT ALS JE ERMEE BEGINT

Bij Turnz het startschot

Opdracht voor Turnz deze maand. Verwerk in iedere training die je geeft minimaal één spelelement (ook voor de zestienjarigen). Oftewel laat ze rennen, vangen, rollen, kruipen, opdrukken, tikken met een resultaat of aandachtselement. Deze oefening mag best afwijken van hoe je jouw training normaal geeft, maar je kunt het ook verwerken in bijvoorbeeld jouw warming up, tussendoor of als afsluiting.

Ze trainen hiermee fysiek, maar ook mentaal: aandacht richten, communiceren, keuzes maken en oplossingen zoeken.

Samen lachen, daar krijg je positieve energie van, waardoor je graag gaat turnen!

www.sportinperspectief.nl

Turnmoeder in Als je maar wint: “Als moeder moet ik leren te genieten van mijn kind als ik bij een wedstrijd zit. Waarom moet ik zenuwachtig zijn? Maar ik heb ook die gedrevenheid om te presteren. Hij wil zo graag dat het lukt en ik gun het hem zo.”

 

Tennis is net schaken. Sport in Perspectief bij Intime Tennis Academy

Mentale training op de atletiekbaan net zo normaal als loopscholing

 

GAS en REM bij Excelsior. Mentale voetbaltraining

GAS en REM bij Excelsior. Mentale voetbaltraining

GAS en REM <10 t/m <21

 

In de zomer hadden we een bijscholingsdag waar onder andere de GAS en REM leerlijn geïntroduceerd is bij de trainers van <10 t/m <21. Dit seizoen zijn we GAS en REM aan het toepassen op het veld. De middenbouw krijgt mentale training op het veld. De andere teams worden meegenomen in de theorie en kunnen zelf onderdelen gebruiken. Uiteraard bij ieder team passend bij de leeftijd van de spelers.

De inhoud richt zich op de coach en de spelers. Zij gaan hun eigen (prestatie)gedrag en dat van anderen beter begrijpen en daardoor effectiever reageren. Het gaat niet om het stickertje gasser of remmer, maar vooral om het herkennen van de acties die iemand doet tijdens trainingen en wedstrijden en het bijsturen. Hoe handelen spelers als ze onder druk staan? Blijft er dan balans tussen GAS en REM.

Mentale voetbaltraining

Verandering ontstaat pas, wanneer de spelers de kans krijgen de mentale vaardigheden te trainen op het veld. Daarom staat er iedere maand een ander thema centraal: GAS en REM, Doelen stellen, Optimale spanning, Focus, Vechtlust, Zelfvertrouwen, Cirkels van invloed, Gedachten sturen, Emotionele stabiliteit en Aandachtsstijlen. Zowel voor de individuele speler: Wat doe ik?  En het team: Hoe doen we het samen? 

Iedere maand staat een ander thema centraal, die verwerkt in de voetbaltraining. Door onder andere de vragen die de trainer stelt wordt een mentaal aspect aan de training toegevoegd, waarbij de trainer zich richt op de individuele speler of het team als geheel.

Vooraf: Wat is je/ons doel? Waar richt je jouw aandacht op? Waar kijk je naar? Hoe coach jij jezelf? Hoe coach je de ander? Wat doe je voor de wedstrijd om scherp te zijn? Wat is je/ons plan?
Achteraf: Is het gelukt? Hoe heb je/jullie het ervaren? Waar was je met jouw aandacht? Waar keek je naar? Wat zei je tegen jezelf/de ander? Ging je/jullie er beter door spelen? 

Voorbeeld doelen stellen 

Het mooie van jonge spelers is dat ze leven bij de dag. Vandaag heb ik het naar mijn zin of niet. Daarom moeten wij ook zorgen dat het vandaag leuk is. Wanneer kinderen bij een BVO voetballen wil je ze ook leren af en toe naar de langere termijn te kijken. De spelers zeggen eerlijk, dat nu er geen wedstrijden zijn het soms best lastig is hard te blijven trainen. 

Ik vroeg de spelers van <13: Wie wil er profspeler worden? Alle handen omhoog. Mooie buitenlandse clubs werden genoemd. Ik zei: “Wat gaan jullie vandaag doen om de kans te vergroten dat dit gebeurt?” Het team besloot te gaan trainen als een prof. We maakten een rondje wat ze dan gingen doen, om zich als een professional te tonen. “Ik ga geen geintjes meer maken,” zei een speler. “Ik ga honderd procent geven, dus ik ga voor alle ballen,” zei een ander, “Ik ga luisteren naar de instructie van de trainer.” 

“Ik ben benieuwd,” zei ik. De trainers kregen de opdracht te observeren.
Het grappige was, dat de hele warming up in bijna stilte werd gedaan, terwijl het normaal best een luidruchtig groepje is. Na de warming up bespraken we welke (prestatie)gedrag we gezien hadden. Gingen ze bijvoorbeeld door de rust die ze toonden beter presteren? 

“Ik kon mij beter concentreren zij een speler.” Een doel stellen helpt inderdaad je aandacht te richten. Daar hoeft het niet doodstil voor te zijn en af en toe een geintje maakt trainen leuker, maar als je met aandacht je bewegingen uitvoert, dan word je beter. We deden weer een rondje doelen stellen, waar ga jij je de rest van de training op richten? Aan het einde van de training vroegen we na of het gelukt was en wat dit met hun voetballen deed.

Het werkt bij ieder team anders

De trainers van Excelsior zijn leergierig en bereid te investeren in mentale training. De trainers komen zelf met prachtige werkvormen waarin we de mentale thema’s aan bod laten komen: 

  • Bewust: De trainer en ik leggen het mentale thema uit. Let op……….. 
  • Onbewust: We laten ze het mentale doel ervaren zonder dat ze dit in de gaten hebben.Bijvoorbeeld: 

We speelden een partijtje gassers tegen de remmers. Dat is lachen, want je hebt dan een team die voortdurend een hoop kabaal laat horen en een team waar er volledige stilte is (niemand die roept). Tussendoor hebben we de voor- en nadelen van veel roepen en rust besproken. De spelers kunnen van elkaar leren.
We draaiden de rollen. De gassers moesten in drie punten een plan bedenken en dat uitvoeren. Zij kwamen eerst met vijf verschillende plannen, waar ze 1 plan van moesten maken (wat gaan we doen?). De remmers moesten elkaar positief hardop coachen. We hoorden spelers die we anders nooit horen.

De spelers leren hiermee dat iedereen anders is. Dat dit ook goed is en juist een team sterk maakt. Wanneer je iets extra’s doet dan maakt dat je een completere speler. 

Op deze foto zie je dat de <14 voetballers moeten zorgen dat ze de bal van de hand van de ander tikken en moeten zorgen dat dit met hun eigen bal niet gebeurd. Je ziet dat direct wie voor veilig gaat (Rem) en vol in de aanval (Gas).

 

 

Wil je meer lezen bestel het boek GAS en REM in de sport. Mentaal Sterk Coachen:

Boek