Epke Wonderlamp

Epke Wonderlamp

Goud

De beelden van Epkes Olympische deelnames laat ik vaak aan jonge sporters zien. Het geeft prachtig weer, hoe dicht winst en verlies bij elkaar liggen.

2008, een glippertje en weg.

2012 Goud.

2016, een foutje en je ligt plat op je neus.

Daar gaat je medaille en al je uren trainen. Voor goud moet alles kloppen: fysiek, technisch, tactisch en mentaal. Vooral die laatste twee vind ik natuurlijk heel interessant.

Hoe zorg je dat je scherp bent op het juist moment? Dat je ritme, timing en waarneming optimaal is?

Mentale voorbereiding

De beste sporters voelen ook angst, zenuwen, twijfel vooraf. Het gaat vooral om de interpretatie van dat gevoel. Merk je dit op als een belemmering of als een gezonde reactie van je lichaam, die zich voorbereid op het spannende moment dat gaat komen. Het is bijvoorbeeld handig om te weten wat je doet, wanneer je startplek bekend is. Ben je als eerste, in het midden of als laatste aan de beurt.

Ook Epke heeft zijn voorkeur, maar het is vooral belangrijk hoe hij zijn ‘wachttijd’ zinvol invult.

Dat is dat je behalve een fysieke ook een mentale warming up doet. Bij het wachten liggen de afleidingen op de loer. Je hoort dan bijvoorbeeld het publiek uit z’n dak gaan omdat je tegenstander heel goed bezig is (denk bijvoorbeeld aan de Duitse Fabian Hambüchen bij de Olympische Spelen in 2012 die nog voor dat Epke moest, een hele mooie prestatie neerzette).

De mensen om je heen roepen nog wat naar je.

“Het draait er op dat moment om, wat je tegen jezelf zegt.”

Turnen leent zich goed voor een visualisatie-oefening. Immers de situatie is voorspelbaar. Je weet wat je wilt gaan doen. In gedachte kun je jouw optimale bewegingsuitvoering precies doen. Soms schiet daar een gedachte doorheen waarin het mis gaat (zeker als je eerder op je neus gevallen bent).

Je brein geeft alleen aan ‘Let op’. Het mooie van een gedachte is, dat het maar de gedachte is en dat je het nog een keer op de gewenste manier in je hoofd kunt uitvoeren. Daarna vat je in een paar korte taakgerichte termen samen: Zo ga ik het doen. De gereedheid in het lichaam is gestart.

Daarna doe je een ademhalingsoefening, waarbij jij je even afsluit en je hartslag en spierspanning optimaliseert.

Epke Wonderlamp wint goud. Kijken deze video! Met Hans van Zetten als commentator laat deze prachtige prestatie de meest neutrale toeschouwer niet onbewogen.

Wat ik al zei: sportbewondervlinders.

 

De 25 rondjes van Sven Kramer

De 10 kilometer van je leven

Sven Kramer weet als geen ander zijn gas- en rempedaal te bedienen. Door volle bak te gaan en slim te rijden. Het MOET morgen goed gaan. Sven wil revanche vanwege twee mislukte 10 kilometers op de Olympische Spelen. Sven is in staat om deze ervaringen om te zetten in vuurwerk, waar hij laat zien wie de koning is op deze afstand.

Taakgericht denken

Behalve fysiek, vraagt dit mentaal het uiterste. Sven in het AD over zijn 10 kilometer:

“GAS aan en nergens aan denken.’

Die power dat gaat wel lukken, maar ‘niet denken’, dat is zeer moeilijk tijdens zo’n lange afstand. Je kunt trainen op taakgericht- en positief denken. Tegelijkertijd komen gedachten vanzelf.

Kjeld Nuis dacht tijdens zijn gouden 1500 meter: “Zitten, rammen.” Dit zijn taakgerichte gedachten, die helpen als je onder druk staat.

Jorien ter Mors dacht op het laatste rechte stuk van haar 1000 meter: “Pap, help mij.” Een persoonlijke gedachte die een extra zetje gaf.

Jochem Uytdehaage vertelde mij, dat hij in Salt Lake City drie rondjes voor het einde dacht: “Als ik nu niet val, dan win ik goud.” In principe een afleidende gedachte. Uytdehaage verving dit door de taakgerichte gedachte: “Harder afzetten, druk voelen op mijn benen, Tsjeh, tjseh.” Dit laatste is het geluid van ritmisch afzetten met de schaats.

Jochem schaatste naar goud.

“Sven GAS erop!, zitten, rammen, tsjeh, tsjeh!”

 

GAS erop… de Olympische Spelen zijn begonnen

Visualiseren of dromen?

Dan is daar ineens Carlijn Achtereekte die zichzelf verrast met een gouden plak, prachtig! Hier heeft ze jaren voor getraind en alles klopte vandaag. Deze race heeft ze vaak gevisualiseerd, ze weet wat ze kan. Toch helpt haar onbevangenheid haar ook, waardoor ze volle bak durft te gaan.

Onbevangenheid ontstaat doordat er er in het brein minder of nog geen herinneringen zijn opgeslagen waarin het mis gaat. Gas geven gaat daardoor makkelijker, doordat je nog geen waarschuwing krijgt; ‘Pas op, straks….’

Zelfspraak

Zo zegt Ireen Wüst over haar eigen race:

“Ik dacht nog: Zal ik het laatste stuk mijn armen losgooien, maar daar kan ik ook te wild door gaan rijden, dus daarom heb ik het maar niet gedaan.”

Dit zijn twijfel gedachten die je de kop kunnen kosten, als het gaat om acht honderdste van een seconde. Hier is het juist de ervaring, die ook kan tegenwerken.

Gas erop!

Terug naar Sjinkie op net 2. Hij rijdt slim en doet in de in de eerste twee ritten precies wat hij moet doen. Zo is hij snel genoeg en blijft overeind. In tegenstelling tot een aantal tegenstanders die als curlingstenen de matten in glijden.

Bij shorttrack moet je veel meer dan bij het lange baan schaatsen rekening houden met je tegenstanders. Het ligt daardoor niet altijd alleen aan jezelf.

In de finale rijdt Sjinkie naar het zilver. Een fantastische prestatie, maar toch…. het berekende rijden, kan je ook ‘te veel’ op veilig (REM) zetten. Had Sjinki niet vol GAS de Koreaan aan gort moeten rijden ook aan het einde of was dit de beste zet?

De Olympische Spelen zijn begonnen. Ik zeg: GAS erop!