Versterking voor TEAM Flow Mentale Training

Versterking voor TEAM Flow Mentale Training

Alleen ga je sneller, samen kom je verder! Het is fijn samen te sparren, ideeën te verzinnen en kennis en ervaring te delen of simpelweg met elkaar te lachen. We willen sportpsychologie toegankelijk en toepasbaar maken op het sportveld, de baan, de mat of in het water. Ons doel om de structurele mentale methode ‘DE MENTALE VELDTRAINING’ voor talentvolle sporters in te zetten bij talentencentra en BVO komt steeds dichterbij.

Ons team wordt versterkt door:

Hillie Heinsbroek

 Ik ben Hillie (1984). In 2007 heb ik de Fontys Sporthogeschool afgerond. Sindsdien ben ik tien jaar werkzaam geweest als docent Lichamelijke Opvoeding op een VMBO school. Ondertussen heb ik mijn master Bewegingswetenschappen gehaald. Ik ben in 2017 begonnen met de Postacademische Opleiding tot Praktijk Sportpsycholoog. Na het behalen van al mijn vakken ben ik net begonnen met het begeleiden van sporters. Mijn eigen achtergrond ligt in de roeisport, waar ik als stuurvrouw (en later als coach) vele landelijke wedstrijden heb mogen sturen (en coachen). Momenteel doe ik op recreatief niveau aan triathlon.

Ik houd van werken met groepen en werken met jeugd. En het is voorrecht te morgen werken met individuele sporters die gemotiveerd zijn om zichzelf op mentaal vlak te ontwikkelen.

Mijn waarden zijn persoonlijk, verbinding en verantwoordelijk. Vanuit deze waarden en met mijn achtergrond als sportdocent hoop ik dan ook een aanvulling te kunnen zijn op Team Flow Mentale Training.

Hillie zal met haar didactische en sportpsychologische kennis vanuit Canada ons team helpen met de ontwikkeling van ‘De Mentale Veldtraining’.

Robert van Winden (Stichting WIN-WIN)

“Stichting WIN-WIN heeft als doel het stimuleren van (verdere) samenwerking in de topsport, zowel tussen partijen binnen de sportsector als tussen de sportsector en andere sectoren. Daarbij concentreert WIN-WIN zich met name op het onderdeel ’talentontwikkeling’.  

Als onafhankelijke (vrijwilligers)organisatie, zonder specifieke eigen belangen, kan Stichting WIN-WIN zich vrij bewegen (’tussen de linies spelen’) binnen zowel de sportsector als andere sectoren. Daarnaast kan zij als relatieve ‘buitenstaander’ met een frisse blik naar de sportsector kijken en buiten de bestaande kaders denken én handelen. Bovendien kan Stichting WIN-WIN al haar tijd en energie richten op één specifiek doel: Het stimuleren van meer samenwerking in de topsport, zonder daarbij afgeleid te worden door de ‘waan van de dag’.

Stichting WIN-WIN wil haar doel bereiken door het ontplooien van samenwerkingsinitiatieven én door partijen bij elkaar te brengen. Dit doet zij door combinaties tot stand te brengen, door bruggen te bouwen en door partijen met elkaar te verbinden. Daarbij draait het vooral om het nemen van initiatief, het pakken van kansen en het opstarten van kleinschalige projecten met als doel een ‘olievlekwerking’ te bewerkstelligen.

Stichting WIN-WIN richt zich bij haar werkzaamheden op een aantal thema’s. Eén daarvan is de ‘doelgroep topsportouders’ vanwege hun cruciale rol binnen de Nederlandse topsport, wat o.a. heeft geleid tot het oprichten van het ‘Netwerk Ouders sporttalenten’. Een ander thema betreft het meer toegankelijk maken van ‘mentale coaching’ voor (talentvolle) topsporters vanwege de vele kansen die er nog liggen op dit gebied.”

Flow Mentale Training en WIN-WIN gaan samen voor 1 + 1 = 3 voor talenten, coaches en sportouders.
Op de planning van 2019 staat:
–  Bijscholing(en) voor topsportouders vanuit Netwerk Ouders Sporttalenten en Rotterdam Topsport;
–  Dag van de Sportpsychologie organiseren over de praktische toepassing van sportpsychologie;
–  Een boek voor sportouders.

Danny Otto

Mijn naam is Danny Otto (23). Ik ben geboren in Delft.Ik studeer Pedagogische Wetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (Bachelor 3). Ik ben zeer geïnteresseerd in opvoeding en psychologie in de voetbalwereld.

Daarnaast ben ik actief als groundhopper om in het binnen- en buitenland de voetbalcultuur te proeven. Deze ervaringen gebruik ik om inspiratie op te doen voor mijn eigen handelen en visie in de toekomstige beroepspraktijk.

Vanaf maart ga ik stage lopen bij Flow Mentale Training.

 

Danny gaat onderzoek doen gericht op ‘optimaal mentaal coachen’ voor sportouders. Hij helpt mee in de ontwikkeling van pedagogische vaardigheden voor op het voetbalveld in de werkgroep: ‘Mentaal Sterk Voetballen.’

Natnael Meij

Hoi,Ik ben Natnael Meij.
Ik ben 16 jaar en woon in Schoonhoven. Ik zit op het Thorbecke Voortgezet Onderwijs VMBO voor Sport en Dans  in Rotterdam. Atletiek is mijn passie! Mijn favoriete afstanden zijn de 400 meter en de 800 meter. Ik train 7 keer per week en train bij Avantri en in Rotterdam bij ATR ( Atletiek Trainingscentrum Rotterdam).Dat is een regionaal trainingscentrum voor jonge talenten die later door willen groeien naar de top. In Mei mag ik stage lopen bij Danielle. Erg leuk! Ik heb er veel zin in.

Natnael gaat talentvolle atleten en hun coaches interviewen, waarbij hij nagaat waar ‘atleten’ mentaal tegenaan lopen:
– Hoe bereiden atleten zich mentaal voor?
– Welke mentale belemmeringen ervaren zij?
– Wat doen ze eraan en wat hebben ze nodig?
Sportpsycholoog in trainingspak samen met de coach op het veld.

Sportpsycholoog in trainingspak samen met de coach op het veld.

Flow Mentale Training doet mee voor de Nationale Sportinnovatieprijs 2018, die als thema heeft ‘Mind your fitness”. Het idee van de innovatie is ‘De Leerlijn Mentaal Topsport’.

Deze leerlijn voor talenten van 12 t/m 17 jaar is toegespitst op de mentale aspecten die een rol spelen bij presteren zoals:

  • Omgaan met stress en teleurstelling,
  • mentaal herstel en het behoud van zelfvertrouwen,
  • concentratie en optimale spanning.

Sportpsychologische theorie vanuit het boek GAS en REM in de sport. Mentaal Sterk Coachen, komt terug in fysieke trainingsvormen waarbij de talenten op hun eigen sportplek ervaren wat ‘presteren onder druk’ is. 

De Leerlijn Mentaal Topsport is een mentaal coaching programma voor sporters, dat net als bijvoorbeeld conditietraining een vast onderdeel van de trainingsopbouw is. De inhoud wordt aangepast aan de sport en ontwikkelingsniveau/leeftijd van de talenten.

Concreet betekent dit dat de sportpsycholoog naast de coach staat: op het veld, op de baan of langs het bad. Ze staan letterlijk naast elkaar en vermenigvuldigen zo hun kennis, zodat de talenten in hun eigen trainingstaal- en omgeving hun mentale weerbaarheid trainen. Wanneer ze achttien jaar zijn, is hun lichaam en geest klaar voor topsport op mondiaal niveau. 

Als jonge topsporter sta je onder druk

Stel je wilt profvoetballer worden of de nieuwe Daphne, Kiki, Ranomi, Sven of Epke en je komt in een RTC, BVO of selectieteam. Je gaat vaker trainen en wordt uitgenodigd voor trainingsstages, wedstrijden in het buitenland. Je ouders rijden je overal heen en investeren geld en tijd in je sport. Je gaat naar trainingen op Papendal en doet mee met de selectiedagen voor Jong Oranje. Er zijn ranking-systemen die bepalen of je in het team blijft of afvalt. De verwachtingen zijn vaak hoog. Je moet je diploma halen op school en daarvoor plannen en organiseren. Week in, week uit wordt het uiterste van je gevraagd. De coaches willen inzet zien en dat je ervoor gaat. Je ouders ook. Soms moet je afvallen, gespierder worden, meer bewegen, feller zijn, je vaker laten horen, samenwerken, verder springen. De lijst van eisen is eindeloos. Je moet plezier hebben en vooral je best doen. Sowieso heb jij al een grote drive vanuit jezelf. Van jongs af aan, wil je al winnen met alles en het liefst geen fouten maken. Je wilt je ouders en je coach niet teleurstellen en baalt er zelf ook van als het minder gaat. Falen of mogelijke missers blijven soms door je hoofd spoken.

In topsport verlies je vaker dan je wint, lees ik in een artikel van oud-topsporters Stefan Groothuis, Minke Booij, Peter Blangé en Esther Vergeer. Dat kan een deuk in je zelfvertrouwen geven………. 

Die deuken mogen wij als sportpsychologen repareren. Dat lukt gelukkig vaak. Soms moet ik doorverwijzen naar een collega sportpsycholoog met een klinische achtergrond, omdat de deuk al te diep is. Die deuken zijn in mijn optiek vaak te voorkomen. Wanneer sporters structureel leren hoe zij met ‘de prestatiedruk’ om moeten gaan en zowel de coach als ouders inzicht hebben, welke rol zij hierin spelen.

Sportpsycholoog zichtbaar en benaderbaar
Het aanleren van mentale vaardigheden wordt al breed erkend. Echter de mogelijkheden om hiermee als sportpsycholoog aan de slag te gaan, beperkt zich meestal tot incidentele bezoeken. Met de sportinnovatieprijs hoop ik daar in heel Nederland verandering in te brengen. Wel vanuit de visie van Team NL: De coach staat centraal, want die zorgt voor de vertaalslag op de sportplek. Voor topsporters binnen een High Performance programma van een CTO, BVO of talentenacademie wordt het normaal dat er met regelmaat een sportpsycholoog in trainingskleding aanwezig is, die net als de conditietrainer een vast onderdeel van het begeleidingsteam is.

Het geeft en positief effect op de lange termijn voor de sporters, coaches en ouders. Frustratie en agressie vermindert, focus en vertrouwen groeit. Dit zie je terug in de medaillespiegel. 

De Leerlijn Mentaal Topsport

Iedere maand staat een ander mentaal thema centraal. De coaches en de ouders worden getraind, zodat zij leren hoe zij door hun pedagogisch handelen het prestatiegedrag van het talent positief beïnvloeden. De inhoud van het mentale trainingsprogramma sluit aan op de ontwikkelingsfases van de sporter:

  1.  12-13 jaar Vroege adolescentie (puberteit): Basis. Wie ben ik?
    Trainen omvang en belastbaarheid.
    Factoren die van invloed kunnen zijn:
    – Overgang van basisonderwijs naar de middelbare school;
    – Start van een periode van lichamelijke en hormonale verandering.
    Ontwikkelen: Zelfinzicht.
  2. 14-15 jaar Midden adolescentie: Verdieping. Wat beslis ik?
    Trainen voor hoog niveau.
    Factoren die van invloed kunnen zijn:
    – (Dis)balans school, topsport, hobby’s, vriendschappen;
    – Lichamelijke en hormonale verandering;
    Ontwikkelen: Zelfdiscipline.
  3. 16-17 jaar Adolescentie (voor volwassenheid): Verrijking. Waar wil ik heen?
    Trainen om te presteren.
    Factoren die van invloed kunnen zijn:
    – Schoolexamen;
    – Gedragsverandering c.q volwassen worden.
    Ontwikkelen: Zelfsturing.

Flow Mentale Training Danielle van der Klein-Driesen

Het is een plan dat wat betreft opzet en omvang nooit ingezet is. Wel heb ik zelf (een deel van) de inhoud uitgevoerd bij S.V.B. Excelsior, Intime Tennis Academy en de Karate Bond. Zij bieden de kans om de kwaliteit van de inhoud te verfijnen en te verbeteren. 

Inhoud:

Aan het begin van de maand wordt één keer de mentale training verwerkt in de fysieke training, waarbij de coach en de sportpsycholoog de training samen geven. De coach krijgt een samenvatting met: Het doel, de theorie, de didactische opbouw en oefenvormen. In een kort overleg wordt afgestemd wat de belangrijkste mentale punten zijn van de training en worden ideeën gedeeld om de mentale vaardigheden fysiek inzichtelijk te maken. Dit kan bijvoorbeeld door: resultaatgerichte oefeningen, groepsdruk of samenwerkingsopdrachten. De rest van de maand houdt de coach het mentale thema als rode draad voor zijn eigen trainingen. De talenten krijgen zo de kans de mentale vaardigheden te oefenen en in te slijpen.

De op het eerste gezicht eenvoudige fysieke oefenvormen worden doelmatig ingezet voor het aanleren van mentale vaardigheden. Er is gedurende het seizoen een opbouw met: 

  1. Diagnostiek: Mentale screening;
  2. Interventie: Toepassing mentale vaardigheden;
  3. Evaluatie: Terugkoppeling en bijsturen.

De nationale Sportinnovator Prijs 2018: Mind your fitness

Er zijn negenendertig innovatieve ideeën ingediend. 4 december wordt de uitslag bekend gemaakt.

Het innovatie idee: De Leerlijn Mentaal Topsport word gesteund door:

  • Rotterdam Topsport
  • Dordrecht Topsport
  • Nederlandse Volleybal Bond
  • Regionaal Talenten Centrum Volleybal
  • Karate Bond
  • LOOT-school Thorbecke Voortgezet Onderwijs
  • Stichting Betaald Voetbal Excelsior
  • Intime Tennis Academy
  • Hockeyvereniging Leonidas
  • Geoffrey Berens Coaching

 

Nu de jury van de Nationale Sportinnovator Prijs 2018 nog…..

Zaterdagmorgen. Leve de sportouders.

Zaterdagmorgen. Leve de sportouders.

Maaaam, waar zijn mijn korfbalsokken,” roept mijn dochter naar beneden. “Eh, weet ik veel. Liggen ze niet in de kast?,” zeg ik. “Nee, daar heb ik al gekeken,” zegt ze. “In de wasmand misschien?” “Neehee, daar liggen ze ook niet.” “Weet je vader dan niet waar ze zijn.” “Paaaapa, weet jij waar mijn korfbalsokken zijn?” Ik krijg een ingeving: “Volgens mij heb je ze vorige week toen we terugreden in de auto uitgetrokken. Zijn ze daar niet?” …… De sokken worden gevonden. Een uur later ga ik met onze zoon naar atletiek. “Mama, mijn schoenen zijn te klein“. “Had je dat niet eerder kunnen vertellen,” zeg ik. “Nu gaan we weg, want de wedstrijd begint zo.”

Sportouders

Met een dochter van elf die korfbalt en een zoon van negen die aan atletiek doet, zijn wij sportouders. Over sportouders wordt vaak in negatieve zin geschreven. Ze zijn lastig, luid, te fanatiek, pushen en hangen de trainer uit. Mijn beeld van de laatste tien jaar dat ik met sportouders werk en door mijn ervaringen met mijn eigen kinderen is genuanceerder. Ik wil je daarin graag meenemen.

Technische vaardigheden 

Rijden, betalen, wassen en wachten zijn de technische vaardigheden, die je als sportouders moet beheersen. Ouders met meerdere sportende kinderen hebben vaak een ijzersterke logistieke planning, om iedereen op tijd op de juiste plek te krijgen. Want kinderen trainen nooit tegelijk en altijd op onmogelijk tijden, zoals onder etenstijd en tijdens de spits. Dus wanneer ouders uit hun drukke werkdag komen, moeten ze direct door en aansluiten in de file of de fiets pakken richting sportveld. Vaak lukt het op tijd weer ophalen net niet, maar met wat geluk is de kantine open, zodat ze toch nog warm zitten. 

Ga zelf even sporten is mijn advies. Rondje hardlopen of wandelen kan overal en als er andere ouders aansluiten is het nog gezellig ook.  

School

Huiswerk is er ook nog. Dat start al vanaf groep zes met topo-toetsen, boekbesprekingen en werkstukken over de vakantie. De hoeveelheid huiswerk neemt op de middelbare school in veelvoud toe. Ik behoor tot de generatie ouders die het ‘Uiterste uit hun kroost wil halen’ onder het motto: ‘Hij/zij wil het zelf ook’. Goed presteren op school en in de sport vraagt planning en structuur en juist dat vinden veel kinderen lastig. Ouders ondersteunen daarbij waar ze kunnen, wat zeker niet altijd gewaardeerd wordt. Het is de ingewikkelde balans van ‘begeleiden en loslaten’. Waarbij je als ouders de kinderen fouten durft te laten maken, want als alles altijd voor je geregeld wordt leer je zelf niet erover na te denken. 

Wat doe jij als je kind zijn sportschoenen vergeet? 

Apps

Sportouders nemen deel aan meerdere groeps-apps van hun kinderen. Uit de stortregen van berichten moeten zij de info filteren die nuttig is, zoals bijvoorbeeld de trainingsplek en de vertrektijden. Zo’n app wordt vaak gevuld met persoonlijke informatie, bijvoorbeeld:  “Pieter heeft zijn enkel verzwikt. ” De andere ouders reageren dan: “Ah wat zielig,” “Beterschap Pieter,” “Zet hem op, Pieter.” Je moet ook wel reageren, anders lijkt het net of je niet meeleeft. Ook zijn er ouders die in de groepsapp foto’s van hun kinderen zetten, wanneer ze een individuele beker of medaille hebben gewonnen. De reacties zijn dan smiley’s of klappende handjes…….. 

Stel dat je kind alles heeft gegeven en hij wordt zevende. Stuur je die foto dan ook rond? Dat zou ik nou mooi vinden. 

Een voorbeeld uit eigen koker:

De Trainer in de app: “We verzamelen om 9:45.” Een moeder antwoord terug: “Op de site zie ik 10:20 staan.” Trainer: “Klopt, maar ik wil op tijd zijn voor een goede voorbereiding.” Weer andere moeder reageert: “Dus we verzamelen om 10:20?”

Bij mij ontstaat dan kortsluiting. Echter niets doen en afwachten blijkt altijd de beste remedie. Uiteindelijk komt het altijd weer goed en staan we allemaal keurig op tijd met onze kinderen klaar om ze naar de wedstrijd te brengen.

Typologie ouders

Sportouders zijn getraind in wachten. Tijdens trainingen en wedstrijden, uren brengen ze door in de plastic kuipstoeltjes of hangend langs de kant. Hoe ouders de wachttijd indelen geeft mooi hun persoonlijkheid weer. Ik heb er een (niet wetenschappelijke) indeling van gemaakt vanuit observaties, terwijl ik zelf stond te wachten bij een atletiekwedstrijd:  

  1. De Überouders: Dit zijn van die ouders, waarbij je jezelf afvraagt: “Hoe doen ze het?” Ze zijn teammanager of scheidsrechter. Bij PAC Atletiek is een moeder, die heeft voordat ze bij de wedstrijd om half 11 verschijnt, al om 8:15 het hek open gedaan van de baan voor de trainers. Als er wat geregeld moet worden competitie, kamp, bardienst, zij staat staat klaar, maakt indelingen en stuurt aan. Ze heeft connecties met Sinterklaas en zorgt dat hij ieder jaar op spectaculaire wijze verschijnt. Überouders bieden dus meer, dan zorg voor hun eigen kind alleen. Ze zijn goud waard voor de club en dus voor alle kinderen. 
  1. De campingouders: Dit zijn de ouders die al vroeg hun kampement opbouwen langs het wedstrijdterrein. Ze hebben koelboxen bij zich en campingstoelen. Het is altijd handig om ze te vriend te houden, want als het regent dan toveren zij uit hun bagage een grote paraplu of tarp die ze nog snel opzetten. Deze ouders zijn berekend op lang wachten. Ze hebben broodjes, salades, voldoende drinken en zonnebrand bij zich. 
  1. Chaotische ouders: Mijn inschatting is dat ik zelf tot deze groep behoor. Net als de andere ouders hebben ze alles voor hun kind over. Echter sport eist structuur en regelmaat en daar zijn ze niet zo sterk in. Ze zijn te herkennen aan: het (‘bijna’) te laat zijn, het missen van groepsafspraken vanuit de app of het vergeten in te schrijven van hun kind voor kamp. De chaotische ouders knallen snel vanuit hun werk door, waardoor ze vaak haast hebben. Soms nemen ze hun laptop mee en gaan ze in de kantine door met werken, want eigenlijk komen ze door hun eigen drukke schema en die van hun kinderen in tijdgebrek. 
  1. Resultaatgerichte ouders: Deze sportouders gaan voor winst. Ze zeggen dat nooit hardop, maar in hun blik en houding zie je het fanatisme. Het zijn soms ouders die zelf op hoog niveau gesport hebben of trainer zijn. Tussen de onderdelen zijn ze rustig, maar vlak voor de start verstarren ze. Ze gaan na of hun kind wel gereed is en het liefst willen ze hun kind aanwijzingen geven, ook al weten ze dat ze het beter kunnen laten. Ze doen relaxed, maar zijn dat niet en hun kinderen voelen dat haarscherp aan. Resultaatouders weten precies de tijd, de score en als het een PR is en benoemen dit altijd hardop naar hun kind. 

Aangeboren + aangeleerd = Een spelletje ‘Mens Erger Je Niet’ gaat om leven of dood. 

  1. Er zijn ook ouders die een combinatie zijn van meerdere categorieën.

(Top)sportouders

Wanneer je kind talent heeft komen er extra trainingsuren bij. Privé, bij een Regionaal Talentencentrum of Betaald Voetbal Organisatie. Ouders wiens kinderen in een nationaal team trainen, moeten vaak naar de andere kant van het land, zoals bijvoorbeeld Papendal, Kooten, Haarlem of Zeist. Pa en ma moeten goede afspraken maken, wie brengt en wie haalt. Het eten wordt in etappes gegeten en in plastic tupperware bakjes klaargezet om op te warmen. Ouders hebben veel over voor hun kroost. Ik heb zwemouders gezien, die om half zes in de ochtend op de houten bankjes langs het zwembad nog even verder sliepen. Vakantiegeld dat opgaat voor de trainingsstage in Portugal of het WK in Japan. Met het hele gezin verhuizen naar Rotterdam, zodat zoonlief bij Feyenoord kan voetballen. 

Beetje gek

Gekkenwerk natuurlijk als je het zo leest. Volgens mij moet je als topsportouders ook een beetje bijzonder zijn. Topsport bepaalt je gezinsleven voor vele jaren, waarbij er geen enkele garantie is voor succes. Hoe het gezin belast wordt verschilt per sport, maar topsport geeft richting aan alle dagelijkse activiteiten. Schaatst je kind bij Jong Oranje, dan gaat ook met vakantie in Spanje de wielrenfiets mee en wordt ook daar de dag afgestemd op het trainingsschema. Dat betekent dus vroeg eruit om voordat het warm wordt nog even tachtig kilometer te fietsen. Is je zoon judoka en moet hij nog wat afvallen, dan eet je met het hele gezin vetloze kip om hem te helpen. Een hockeymoeder vertelt me dat zij 13.000 kilometer per jaar met haar dochter rijdt naar trainingen en wedstrijden. Ze zegt ook: “Het is quality time. We hebben tijd voor elkaar. We luisteren naar de muziekkeuze van mijn dochter. Nu doen we het nog samen, straks rijdt ze zelf.”

Nicolien Sauerbreij

Een prachtig voorbeeld van bijzondere ouders zijn die van Nicolien Sauerbreij. In Nederland zijn geen bergen, dus als je kind skiet of snowboard op hoog niveau, dan vraagt dat aanpassing in je gezin. Dat kan zijn dat je al heel jong je kind een aantal weken niet ziet, omdat hij in Oostenrijk aan het trainen is of dat je zelf je werk aanpast en meegaat, wat de ouders van Nicolien deden. Bij haar is het een succesverhaal geworden met als hoogtepunt goud bij de Olympische Spelen in 2010. Reken maar dat het voor de familie Sauerbreij heel pittig was, om zo’n ander pad te bewandelen dan alle andere gezinnen om je heen. 

Op haar veertiende zat Nicolien in een jeugd-skiteam. Ze wilde meer zelf trainen. Haar vader nam onbetaald verlof op om met haar naar de sneeuw te gaan. Toen ze op haar achttiende, besloot van snowboarden haar beroep te maken, verruilden haar ouders hun huis in De Hoef voor een kleiner huis, kochten een camper om goedkoper met hun dochter mee te kunnen reizen. Haar vader stopte met zijn baan als technicus bij een tandheelkundig instituut en werd fulltime haar coach en trainer.

Bron NRC 14 december 2013 (R. Koelewijn)

Het is de kunst om er als ouders ook een succesverhaal van te maken, als er geen geslaagde topsportcarrière uit volgt. Dat je met je gezin in de sport een mooie tijd hebt gehad. 

Achter het doel van de keeper staat een dame met gelakte blauwe lieslaarzen en minuscuul rokje. De ouders van de thuisvoetbalclub beklagen zich bij de jeugdcoördinator. Deze dame leidt de keeper af!!!! Sportouders ze zijn kritisch en soms afleidend. Alles met liefde en toewijding, want voor hun kinderen hebben ze alles voor over…………..

Lees ook:

 

Topteam Flow Mentale Training

Topteam Flow Mentale Training

Flow Mentale Training is gegroeid, waardoor er ruimte is ontstaan voor samenwerking met jonge ambitieuze sportpsychologen. Met trots stel ik je voor aan DE SPORTPSYCHOLOGEN van Team Flow Mentale Training.

Daniëlle van der Klein-Driesen, Pleun van Ginneken en Lianne den Haan slaan de handen ineen en tekenen de samenwerkingsovereenkomst van Team Flow Mentale Training.

Lianne den Haan en Pleun van Ginneken

“We willen kennis delen en elkaar versterken in de uitvoering van ons vak als sportpsycholoog.”

Pleun is net afgestudeerd als SPORTPSYCHOLOOG VSPN®. Zij kan direct aan de slag als bewegingswetenschapper en sportpsycholoog bij NAC Breda. Pleun houdt ons scherp doordat ze eerlijk en direct is. Ze zorgt voor structuur en is zeer gedreven. Pleun weet als geen ander hoe je mentale vaardigheden vertaalt naar beweegvormen.

Lianne is van oorsprong arbeid- en organisatiepsycholoog. Ze is bijna klaar met de opleiding tot sportpsycholoog. Lianne heeft haar eigen praktijk Improvemental Sportpsychologie. Ze is enthousiast, betrouwbaar en altijd bereid om de ander te helpen. Lianne heeft door haar persoonlijke aanpak oog voor wat er speelt.

Ikzelf (Daniëlle) ben SPORTPSYCHOLOOG VSPN®, docent sportpsychologie VSPN en Orthopedagoog en eigenaar van Flow Mentale Training. Ik heb een onderwijsachtergrond en werk inmiddels meer dan tien jaar in de topsport. Mijn kracht ligt in het snel doorzien van wat er speelt bij een team/sporter en daar een passende aanpak op aan te bieden. Ik doe dit het liefst op de sportplek op het veld of de baan samen met de coach.

“Als team willen wij ervoor zorgen, dat coaches mentale training een vast onderdeel maken van hun trainingschema. Zodat er minder uitval is van talentvolle sporters door mentale belemmeringen.” 

 

Helden Magazine. Neymar, vallende ster

Voor Helden Magazine van deze maand schreef Vincent de Vries over Neymar.

Waarom zo overdreven rollen?

Vincent stelde o.a. Bas Nijhuis, Johan Derksen, Rinus Israël en mijzelf de vraag: “Waarom valt Neymar zo overdreven en wat doe je eraan?” Ik ben van mening dat hij er er niet beter van gaat voetballen en dat het theatrale rollen imago beschadigend werkt. Het is echter wel te verklaren en heeft voor hem een functie, waardoor hij het blijft doen. Hij kan er ook zeker mee stoppen. Tijd dat iemand hem daarop wijst.

Lees Helden nummer 43.

Penalty is trainbaar

“De meest voorspelbare situatie bij voetbal is de penalty. Immers de bal ligt op de stip. Er is een doel met een mannetje in het midden, die al dan niet springt met zijn armen in de lucht.” 

Rusland-Kroatië

Voorspelbaar… eh…Wanneer de eerste speler van Rusland de penalty wil nemen, is er geen bal. De speler moet wachten. Daar ontstaat ruimte voor twijfel-gedachten. Bij een training had hij normaal gesproken op de bal gewacht en de bal erin geschoten. Op een Wereld Kampioenschap met een bak publiek is dat anders. De druk om ‘te moeten scoren’ en ‘niet mogen missen’ is enorm en dan doen lichaam en geest rare dingen met je. Dit zag je terug in de uitvoering van de Russen: te zacht, naast het doel. Wat een prutsers zou je denken als je niet beter wist.

“Zonde is mijn gedachte, want ‘onder druk presteren’ kun je leren.”

Lichaam en geest op hol
Rafael van der Vaart zei bij de NOS: “Een strafschop nemen, voelt altijd kut. Je voelt de zenuwen in je lijf toenemen.” Van der Vaart slaat de spijker op z’n kop. Wanneer je als voetballer naar de penaltystip loopt gebeurt er veel in je lichaam. Je hartslag gaat omhoog, je krijgt zweethanden en je spierspanning neemt toe. Een gezonde reactie waarbij je lichaam zich klaar maakt voor een mogelijke ‘dreigende’ situatie. Je lichaam maakt geen onderscheid tussen een strafschop of een brandend huis . Er dreigt gevaar. Hierdoor draait je brein op volle toeren, waarbij alles wat mogelijk mis kan gaan de revue passeert.

Afleiding
De grootste storende factor is de verandering in aandacht. Oftewel de speler is niet meer taakgericht en bezig met de uitvoering (Hoe krijg ik die bal erin?). De aandacht richt zich vooral op resultaat en gevolgen van een eventuele misser. Die verstoring van aandacht en de toegenomen spierspanning zorgen voor prestatieverslechtering. Van die ballen waarbij je denkt: “Hoe kan dit?”.

HOE TRAIN JE DE PENALTY?

Fysiek
Allereerste oefenen de spelers de routine van het nemen van een penalty.  Deze moet net als fietsen, volledig automatisch gaan. Als denkbeeldig hulpmiddel kun je bijvoorbeeld het doel in zes vakken verdelen, waarbij je ‘hard’ op 1 (linker bovenhoek)  2 (rechter bovenhoek), 3 (linksonder) of 4 (rechtsonder) schiet. 5 en 6 is in het midden, daar wil je geen bal hebben. Al word je midden in de nacht je bed uitgehaald die bal schiet je raak. 

Aandacht en optimale spanning onder druk
Uiteraard kun je in een training geen WK finale nabootsen. Toch kun je in trainingssituaties de druk opvoeren, door ‘groepsdruk’ en ‘resultaat’ opdrachten te geven. De voetballers merken dan hoe zij reageren met spanning. De spelers trainen minimaal twee mentale vaardigheden. Dat zijn: aandacht en optimale spanning.

  1. Aandacht: Voor een optimale prestatie is ‘gerichte aandacht op de taak’ nodig. Als speler ben je dan alleen bezig met informatie die ertoe doet. Dat is:
  • Keepersinformatie gebruiken voor de keuze van de hoek;
  • De bal en hoe je deze speelt.

Laat je spelers het verschil ervaren wanneer zij taakgericht of afgeleid zijn. Waar kijken ze naar, waar denken ze aan, wat doet dit met het prestatieniveau? 

  2. Optimale spanning: Door je ademhaling te trainen, houd je bij spannende momenten de fysieke reacties van je lichaam onder controle. Je kunt dan door een paar keer diep in en uit te ademen je hartslag en spierspanning naar beneden krijgen.

Voel het verschil tussen een baltrap met gespannen spieren en ontspannen spieren. Wat doet dit met het prestatieniveau? 

Het nemen van een penalty is geen loterij. Train je spelers, zodat ze voorbereid zijn, op het gevoel van spanning die presteren onder druk oplevert.