Gas en Rem bij Excelsior: mentale voetbaltraining

Gas en Rem bij Excelsior: mentale voetbaltraining

De inhoud richt zich op de coach en de spelers. Zij gaan hun eigen (prestatie)gedrag en dat van anderen beter begrijpen en daardoor effectiever reageren. Het gaat niet om het stickertje gasser of remmer, maar vooral om het herkennen van de acties die iemand doet tijdens trainingen en wedstrijden en het bijsturen. Hoe handelen spelers als ze onder druk staan? Blijft er dan balans tussen GAS en REM.

Mentale voetbaltraining

Verandering ontstaat pas, wanneer de spelers de kans krijgen de mentale vaardigheden te trainen op het veld. Daarom staat er iedere maand een ander thema centraal: GAS en REM, Doelen stellen, Optimale spanning, Focus, Vechtlust, Zelfvertrouwen, Cirkels van invloed, Gedachten sturen, Emotionele stabiliteit en Aandachtsstijlen. Zowel voor de individuele speler: Wat doe ik?  En het team: Hoe doen we het samen? 

Iedere maand staat een ander thema centraal, die verwerkt in de voetbaltraining. Door onder andere de vragen die de trainer stelt wordt een mentaal aspect aan de training toegevoegd, waarbij de trainer zich richt op de individuele speler of het team als geheel.

Vooraf: Wat is je/ons doel? Waar richt je jouw aandacht op? Waar kijk je naar? Hoe coach jij jezelf? Hoe coach je de ander? Wat doe je voor de wedstrijd om scherp te zijn? Wat is je/ons plan?

Achteraf: Is het gelukt? Hoe heb je/jullie het ervaren? Waar was je met jouw aandacht? Waar keek je naar? Wat zei je tegen jezelf/de ander? Ging je/jullie er beter door spelen? 

Voorbeeld doelen stellen 

Het mooie van jonge spelers is dat ze leven bij de dag. Vandaag heb ik het naar mijn zin of niet. Daarom moeten wij ook zorgen dat het vandaag leuk is. Wanneer kinderen bij een BVO voetballen wil je ze ook leren af en toe naar de langere termijn te kijken. De spelers zeggen eerlijk, dat nu er geen wedstrijden zijn het soms best lastig is hard te blijven trainen. 

Ik vroeg de spelers van <13: Wie wil er profspeler worden? Alle handen omhoog. Mooie buitenlandse clubs werden genoemd. Ik zei: “Wat gaan jullie vandaag doen om de kans te vergroten dat dit gebeurt?” Het team besloot te gaan trainen als een prof. We maakten een rondje wat ze dan gingen doen, om zich als een professional te tonen. “Ik ga geen geintjes meer maken,” zei een speler. “Ik ga honderd procent geven, dus ik ga voor alle ballen,” zei een ander, “Ik ga luisteren naar de instructie van de trainer.” 

“Ik ben benieuwd,” zei ik. De trainers kregen de opdracht te observeren.
Het grappige was, dat de hele warming up in bijna stilte werd gedaan, terwijl het normaal best een luidruchtig groepje is. Na de warming up bespraken we welke (prestatie)gedrag we gezien hadden. Gingen ze bijvoorbeeld door de rust die ze toonden beter presteren? 

“Ik kon mij beter concentreren zij een speler.” Een doel stellen helpt inderdaad je aandacht te richten. Daar hoeft het niet doodstil voor te zijn en af en toe een geintje maakt trainen leuker, maar als je met aandacht je bewegingen uitvoert, dan word je beter. We deden weer een rondje doelen stellen, waar ga jij je de rest van de training op richten? Aan het einde van de training vroegen we na of het gelukt was en wat dit met hun voetballen deed.

Het werkt bij ieder team anders

“De trainers van Excelsior zijn leergierig en bereid te investeren in mentale training.”

De trainers komen zelf met prachtige werkvormen waarin we de mentale thema’s aan bod laten komen

  • Bewust: De trainer en ik leggen het mentale thema uit. Let op …
  • Onbewust: We laten ze het mentale doel ervaren zonder dat ze dit in de gaten hebben.

Voorbeeld:
We speelden een partijtje gassers tegen de remmers. Dat is lachen, want je hebt dan een team die voortdurend een hoop kabaal laat horen en een team waar er volledige stilte is (niemand die roept). Tussendoor hebben we de voor- en nadelen van veel roepen en rust besproken. De spelers kunnen van elkaar leren.

We draaiden de rollen. De gassers moesten in drie punten een plan bedenken en dat uitvoeren. Zij kwamen eerst met vijf verschillende plannen, waar ze 1 plan van moesten maken (wat gaan we doen?). De remmers moesten elkaar positief hardop coachen. We hoorden spelers die we anders nooit horen.

De spelers leren hiermee dat iedereen anders is. Dat dit ook goed is en juist een team sterk maakt. Wanneer je iets extra’s doet dan maakt dat je een completere speler. 

Op deze foto zie je dat de <14 voetballers moeten zorgen dat ze de bal van de hand van de ander tikken en moeten zorgen dat dit met hun eigen bal niet gebeurt. Je ziet dat direct wie voor veilig gaat (Rem) en vol in de aanval (Gas).

Gerard, de grensrechter van Excelsior is goud waard

Gerard, de grensrechter van Excelsior is goud waard

Drie seizoenen terug vertrok ik van Sliedrecht naar de jeugdopleiding van SBV Excelsior om daar grensrechter te worden. Mijn eerste seizoen bij SBV Excelsior (seizoen 2017-2018) zou ik alleen bij de O14 gaan acteren als grensrechter. Maar omdat de KNVB vlak voor het begin van de competities de neutrale grensrechters bij de O17 en O19 competities weg haalde werd ik door het hoofd jeugdopleiding, Marco van Lochem gebeld of ik met O19, het team van trainer Marinus Barendregt mee wilde gaan voor hun competitie wedstrijd tegen FC Emmen. Omdat ze geen grensrechter hadden bij de O19 heb ik in mijn eerste seizoen O14 en O19 gedaan. In mijn eerste seizoen als grensrechter heb ik veel geleerd en meegemaakt.

Tweede seizoen

In mijn tweede seizoen (2018-2019) bij de jeugdopleiding van SBV Excelsior is afgesproken dat ik de combinatie O14 en O19 voort zou zetten. Als je bij een bvo O19 grensrechter bent, zit je op het hoogste niveau van Nederland, en hebben ze vertrouwen in je. In het tweede seizoen zijn we met de teams O14 & O16 op zondag gaan spelen vanwege ruimtegebrek. Zodoende kon ik op zaterdag bij de O13 en O15 vlaggen en soms ook bij de O17.

Door bij verschillende teams te vlaggen werd ik allround grensrechter van de jeugdopleiding van Excelsior. Ook de trainers hebben regelmatig overleg met elkaar bij welke wedstrijd ik moet vlaggen (volgens onze hoofdjeugdopleiding is dat een groot compliment). 

Derde seizoen

In mijn derde seizoen (2019-2020) bij de jeugdopleiding van SBV Excelsior hebben we afgesproken dat ik vaste grensrechter van de O19 ben en daarnaast zelf mag invullen welke wedstrijden ik daarnaast wil vlaggen. Omdat we nog steeds met ruimtegebrek kampen zijn de teams O13, O14, O15 en O16 op zondag gaan spelen. Hierdoor kan ik als grensrechter nog steeds voor meeste teams actief zijn.

Ik heb veel te danken aan onze sportpsycholoog Danielle van der Klein die sinds seizoen 2018-2019 bij de jeugdopleiding rond loopt. Ze is voor de spelers belangrijk, maar als ik moeilijke/lastige wedstrijd heb gehad dan kan ik altijd een gesprekje met haar voeren.

Dit seizoen

Sinds dit seizoen (2019-2020) ben ik in opleiding voor teammanager. Ik loop stage bij Sliedrecht O15 en daar ondersteun ik trainers Rick Stuy van den Herik, Jean-Louis Michielse en Henk ’t Hoog bij de trainingen en op zaterdagen vlag ik bij wedstrijden. Tevens regel ik oefenwedstrijden. Zo heb ik onder anderen oefenwedstrijden geregeld tegen: Nivo Sparta O15, Willem II O15, MVV Maastricht O15, RBC O15-2, JVOZ O14, FC Den Bosch O14, SBV Excelsior O14 , Fortuna Sittard O14. Al met al leuke en leerzame ervaringen voor de spelers van Sliedrecht O15.

De Baggercup

“De Baggercup is het leukste amateurtoernooi van Nederland met een goede organisatie. Ik heb tijdens de edities van de Baggercup niet alleen voor de teams van Sliedrecht gevlagd maar ook voor buitenlandse teams o.a. Kapylan Pallo, Hei Aarhus, Rheinsud Koln.”

Met de teams van Excelsior spelen we ook toernooien maar daar hoef ik niet bij te vlaggen omdat er neutrale grensrechters zijn aangesteld . In mijn eerste seizoen werd ik gevraagd door de toernooi organisatie van een voetbal vereniging in Zoetermeer, waar we met O14 zouden deelnemen, of ik voor hun toernooi wilde vlaggen omdat ze veel afzeggingen hadden. Dit was een leuke ervaring omdat er ook buitenlandse clubs meededen.

Daarnaast heb ik met O13 het paastoernooi in Breda bij Baronie niet alleen voor Excelsior O13 gevlagd maar ook voor FC Antwerp O13. Ook op een internationaal O13 toernooi in Tiel  heb ik voor OHL Leuven gevlagd daar was de organisatie erg blij mee en hebben ze mij gevraagd of ik dit jaar weer bij hun internationale toernooi wil vlaggen. Ik heb tijdens een internationaal O13 toernooi in Den Helder, waar wij met Excelsior O12 aan mee deden, Fortuna Sittard geholpen door voor hun 2 wedstrijden te vlaggen omdat hun grensrechter geblesseerd was geraakt.

Mijn tips voor grensrechters

  • Doe altijd je best;
  • Wees eerlijk en objectief;
  • Geniet van iedere wedstrijd

 

Zo leer je talentvolle voetballers onder druk presteren op het veld

Zo leer je talentvolle voetballers onder druk presteren op het veld

De leerlijn mentaal voetbal

“Daniëlle, je loopt in de weg.”

In voetbal wordt er niet omheen gedraaid. Het is nieuw dit doelgerichte mentaal trainingsprogramma voor op het veld. Daardoor is het ook voor mij soms zoeken, hoe dit neer te zetten. Voorheen kregen de spelers in een zaaltje met een beamer mentale training. Een gesprek kwam als er al mentaal iets niet goed zat.

We gaan nu preventief te werk en zijn gericht op de lange termijn, want deze spelers willen prof worden. De mentale training wordt in de ‘taal van de spelers’ gegeven op het voetbalveld. Het is onderdeel van de fysieke voetbal-werkvormen die normaal ook op het programma staan.

“Het doel is prestaties en welbevinden te verbeteren van spelers, coaches en ouders. Stress, frustratie en agressie op het veld zien te voorkomen.”

‘Beter spelen en minder gezeik’ dat wil elke club wel. De spelers moeten leren hoe zij ‘succesvol prestatiegedrag’ laten zien als team en als individu. Een voorbeeld hiervan is: ‘Ben je boos op de scheidsrechter en scheld je hardop of in jezelf… Of je waarneming over die scheids klopt of niet, HET LEIDT AF, dus je gaat er slechter van spelen. Dit is een boodschap die spelers van deze leeftijd wel willen aannemen. Dat met die regels…..dat zal allemaal wel….. maar ‘Ze willen winnen’ en het is aan ons inzichtelijk te maken, hoe ze de kans daarop zo groot mogelijk maken.

De coach

Het mooie van deze mentale training op het veld is dat de ‘kennis van de coach’ en die van ‘de sportpsycholoog’ bij elkaar opgeteld wordt. De coach kent zijn spelers het beste en ziet ze het meest. Hij heeft de mogelijkheid de geleerde mentale vaardigheden door te zetten in zijn eigen trainingen en bij wedstrijden.

Ik lever de sportpsychologische theorie en geef een didactisch opzet met fysieke voetbal-werkvormen. De coach verwerkt dit in zijn voetbaltraining en geeft de training volgens eigen inzicht en passend in het bestaande programma. Mijn rol is de korte theoretische uitleg, observatie tijdens de oefeningen, soms een mentale oefening en de terugkoppeling op individueel en op teamniveau.

Werkgroep ‘Mentaal Sterk Voetballen’

Die inhoud ontwikkel ik samen met de teamleden van Flow Mentale Training, waarmee we de werkgroep ‘Mentaal Sterk Voetballen’ hebben opgezet. Dit is een denktank van sportpsychologen, waarmee we sportpsychologie visueel zo duidelijk en toepasbaar mogelijk willen maken. We verzinnen voetbalspelen, waarbij we met de opzet en inhoud de voetballers laten ervaren welk ‘mentaal thema’ er centraal staat.

  • Is het mentale thema teamspirit dan krijgen de spelers bijvoorbeeld een opdracht op het veld, waarbij ze alleen met samenwerken kunnen scoren.
  • Is het thema emotie beheersing, dan maken we hen gek, door een ‘oneerlijke situatie’ te creëeren.
  • Bij optimale spanning geven we de spelers inzicht wat er gebeurt met je spieren wanneer je als voetballer nerveus of gespannen bent en we leren de spelers  zich te herpakken bij ’te veel’ spanning of frustratie.

 

De spelers

De fysieke trainingsvormen zijn dus al bekend voor de spelers. Alleen het doel achter de oefening en de vragen tussendoor en na afloop zijn nieuw. Vragen als: “Waar keek je naar, waar dacht je aan, waar lette je op, hoe voelde dat voor jou?” Het draait om ‘bewustwording bij de jonge spelers’. Dat zij zelf invloed hebben op wat er gebeurt op het veld. Zij kunnen er zelf voor kiezen harder te lopen, de bal op te eisen en om sneller te schakelen. Dit is inzet, maar ook waar de aandacht van de spelers op gericht is.  

Een voorbeeld.
Het team moest uitwijken naar een zij-grasveld, omdat alle voetbalvelden door een toernooi bezet waren. Een hoop geklaag: ‘Hier kunnen we toch niet spelen’, ‘Wat een kutveld’… Je zag dat het spelniveau daalde (minder tempo, weinig energie). Totdat één van de spelers een briljante opmerking plaatste: “Jongens in Uganda is dit het beste veld dat er is.” Hierop kon ik aansluiten met de vraag: “Wat gebeurt er met jullie spel, op het moment dat je denkt: Dit wordt toch niets?” Hoe haal je voordeel uit de mindere omstandigheden? Wat kun je zelf doen.” Daarna speelde de mannen anders, doordat ze harder liepen en meer met de bal en spel bezig waren.

Als je dit groter wilt trekken, is dit een eerste voorbereiding voor het aanpassen aan de situatie die ze als professionele spelers zullen moeten doen (en wat veel profspelers en ook hun trainers lastig vinden).

Ik lees in VI (Voetbal International) van 12 november 2018 het volgende:

“Ajax gaat van spelen in de Champions League naar Woudestein op kunstgras met amper tegenstand. Dat is gewoon lastig voor een speler. Dan moet de motivatie echt helemaal uit jezelf komen.”

– Ronald Koeman

Het team en het individu

Ieder team is anders. Verschillende spelers met hun eigen persoonlijkheid, cognitief vermogen en achtergrond. De trainers van Excelsior gaan hier knap mee om, door korte instructie te geven en waar nodig te herhalen. Humor, een schouderklopje of ze soms juist met rust te laten werkt. Doordat ik als sportpsycholoog regelmatig aanwezig ben, krijg ik de kans om de spelers en de trainers beter te leren kennen. Dat helpt voor vertrouwen.

Het geeft mij de kans na te gaan, wat de prestaties van een team belemmerd. Bijvoorbeeld de onderlinge communicatie tussen spelers of een paar spelers die niet lekker in hun vel zitten. Het kan zijn dat ik de trainers een pedagogisch advies geef, soms gaan we met het hele team zitten, of met een paar spelers. In het begin vonden de spelers dat nog raar en werden daar een beetje lacherig van, nu vragen ze zelf om een gesprek. Vaak helpt het, als ik voor hen op een rijtje zet: hoe de situatie in elkaar steekt. Ik licht toe hoe het voor de ander is (de scheidsrechter, de coach, medespeler of tegenstander). Dit haalt bij de spelers de emotionele lading eraf, waardoor ze weer ruimte hebben, om te kijken wat ze zelf kunnen doen om ’taakgericht’ te blijven spelen. 

Op teamniveau worden ‘waarden’ nagegaan. Waar staat het team voor, maar ook hoe ziet dat er uit in ‘prestatiegedrag’ op het veld (wat doe je als speler en als team?). De spelers leren elkaar aanspreken als ze zich niet aan de afspraken houden. Bijvoorbeeld ‘elkaar positief coachen’. Dat wil niet zeggen, dat er nooit meer een vloek over het veld mag gaan. Maar als je wat roept, dan wil je dat de ander en jijzelf er beter van wordt.

De ouders

Aan het begin en in het midden van het seizoen krijgen ook de ouders mentale training. De ouders krijgen een terugkoppeling over de Leerlijn Mentaal Voetbal, zodat weten waar hun kinderen ze mee bezig zijn. We spreken over  de mentale belemmeringen die de ouders zelf zien bij hun kinderen. Wat vinden de jonge spelers lastig, wat vinden zij als ouders moeilijk. Zijn hier tips voor?

Ouders kennen hun eigen kind als de beste. Ze zien het, als het minder gaat en weten vaak ook hoe ‘Hij het had kunnen doen….’ De ouders staan voor het dilemma zeggen we er wel of niet wat van. Echter ook als ze niets zeggen, weten die kinderen al lang wat hun ouders denken. De basisboodschap is dan ook: Je legt als ouders altijd druk op (dat doe ik ook). Door de liefde, tijd, energie en geld die je erin steekt + het feit dat kinderen loyaal zijn aan hun ouders willen jonge spelers het gewoon heel graag goed doen.

Ouders zijn blij als hun kinderen blij zijn en die kinderen proberen daar weer krampachtig hun best voor te doen. Het goed willen doen (ook voor de trainer en het team), kan zorgen voor twijfel en juist het tempo eruit halen. Dan lijkt het net of de speler te weinig inzet toont, wat voor ouders weer vervelend is om naar te kijken. Juist omdat de ouders weten: ‘Hij kan beter dan dit.’

De ouders leren oordeelvrij te kijken en pas over de wedstrijd praten als de lading eraf is (dus niet kort na de wedstrijd). Ook kwam aan bod wanneer je wel of niet naar de coach gaat. De trainer is geen ‘helderziende’, dus als er wat is dan is het het best wanneer de speler dit komt melden. Niet alle spelers durven dat, dus als het nodig is kun je als ouders hierin helpen. Met de trainers konden we kijken hoe we de drempel lager maken, voor meer openheid. Meld het als er wat is, is hun boodschap.

De eerste stap is gemaakt. We gaan kijken hoe we de Leerlijn Mentaal Voetbal verder kunnen ontwikkelen en verbeteren. Excelsior is een fijne club met spelers, trainers en ouders die open staan te leren en het beste eruit te halen.

De spelers gaven het bijna uit handen. De trainer draaide zich om en vloekte. Hij draaide zich weer naar de spelers en riep iets taakgerichts. Dat is passie, maar ook bewust zijn van je trainersrol.

Meer over mentale training

Sportpsycholoog in trainingspak samen met de coach op het veld.

Voetbalouder, je zal het maar zijn

 

 

Voetbalouder, je zal het maar zijn

Voetbalouder, je zal het maar zijn

Ook als je niets zegt weet hij allang wat je ervan vindt.

Ik weet dat je beter kan, zeg jij…

Het is een voorbeeld, dat ik kreeg bij de mentale training voor ouders bij Excelsior. Je voetballende kind ondersteunen is in de praktijk best lastig. Wat zeg je wel, wat kun je beter laten? We komen tot de conclusie, dat de trainer de coaching doet.

Maar waar gaat het dan wel over: thuis, in de auto en langs lijn? En welke mentale vaardigheden kan de speler bij de club trainen, zodat hij mentaal sterker in zijn voetbalschoenen staat en je als ouders niet alle frustratie over heen krijgt.

Dat is waar deze avond over gaat:

GAS en REM-methode

Wanneer sporters naar de middelbare school gaan veranderd er veel. De omgeving wordt anders, meer eisen door toetsen en verplichte opdrachten, meer sociale druk. Ook in de sport gaat de druk omhoog. Waar je eerst de beste van cluppie was, moet jij je nu bewijzen tussen andere spelers die misschien nog wel veel beter zijn.

Je speelruimte wordt groter. Van regionaal, ga je naar nationaal en internationaal. Wanneer je in het team wil blijven, wordt er bij een BVO fysiek, technisch, tactisch en mentaal veel van je verwacht. Ondertussen schieten de hormonen door je lijf en er gebeurd van alles in jouw brein, want je bent in de puberteit. Dit zorgt voor onrust, soms boos gedrag en voor extra onzekerheid (“Doe ik het wel goed genoeg?”).

Het puberbrein


Bij pubers lijkt het rationele brein (REM), de voorkant van je hersenen, minder goed te werken. Dat komt doordat je hersenen zich van achter naar voor ontwikkelen en je REM dus als laatste aan de beurt is. Je REM zorgt ervoor dat je weloverwogen keuzes maakt, consequenties van je beslissingen overziet en kan plannen en organiseren.

Als jij je als ouder afvraagt waarom je nog steeds met een bidon of voetbalschoenen achter zijn veertienjarige gat moet zitten, dan is dat dus verklaarbaar.

Bij sommige pubers (bijv perfectionisten) maakt de REM juist overuren, waarbij ze veel piekeren en twijfelen. De lat ligt heel hoog.

Het emotionele brein (GAS) kan overgevoelig reageren doordat de REM minder goed werkt. Als je een beetje fel in elkaar steekt zorgt dat ervoor dat je overgevoelig wordt voor commentaar van je coach, de scheidsrechter uitscheld, veel te hard de actie ingaat of thuis tegen je ouders te keer gaat.

Wanneer je GAS en REM in balans is, ben je op je best. Je speelt met lef en eist de bal op, maar handelt ook strategisch slim, waarbij je vanuit de spelsituatie de beste actie kiest. Dit is trainbaar individueel en op teamniveau.

Mentale leerlijn voor voetballers

Dat we de teams <12, <13 en <14 jaar bij Excelsior mentaal willen trainen is omdat de spelers juist in deze periode makkelijker nieuwe vaardigheden leren, omdat het brein nog zo ontwikkeling is. Wil je dat later als profspeler nog doen, dan zal dit veel meer moeite kosten.

De mentale leerlijn voor voetballers biedt per leeftijdsgroep verschillende mentale thema’s aan. Hierbij wordt sportpsychologische theorie verwerkt in de fysieke training op het voetbalveld. De spelers gaan aan de slag met de mentale vaardigheden:

zelfvertrouwen, doelen stellen, aandacht en concentratie, gedachte- en emotiecontrole, optimale spanning, visualiseren, mentaal plan, communicatie en teamspirit.

Samen met de trainers bieden we werkvormen aan waarbij we de druk op het veld sociaal of emotioneel opvoeren. We gaan na: Hoe presteer jij onder druk? Wat doet dit met jouw concentratie? Hoe speel jij op je best en hoe haal je als team alles uit de wedstrijd?

Doel is dat de spelers mentale vaardigheden leren toepassen bij trainingen en wedstrijden. Wanneer ze deze vaardigheden vaker aangeboden krijgen, trainen ze zowel hun emotionele- als rationele brein, zodat ze hier zelf meer invloed op hebben. Ze kunnen dan bijvoorbeeld: coaching van de trainer omzetten in handelen, herpakken na een fout, rustig blijven bij de beslissende momenten en taakgericht spelen ongeacht de belangrijkheid van de wedstrijd.

Pedagogisch sterk coachen

Bij voetbalouders gaat het vaak over ouders die zich misdragen langs de lijn. Ik vind dat jammer. Ik zie dat ouders heel veel tijd en energie in hun voetballende kind steken, helemaal wanneer ze worden toegelaten tot een BVO. Brengen, halen, wachten, meetings bijwonen en uren kijken langs de lijn, ga er maar aan staan. Daarnaast werk je hard, want wanneer je kinderen op hoog niveau sporten lopen de kosten op. Je hebt het er voor over. Zolang je kind maar gelukkig is en plezier heeft. Alleen dat plezier is op die leeftijd vaak gekoppeld aan resultaat.

Vandaag namen we het oudergedrag onder de loep en deelden we ervaringen. Goede ouders twijfelen is mijn mening. Dat wil zeggen dat je fouten maakt, maar dat je steeds weer nagaat hoe je het beter kan doen.

In gesprek met je kind
We spraken over ‘Hang jezelf op’. Waarbij je op een gegeven moment klem komt te zitten in wat je allemaal zegt tegen je kind voor of na de wedstrijd:

 

“Waarom blijf je niet gewoon rustig, je hebt er toch niks aan als je boos wordt”
“Jullie hadden best kunnen winnen, had je niet …”
“Wat als je……had gedaan?”

Vraag jezelf steeds weer af welk effect alles wat je zegt heeft. Je kinderen zeggen het ook letterlijk tegen je. Bespreek het samen op een rustig moment. Ga na wat je kind prettig vindt, maar geef ook jouw grens aan, want het is ook jouw tijd.

Juichen op Facebook
‘Oordeelvrij’ kijken en neutraal commentaar leveren moet je leren, uit ervaring weet ik dat dit lastig is. Dit doe je door:

  • Het stellen van open vragen als: “Heb je een prettige wedstrijd gehad?” “Hoe vond je het?” Of gewoon “Veel plezier vooraf”, “Hard gewerkt/lekker gedaan/jammer” achteraf;
    Accepteer zelf verlies;
  • Maak winst niet te groot, door bijvoorbeeld dit luid op Facebook en de groepsapp te vieren, want wat doe je dan na een mindere wedstrijd?
  • Laat je kind even met rust na afloop, zodat hij zelf zijn emoties kan verwerken;
  • Houd je gedachten over de scheidsrechter of het wel of niet opstellen door de trainer voor jezelf. Het delen met je kind levert alleen maar afleiding en stress op;
  • Wanneer je weet dat jouw kind snel piekert (te veel REM) wees kort en positief voor de wedstrijd zonder inhoudelijke tips, want je zet alleen maar aan tot meer twijfel;
  • Straal zelf rust uit, wanneer je kind snel te veel GAS geeft;
  • Maak van spanning iets positief maakt. Dit betekent dat je lichaam zich gereed maakt om te presteren.
Rijdt, voedt, betaal, zorg voor voldoende rust en veiligheid, geef een schouderklopje bij winst en verlies. Dat je er bent voor je kind is het allerbelangrijkste. Ze waarderen je, al zullen ze dat zeker niet altijd laten merken. Zo ben je samen een sterk team!

Gas en Rem in de sport - Mentaal sterk coachen

‘GAS en REM in de sport. Mentaal sterk coachen’ is geschreven voor coaches, sporters, ouders, scheidsrechters en begeleiders in de (top)sport.

Het boek gaat over de invloed van emoties (GAS) en gedachten (REM) op prestatiegedrag. Hoe haal je het beste uit jezelf? Hoe stuur je bij met jouw coachgedrag?

Lees hier meer over GAS en REM in de sport. Mentaal sterk coachen.