Hoe mijn ouders mij steunen in mijn passie voor karate.

Hoe mijn ouders mij steunen in mijn passie voor karate.

Hier het eerst blog van karateka Tatyana Izelaar. Zij beschrijft hoe haar passie voor karate is ontstaan en welke rol haar ouders hierin gespeeld hebben.

Ik ben een topsporter en beoefen al tien jaar karate. Karate is een vechtsport en vooral gericht op zelfverdediging. Het bestaat uit drie disciplines kata, kumite en khion. Khion is het uitvoeren van basistechnieken waardoor je de basis beter leert beheersen. Kata is een reeks verschillende technieken waarmee de karateka een gevecht uitbeeldt tegen denkbeeldige tegenstanders en de technieken krachtig, explosief en met uitstraling uitvoerd. Kumite is het uitvoeren van technieken zoals trappen, stoten en vegen tegen een andere tegenstander in de vorm van een spargevecht. Dit is de discipline waar ik in gespecialiseerd ben. 

Passie voor karate

De reden waarom ik karate ben gaan beoefenen heeft voornamelijk te maken met de wil van mijn ouders om mezelf te leren verdedigen. Op de basisschool werd ik erg gepest en heb ik veel vervelende situaties meegemaakt. Mijn ouders stelden voor dat ik op een vechtsport ging en dus kozen we samen voor karate. Ik vond het leuk nieuwe technieken te leren en voelde mij comfortabel in de groep. Doordat de tijd op de basisschool voor mij vaak erg onprettig was, was ik onwijs enthousiast om twee keer in de week naar de training te gaan. Ik was vooral leergierig en nieuwsgierig. De plezier die ik  had in sport zorgde dat ik de verschillende kata’s en technieken waaronder voornamelijk de trappen snel beheerste. Mijn trainer Patrick van Daalen (op de foto samen met Virgil Fisser) was onder de indruk en zei dat ik talent had. Hij vroeg vervolgens of ik karate wilde voortzetten bij zijn sportclub Unity99 in Zevenkamp. Op deze manier is mijn liefde en passie voor karate ontstaan en ben ik onwijs gegroeid door de jaren heen.

Na drie jaar basiskarate te hebben beoefend zette ik voort als wedstrijdkarateka en won mijn eerste Nederlandse titel. Ik werd Nederlands Kampioen met een achterwaartse draaitrap die voor mij nog altijd kippenvel oproept. 

Ik was nooit heel gemotiveerd voor school en ik denk dat karate voor mij altijd een ontsnappingsplek was van alles wat voor mij onprettig was. Ik merkte dat ik me al snel ontwikkelde en op internationale toernooien ook prijzen begon te winnen. Vanaf 2014 trainde ik mee met de Nederlandse Selectie en in 2015 vocht ik mijn eerste WK. Mijn ouders merkte dat ik hier veel plezier uit haalde en steunden mij om voort te zetten. 

Mijn ouders

Mijn ouders spelen een grote rol in mijn karatecarrière. Zij maken het beoefenen van karate op hoog niveau mogelijk voor mij. Zonder de steun van mijn ouders had ik nooit zoveel landen bezocht en mijn ervaringen daar opgedaan. Ik kan me nog herinneren dat mijn vader samen met mij bijna elke avond trainde. Hij hielp mij met lenigheidsoefeningen, liet mij mijn trappen en stoten op hem oefenen, bestelde dvd’s met allemaal verschillende kata’s en keek hoe ik deze dagelijks uitvoerde en perfectioniseerde. Op jongere leeftijd gingen beiden ouders altijd mee naar mijn wedstrijden en moedigde mij aan. Wanneer ik won waren ze onwijs blij voor me en wanneer ik verloor waren ze er voor me en gaven aan dat het oké was om te verliezen omdat ik hierdoor zou groeien. Ook waren er momenten wanneer ik het niet eens was met hun feedback of opmerking en hier fel op kon reageren.

Toch hebben mijn ouders hebben mij altijd geleerd om bescheiden te blijven en open met verlies om te gaan. Tot op de dag van vandaag vind ik deze twee eigenschappen onwijs belangrijk. 

Later kregen we thuis meer huisdieren erbij waardoor mijn moeder minder vaak mee kon naar wedstrijden en voornamelijk mijn vader meeging. Tenzij ik naar mijn Franse club Sarcelles ging en daar bij een teamgenoot verbleef of met het Nederlands team naar een kwalificatietoernooi of een EK/WK heen reisde.

Senior

Sinds 2018 draai ik mee met de senioren waardoor ik veel meer buitenlandse toernooien in mijn agenda heb staan. Zelf train en studeer ik full-time, waardoor ik geen tijd heb om ernaast nog te werken. Mijn uitrusting wordt gesponsord door Nihonsport en ik krijg maandelijks een bedrag binnen van mijn studiefinanciering en Rotterdam topsport waardoor ik een aantal kosten zelf kan betalen.

Verder werken mijn ouders heel hard om al mijn trainingen, kampen, buitelandse toernooien en de daarbij behorende reiskosten te betalen. We hebben het een aantal keer moeilijk gehad waardoor ik mij vaak schuldig voelde tegenover mijn ouders. Ze hebben het altijd mogelijk gemaakt voor mij om aan de belangrijkste toernooien deel te nemen. Toen we voor het eerst met moeilijkheden te maken kregen presteerde ik minder goed door de druk die ik voelde. Ik was bang om te verliezen of fouten te maken omdat mijn ouders zoveel geld hebben betaald voor de reis en deelname.

Ze hebben toen aangegeven dat ik die gedachte moest vergeten omdat ze daadwerkelijk in me geloven en mij graag willen laten meedraaien op het hoogste niveau. Ze gaven aan dat zolang het allemaal mogelijk is ze er graag hard voor werken en wanneer ik een mooie prestatie lever ze alleen maar trots zijn. 

Onbewust veranderde deze situatie de betrokkenheid van mijn ouders. Doordat zij het erg druk hadden werd ik veel meer losgelaten waardoor ik zelfstandiger moest geworden. Ik ging vaker alleen of met teamgenoten naar trainen en wedstrijden.

 

Wedstrijdbeleving

Wat betreft mijn wedstrijdbeleving geeft het mij een vertrouwd gevoel wanneer ik weet dat mijn ouders erbij zijn. Door hun voel ik me sterker en zelfverzekerder. Toch heb ik ook met irritaties te maken, meer bij mijn vader dan mijn moeder. Ik denk dat dit komt doordat mijn vader op een andere, directere manier betrokken is dan mijn moeder. 

Momenten van irritaties ontstaan wanneer ik met hem aan het trainen ben en hij of de strikingpets niet goed vasthoudt of mij een oefening laat doen waar ik me niet comfortabel bij voel. Maar ook bij wedstrijden, en vooral na de wedstrijd indien ik minder goed presteerde of verloor zei mijn vader dit gelijk of was hij juist stil en zei helemaal niks waardoor ik begreep dat hij niet blij was met mijn prestatie. De reden dat ik geïrriteerd raakte kwam dan doordat mijn ouders  gelijk hun mening gaven in plaats van eerst aan mij te vragen hoe ik me voelde en waardoor het kwam dat ik minder goed presteerde. 

Ik vind de rol die mijn ouders in mijn sportcarrière spelen erg belangrijk. Ondanks dat ik steeds ouder, zelfstandiger en dus meer losgelaten wordt heb ik nog altijd behoefte aan hun vertrouwen en support. Tijdens de warming-up denk ik aan ze. Op dat moment denk ik waarvoor ik het doe, hoe hard ik ervoor heb getraind en dat mijn ouders achter mij staan en in mij geloven. Automatisch voel ik me sterker.

Wanneer mijn ouders mee gaan kijk ik voor de wedstrijd nog naar boven, de tribune in. Dan kijk ik mama aan die op dat moment haar ogen serieus en fel laat stralen, haar vuist laat zien en in het Russisch zegt: “Davai! Silno i Bistro! – Kom op! Hard en snel!” Dan knik ik en maak ik me klaar voor mijn partij.

Naast de vele irritaties die vooral komen door miscommunicatie of emoties en vaak niet zo bedoelt worden, zoals gezegd, ervaar ik veel meer gelukkige gevoelens dan ongelukkige. Ik denk dat ouders altijd het beste voor hun kind willen en daar kunnen ze soms fouten in maken. Voor mij is het van belang dat er duidelijk met het kind gecommuniceerd wordt en begrip wordt getoond.

Ik heb vaak meegemaakt dat een teamgenoot geen plezier meer ervaart in de sport en vervolgens stopt omdat de druk of verwachtingen te hoog liggen die vanuit de ouders komen. Ik denk het pushen van je kind voor een daling en verslechtering van zijn/haar prestatie kan zorgen. Zolang het kind plezier heeft in de sport en een positieve support en betrokkenheid van zijn/haar ouders ervaart dat diegene zich beter doet ontwikkelen en betere prestaties zal leveren. 

 

Lees ook:

Karateka start stage bij Flow Mentale Training

 

Sportpsycholoog in trainingspak samen met de coach op het veld.

Sportpsycholoog in trainingspak samen met de coach op het veld.

Flow Mentale Training doet mee voor de Nationale Sportinnovatieprijs 2018, die als thema heeft ‘Mind your fitness”. Het idee van de innovatie is ‘De Leerlijn Mentaal Topsport’.

Deze leerlijn voor talenten van 12 t/m 17 jaar is toegespitst op de mentale aspecten die een rol spelen bij presteren zoals:

  • Omgaan met stress en teleurstelling,
  • mentaal herstel en het behoud van zelfvertrouwen,
  • concentratie en optimale spanning.

Sportpsychologische theorie vanuit het boek GAS en REM in de sport. Mentaal Sterk Coachen, komt terug in fysieke trainingsvormen waarbij de talenten op hun eigen sportplek ervaren wat ‘presteren onder druk’ is. 

De Leerlijn Mentaal Topsport is een mentaal coaching programma voor sporters, dat net als bijvoorbeeld conditietraining een vast onderdeel van de trainingsopbouw is. De inhoud wordt aangepast aan de sport en ontwikkelingsniveau/leeftijd van de talenten.

Concreet betekent dit dat de sportpsycholoog naast de coach staat: op het veld, op de baan of langs het bad. Ze staan letterlijk naast elkaar en vermenigvuldigen zo hun kennis, zodat de talenten in hun eigen trainingstaal- en omgeving hun mentale weerbaarheid trainen. Wanneer ze achttien jaar zijn, is hun lichaam en geest klaar voor topsport op mondiaal niveau. 

Als jonge topsporter sta je onder druk

Stel je wilt profvoetballer worden of de nieuwe Daphne, Kiki, Ranomi, Sven of Epke en je komt in een RTC, BVO of selectieteam. Je gaat vaker trainen en wordt uitgenodigd voor trainingsstages, wedstrijden in het buitenland. Je ouders rijden je overal heen en investeren geld en tijd in je sport. Je gaat naar trainingen op Papendal en doet mee met de selectiedagen voor Jong Oranje. Er zijn ranking-systemen die bepalen of je in het team blijft of afvalt. De verwachtingen zijn vaak hoog. Je moet je diploma halen op school en daarvoor plannen en organiseren. Week in, week uit wordt het uiterste van je gevraagd. De coaches willen inzet zien en dat je ervoor gaat. Je ouders ook. Soms moet je afvallen, gespierder worden, meer bewegen, feller zijn, je vaker laten horen, samenwerken, verder springen. De lijst van eisen is eindeloos. Je moet plezier hebben en vooral je best doen. Sowieso heb jij al een grote drive vanuit jezelf. Van jongs af aan, wil je al winnen met alles en het liefst geen fouten maken. Je wilt je ouders en je coach niet teleurstellen en baalt er zelf ook van als het minder gaat. Falen of mogelijke missers blijven soms door je hoofd spoken.

In topsport verlies je vaker dan je wint, lees ik in een artikel van oud-topsporters Stefan Groothuis, Minke Booij, Peter Blangé en Esther Vergeer. Dat kan een deuk in je zelfvertrouwen geven………. 

Die deuken mogen wij als sportpsychologen repareren. Dat lukt gelukkig vaak. Soms moet ik doorverwijzen naar een collega sportpsycholoog met een klinische achtergrond, omdat de deuk al te diep is. Die deuken zijn in mijn optiek vaak te voorkomen. Wanneer sporters structureel leren hoe zij met ‘de prestatiedruk’ om moeten gaan en zowel de coach als ouders inzicht hebben, welke rol zij hierin spelen.

Sportpsycholoog zichtbaar en benaderbaar
Het aanleren van mentale vaardigheden wordt al breed erkend. Echter de mogelijkheden om hiermee als sportpsycholoog aan de slag te gaan, beperkt zich meestal tot incidentele bezoeken. Met de sportinnovatieprijs hoop ik daar in heel Nederland verandering in te brengen. Wel vanuit de visie van Team NL: De coach staat centraal, want die zorgt voor de vertaalslag op de sportplek. Voor topsporters binnen een High Performance programma van een CTO, BVO of talentenacademie wordt het normaal dat er met regelmaat een sportpsycholoog in trainingskleding aanwezig is, die net als de conditietrainer een vast onderdeel van het begeleidingsteam is.

Het geeft en positief effect op de lange termijn voor de sporters, coaches en ouders. Frustratie en agressie vermindert, focus en vertrouwen groeit. Dit zie je terug in de medaillespiegel. 

De Leerlijn Mentaal Topsport

Iedere maand staat een ander mentaal thema centraal. De coaches en de ouders worden getraind, zodat zij leren hoe zij door hun pedagogisch handelen het prestatiegedrag van het talent positief beïnvloeden. De inhoud van het mentale trainingsprogramma sluit aan op de ontwikkelingsfases van de sporter:

  1.  12-13 jaar Vroege adolescentie (puberteit): Basis. Wie ben ik?
    Trainen omvang en belastbaarheid.
    Factoren die van invloed kunnen zijn:
    – Overgang van basisonderwijs naar de middelbare school;
    – Start van een periode van lichamelijke en hormonale verandering.
    Ontwikkelen: Zelfinzicht.
  2. 14-15 jaar Midden adolescentie: Verdieping. Wat beslis ik?
    Trainen voor hoog niveau.
    Factoren die van invloed kunnen zijn:
    – (Dis)balans school, topsport, hobby’s, vriendschappen;
    – Lichamelijke en hormonale verandering;
    Ontwikkelen: Zelfdiscipline.
  3. 16-17 jaar Adolescentie (voor volwassenheid): Verrijking. Waar wil ik heen?
    Trainen om te presteren.
    Factoren die van invloed kunnen zijn:
    – Schoolexamen;
    – Gedragsverandering c.q volwassen worden.
    Ontwikkelen: Zelfsturing.

Flow Mentale Training Danielle van der Klein-Driesen

Het is een plan dat wat betreft opzet en omvang nooit ingezet is. Wel heb ik zelf (een deel van) de inhoud uitgevoerd bij S.V.B. Excelsior, Intime Tennis Academy en de Karate Bond. Zij bieden de kans om de kwaliteit van de inhoud te verfijnen en te verbeteren. 

Inhoud:

Aan het begin van de maand wordt één keer de mentale training verwerkt in de fysieke training, waarbij de coach en de sportpsycholoog de training samen geven. De coach krijgt een samenvatting met: Het doel, de theorie, de didactische opbouw en oefenvormen. In een kort overleg wordt afgestemd wat de belangrijkste mentale punten zijn van de training en worden ideeën gedeeld om de mentale vaardigheden fysiek inzichtelijk te maken. Dit kan bijvoorbeeld door: resultaatgerichte oefeningen, groepsdruk of samenwerkingsopdrachten. De rest van de maand houdt de coach het mentale thema als rode draad voor zijn eigen trainingen. De talenten krijgen zo de kans de mentale vaardigheden te oefenen en in te slijpen.

De op het eerste gezicht eenvoudige fysieke oefenvormen worden doelmatig ingezet voor het aanleren van mentale vaardigheden. Er is gedurende het seizoen een opbouw met: 

  1. Diagnostiek: Mentale screening;
  2. Interventie: Toepassing mentale vaardigheden;
  3. Evaluatie: Terugkoppeling en bijsturen.

De nationale Sportinnovator Prijs 2018: Mind your fitness

Er zijn negenendertig innovatieve ideeën ingediend. 4 december wordt de uitslag bekend gemaakt.

Het innovatie idee: De Leerlijn Mentaal Topsport word gesteund door:

  • Rotterdam Topsport
  • Dordrecht Topsport
  • Nederlandse Volleybal Bond
  • Regionaal Talenten Centrum Volleybal
  • Karate Bond
  • LOOT-school Thorbecke Voortgezet Onderwijs
  • Stichting Betaald Voetbal Excelsior
  • Intime Tennis Academy
  • Hockeyvereniging Leonidas
  • Geoffrey Berens Coaching

 

Nu de jury van de Nationale Sportinnovator Prijs 2018 nog…..

Hoezo GAS en REM in de sport?

Hoezo GAS en REM in de sport?

Topsport draait om resultaat. De belangen zijn vaak groot. Persoonlijk belang, teambelang. Hoe krijg je meer inzicht in wat deze druk met je doet?

GAS en REM in de sport

Hoe ga je om met persoonlijk belang, bijvoorbeeld een sporter die vijftien jaar lang heeft toegewerkt naar dat ene moment bij de Olympische Spelen. Ook het teambelang kan dominant zijn, zoals ‘we willen niet degraderen’ of we kunnen ‘kampioen’ worden.

Door het boek ‘GAS en REM in de sport’ krijgen sporters en hun omgeving (coach, ouders, scheidsrechter) inzicht in wat zij zelf kunnen doen op het moment dat het spannend wordt of als de frustratie toeslaat. Dit vraagt net als de fysieke voorbereiding een tijdsinvestering, waar je aan het begin van het seizoen mee moet beginnen.

Prestatiegedrag

Het boek GAS en REM in de sport gaat over de invloed van emoties en gedachten op prestatiegedrag. Wat kunnen sporters doen om het beste uit zichzelf te halen? Hoe stuur je als coach bij? Topsporters, talenten, (bonds)coaches, ouders en scheidsrechters vanuit verschillende sporten vertellen wat zij denken en voelen bij wedstrijden. Aan hun ervaringen koppelt Daniëlle inzichten uit de sportpsychologie.

A1 Excelsior

De coach

Als coach wil je jouw sporters een goed gevoel meegeven voor de wedstrijd. Hoe je dat doet is best lastig, want sporters verschillen. Gedachten van de sporter als: ‘Het moet goed gaan’ of ‘als ik maar geen fout maak’, kunnen een onzeker en nerveus gevoel opleveren. “Coachen is maatwerk”, zegt bondscoach en topkarateka Geoffrey Berens hierover. Een rustige sporter vraagt een andere oppepper, dan een hele drukke. De ene sporter heeft eerder de voorkeur om te reageren vanuit emotie, gevoel en actie (GAS) en de ander vanuit ratio, denken, controle (REM).

‘Het moet nu’ of ‘als dit maar goed gaat’ kan in het lichaam fysieke reacties te weeg brengen, zoals verhoogde spierspanning, een snellere hartslag of ademhaling. Dat is op zich geen probleem, want dit brengt de sporter in gereedheid om te presteren. Tenzij hij doorschiet in te veel GAS, waarbij er te veel opwinding ontstaat en hij overgevoelig wordt. De sporter laat dan eerder onbesuisde acties zien of gaat bijvoorbeeld te keer tegen de scheidsrechter.

Bij te veel REM maakt de sporter zich zorgen en wordt stiller. Hij gedraagt zich eerder voorzichtig en handelt veilig. Het tempo is eruit. Je ziet dan dat de sporter meer fouten gaat maken.

Dit komt doordat zowel bij te veel GAS, als bij te veel REM het ritme, de timing en de waarneming wordt verstoord, wat dus het prestatieniveau negatief kan beïnvloeden.

Praktische mentale oefeningen

Door praktische mentale oefeningen train je het brein van de sporters en leer je hun gassen bij te veel rem en remmen bij te veel gas. Remmen doet de sporter onder andere door zijn rust te pakken en terug te gaan naar zijn sporttaak. Gassen door te kijken, te bewegen en aan te vallen. Je leert sporters hiermee hoe zij hun aandacht kunnen richten en hun lichaamsspanning onder controle kunnen krijgen.

Train je brein

Het is zinvol wanneer je als coach deze mentale vaardigheden verwerkt in de fysieke training, zodat de sporter dit kan oefenen op de sportplek. De sporter bepaalt zelf wat voor hem wel en wat niet werkt. Doel is dat de sporters lef tonen (GAS) en strategische slimheid inzetten (REM).

De sporters zijn dan voorbereid en klaar om wat moois te laten zien!