3 juni 2021 | sportpsychologie
(Top)sporters staan regelmatig onder flinke druk en gaan van wedstrijd naar wedstrijd. Het is daarom belangrijk om structureel aandacht te besteden aan hun mentale welzijn. Daarom vertelt Sportpsycholoog Daniëlle van der Klein-Driesen van Flow Mentale Training hoe sporters het best mentaal begeleid kunnen worden.
Mentaal welzijn
“Voor mij is het heel logisch dat mentaal trainen een vast ritueel is in een trainingsprogramma. Want niet alleen fysiek, maar ook mentaal moet je je lichaam leren kennen”, legt de sportpsycholoog uit. “Vaak wordt er pas aan de bel getrokken als er mentaal gezien iets misgaat. Dan moeten we er als sportpsycholoog even naar kijken en door. Een sterke service leren bij tennis kost jaren training. Maar mentaal is dat precies hetzelfde.”
“Tijdens een tenniswedstrijd wordt er mentaal veel van een speler gevraagd, zoals zelfvertrouwen, maar ook concentratie en doelgerichtheid. Een toptennisser heeft veel ruimte om na te denken, tijdens én na de wedstrijd. En daarmee dus ook veel tijd om met zichzelf in de knoop te zitten. Het helpt als een tennisser leert om met frustratie, twijfel en angsten te dealen, want die komen af en toe ongevraagd mee de baan op.”
Geen machines
“Het is een voorwaarde om jezelf te leren kennen, want bij wedstrijden moet je het helemaal alleen doen. Preventief mentaal trainen op de baan en kijken hoe je het beste te werk kunt gaan. Vooraf oplossingen zoeken voor mogelijke belemmeringen. Dat levert veel op. We moeten gewoon structureel in gesprek gaan met topsporters over hun mentale welzijn.”
Van sporters kunnen we nog wel eens verwachten dat het een soort machines zijn. Dat ze altijd maar kunnen presteren (en het liefste ook nog winnen). “Maar we moeten onthouden dat zij ook gewoon mensen zijn. Zij hebben ook mindere periodes. Met sommigen van hen gaat het ook niet altijd goed”, legt Van der Klein – Driesen uit.
Naomi Osaka
Tennisser Naomi Osaka is een voorbeeld daarvan, en zij spreekt zich daar als een van de weinige sporters nu over uit. “We weten niet wat er speelt bij Osaka, maar het is wel heel goed dat zij zich erover uitspreekt. We zeggen allemaal dat we het belangrijk vinden, maar daar moeten we ook naar handelen”, vertelt de sportpsycholoog.
De druk is ontzettend hoog bij een speler zoals Osaka, en moeten praten met pers – want ook haar prijzengeld en contracten hangen hiermee samen – maakt dat niet makkelijker. “Zij geeft aan dat het haar niet lukt. Dat is wel een heel duidelijk signaal. Dat is geen onwil, dat is onvermogen. Geef haar de tijd voor herstel. Ik ben benieuwd wat zij kan laten zien wanneer het beter met haar gaat.”
Lees hier het artikel op Linda.nl. Naar het artikel.
5 januari 2020 | sportpsychologie
Mentaal de tegenstander verslaan
“Als MMA vechter gingen al mijn gevechten hetzelfde: Een rode waas van adrenaline, paniek, en dramatische overwinning. Ik was ongeslagen in vier partijen, maar wist dat dit niet lang meer goed kon gaan.”
– Kalle
“Geen paniek”, “Focus”, “Mentale controle”.
Hoe leer je dat?
Iedereen roept dat vechtsport 90% mentaal is, maar ik heb in geen enkele gym een hersen-trainingsschema zien hangen. Zelf heb ik geëxperimenteerd met emoties, visualisaties en zelfstudie, maar ik kwam er niet uit.
De psychologie van presteren onder druk is ingewikkeld.
Geen paniek
Zo kwam ik bij Daniëlle terecht. Mentaal sterker worden vereist mentale training. Bij Flow Mentale Training. Het topsporttraject. Het was een duidelijke keus, maar voor mij een flinke investering.
Ik zei tegen mezelf: “Als ik mijn volgende gevecht mentaal in controle blijf, zonder paniek, dan doe ik het.”
Rust en richting
“Twee maanden later vocht ik. En ik won in de eerste ronde, op een armklem. Zonder paniek. De hele partij rustig en bewust in m’n hoofd.”
Behalve met het behalen van mijn hoofddoel, heeft Daniëlle veel meer met mij bereikt. Ik heb vechtsport – een vreemde, gevaarlijke passie – een plek kunnen geven in m’n leven. Ik twijfel er niet langer meer aan.
“Nee, ik ben niet gek, ik hou gewoon van deze sport.”
En ik heb beter dan ooit kunnen trainen, met minder stress, meer plezier en meer zelfvertrouwen.
“Nu is mentale training een vast onderdeel van mijn dag. ‘Niet in paniek raken’ was pas de eerste stap.”
Wie weet wat voor superkrachten ik nog kan leren?
4 november 2019 | sportpsychologie
Mentale kracht
Het mooie is dat de foto’s van deze boksers prachtig tonen hoe je mentale power uitstraalt. Zo laat je zien dat je vertrouwen hebt en gretig bent om te presteren. Van binnen mag je best twijfel voelen, maar dat hoeft je tegenstander niet te weten.
De helft van de groep wint.
Angst
Het is best logisch als er vooraf ‘zorggedachten’ de revue passeren. De fysieke bokstraining, waarbij je klappen uitdeelt en ontvangt zorgen dat er emoties loskomen, die je misschien eerder weggestopt hebt.
Dat maakt dat bokstraining behalve fysiek, ook mentaal veel van je vergt. Je lichaam maakt zich gereed te presteren, maar waarschuwt je ook ‘gevaar te vermijden’.
Dat kan zorgen voor angstgevoel, wat natuurlijk niet helpt wanneer je juist wel die ring in wilt stappen.
-
-
Optimaal prestatiegedrag
-
-
Ervaringen delen
-
-
Lichaamstaal in de ring
Winnen of verliezen
Het is logisch als je zenuwen of spanning voelt. Je lichaam is zich klaar aan het maken. De tent is uitverkocht, dus je weet dat er 2000 mensen naar je kijken, waaronder mensen die voor jou belangrijk zijn.
Kijk om je heen en wees trots dat je er staat.
Je zet je in voor een goed doel, voor kinderen die problemen hebben met hun mentale weerbaarheid.
Je familie, vrienden houden van je of je wint of verliest en zijn er jou te steunen.
En heel eerlijk: de rest van het publiek wil gewoon boksen zien, maar zijn ook gericht op hun zakenrelaties en de bitterballen. Zo blijf je het in perspectief zien en maak je het voor jezelf niet te groot.
Gereed te presteren?
We hebben een aantal vaardigheden getraind die je helpen je gereed te maken het uiterste uit jezelf te halen:
- Ademhaling zorgt voor optimale spanning en focus;
- Taakgericht door korte richtpunten vanuit jouw plan als: afstand, bewegen, rust;
- Aandacht op datgene waar je zelf invloed op hebt;
- Wees trots bij winst en verlies op de inspanning die je het hele jaar geleverd hebt.
Een bokser die in het hoofd van de ander wil kruipen en de ander die zegt: ‘ik liet hem er zo doorheen’ gaan. Dat is wat een één op één duel zo mooi maakt.
20 september 2019 | Sportouders
Ik ben een topsporter en beoefen al tien jaar karate. Karate is een vechtsport en vooral gericht op zelfverdediging. Het bestaat uit drie disciplines kata, kumite en khion.
Khion is het uitvoeren van basistechnieken waardoor je de basis beter leert beheersen.
Kata is een reeks verschillende technieken waarmee de karateka een gevecht uitbeeldt tegen denkbeeldige tegenstanders en de technieken krachtig, explosief en met uitstraling uitvoerd.
Kumite is het uitvoeren van technieken zoals trappen, stoten en vegen tegen een andere tegenstander in de vorm van een spargevecht. Dit is de discipline waar ik in gespecialiseerd ben.
Passie voor karate
De reden waarom ik karate ben gaan beoefenen heeft voornamelijk te maken met de wil van mijn ouders om mezelf te leren verdedigen. Op de basisschool werd ik erg gepest en heb ik veel vervelende situaties meegemaakt. Mijn ouders stelden voor dat ik op een vechtsport ging en dus kozen we samen voor karate.
Ik vond het leuk nieuwe technieken te leren en voelde mij comfortabel in de groep. Doordat de tijd op de basisschool voor mij vaak erg onprettig was, was ik onwijs enthousiast om twee keer in de week naar de training te gaan. Ik was vooral leergierig en nieuwsgierig. De plezier die ik had in sport zorgde dat ik de verschillende kata’s en technieken waaronder voornamelijk de trappen snel beheerste.
Mijn trainer Patrick van Daalen (op de foto samen met Virgil Fisser) was onder de indruk en zei dat ik talent had. Hij vroeg vervolgens of ik karate wilde voortzetten bij zijn sportclub Unity99 in Zevenkamp. Op deze manier is mijn liefde en passie voor karate ontstaan en ben ik onwijs gegroeid door de jaren heen.
“Na drie jaar basiskarate te hebben beoefend zette ik voort als wedstrijdkarateka en won mijn eerste Nederlandse titel. Ik werd Nederlands Kampioen met een achterwaartse draaitrap die voor mij nog altijd kippenvel oproept.”
Ik was nooit heel gemotiveerd voor school en ik denk dat karate voor mij altijd een ontsnappingsplek was van alles wat voor mij onprettig was. Ik merkte dat ik me al snel ontwikkelde en op internationale toernooien ook prijzen begon te winnen. Vanaf 2014 trainde ik mee met de Nederlandse Selectie en in 2015 vocht ik mijn eerste WK. Mijn ouders merkte dat ik hier veel plezier uit haalde en steunden mij om voort te zetten.
Mijn ouders
Mijn ouders spelen een grote rol in mijn karatecarrière. Zij maken het beoefenen van karate op hoog niveau mogelijk voor mij. Zonder de steun van mijn ouders had ik nooit zoveel landen bezocht en mijn ervaringen daar opgedaan. Ik kan me nog herinneren dat mijn vader samen met mij bijna elke avond trainde. Hij hielp mij met lenigheidsoefeningen, liet mij mijn trappen en stoten op hem oefenen, bestelde dvd’s met allemaal verschillende kata’s en keek hoe ik deze dagelijks uitvoerde en perfectioniseerde.
Op jongere leeftijd gingen beiden ouders altijd mee naar mijn wedstrijden en moedigde mij aan. Wanneer ik won waren ze onwijs blij voor me en wanneer ik verloor waren ze er voor me en gaven aan dat het oké was om te verliezen omdat ik hierdoor zou groeien. Ook waren er momenten wanneer ik het niet eens was met hun feedback of opmerking en hier fel op kon reageren.
Toch hebben mijn ouders hebben mij altijd geleerd om bescheiden te blijven en open met verlies om te gaan. Tot op de dag van vandaag vind ik deze twee eigenschappen erg belangrijk.
Later kregen we thuis meer huisdieren erbij waardoor mijn moeder minder vaak mee kon naar wedstrijden en voornamelijk mijn vader meeging. Tenzij ik naar mijn Franse club Sarcelles ging en daar bij een teamgenoot verbleef of met het Nederlands team naar een kwalificatietoernooi of een EK/WK heen reisde.
Senior
Sinds 2018 draai ik mee met de senioren waardoor ik veel meer buitenlandse toernooien in mijn agenda heb staan. Zelf train en studeer ik full-time, waardoor ik geen tijd heb om ernaast nog te werken. Mijn uitrusting wordt gesponsord door Nihonsport en ik krijg maandelijks een bedrag binnen van mijn studiefinanciering en Rotterdam topsport waardoor ik een aantal kosten zelf kan betalen.
Verder werken mijn ouders heel hard om al mijn trainingen, kampen, buitelandse toernooien en de daarbij behorende reiskosten te betalen. We hebben het een aantal keer moeilijk gehad waardoor ik mij vaak schuldig voelde tegenover mijn ouders. Ze hebben het altijd mogelijk gemaakt voor mij om aan de belangrijkste toernooien deel te nemen.
Toen we voor het eerst met moeilijkheden te maken kregen presteerde ik minder goed door de druk die ik voelde. Ik was bang om te verliezen of fouten te maken omdat mijn ouders zoveel geld hebben betaald voor de reis en deelname.
Ze hebben toen aangegeven dat ik die gedachte moest vergeten omdat ze daadwerkelijk in me geloven en mij graag willen laten meedraaien op het hoogste niveau. Ze gaven aan dat zolang het allemaal mogelijk is ze er graag hard voor werken en wanneer ik een mooie prestatie lever ze alleen maar trots zijn.
Onbewust veranderde deze situatie de betrokkenheid van mijn ouders. Doordat zij het erg druk hadden werd ik veel meer losgelaten waardoor ik zelfstandiger moest geworden. Ik ging vaker alleen of met teamgenoten naar trainen en wedstrijden.
Wedstrijdbeleving
“Wat betreft mijn wedstrijdbeleving geeft het mij een vertrouwd gevoel wanneer ik weet dat mijn ouders erbij zijn. Door hun voel ik me sterker en zelfverzekerder. Toch heb ik ook met irritaties te maken, meer bij mijn vader dan mijn moeder. Ik denk dat dit komt doordat mijn vader op een andere, directere manier betrokken is dan mijn moeder. “
Momenten van irritaties ontstaan wanneer ik met hem aan het trainen ben en hij of de strikingpets niet goed vasthoudt of mij een oefening laat doen waar ik me niet comfortabel bij voel. Maar ook bij wedstrijden, en vooral na de wedstrijd indien ik minder goed presteerde of verloor zei mijn vader dit direct of was hij juist stil en zei helemaal niks waardoor ik begreep dat hij niet blij was met mijn prestatie.
De reden dat ik geïrriteerd raakte kwam dan doordat mijn ouders direct hun mening gaven in plaats van eerst aan mij te vragen hoe ik me voelde en waardoor het kwam dat ik minder goed presteerde.
Ik vind de rol die mijn ouders in mijn sportcarrière spelen erg belangrijk. Ondanks dat ik steeds ouder, zelfstandiger en dus meer losgelaten wordt, heb ik nog altijd behoefte aan hun vertrouwen en support. Tijdens de warming-up denk ik aan ze. Op dat moment denk ik waarvoor ik het doe, hoe hard ik ervoor heb getraind en dat mijn ouders achter mij staan en in mij geloven. Automatisch voel ik me sterker.
“Wanneer mijn ouders mee gaan, kijk ik voor de wedstrijd nog naar boven, de tribune in. Dan kijk ik mama aan die op dat moment haar ogen serieus en fel laat stralen, haar vuist laat zien en in het Russisch zegt: “Davai! Silno i Bistro! – Kom op! Hard en snel!” Dan knik ik en maak ik me klaar voor mijn partij.”
Naast de vele irritaties die vooral komen door miscommunicatie of emoties en vaak niet zo bedoeld worden, zoals gezegd, ervaar ik veel meer gelukkige gevoelens dan ongelukkige.
Ik denk dat ouders altijd het beste voor hun kind willen en daar kunnen ze soms fouten in maken. Voor mij is het van belang dat er duidelijk met het kind gecommuniceerd wordt en begrip wordt getoond.
Ik heb vaak meegemaakt dat een teamgenoot geen plezier meer ervaart in de sport en vervolgens stopt omdat de druk of verwachtingen te hoog liggen die vanuit de ouders komen.
Ik denk het pushen van je kind voor een daling en verslechtering van zijn/haar prestatie kan zorgen. Zolang het kind plezier heeft in de sport en een positieve support en betrokkenheid van zijn/haar ouders ervaart dat diegene zich beter doet ontwikkelen en betere prestaties zal leveren.
18 juli 2019 | sportpsychologie
De Leerlijn Mentaal Tennis Tennis vraagt veel van de mentale beheersing van deze nog jonge spelers. De spelers moeten lang wachten voordat zij aan de beurt zijn. Een wedstrijd kan wel twee uur of langer duren, wat veel van hun concentratie vraagt. De spelers moeten zich bij iedere bal gereed maken en de vorige bal afsluiten.
Dat is heel lastig, want deze slimme spelers weten precies of ze de bal goed gespeeld hebben of niet en ook hoe ze deze eigenlijk hadden moeten spelen. Er zitten veel rustmomenten in het spel, waarbij ze tijd hebben hierover na te denken en zich te frustreren.
Bij de Leerlijn Mentaal Tennis leren de kinderen stap voor stap zichzelf kennen met al hun bijzonderheden op de baan.
Te veel GAS: Als je stampvoet na een fout , vloekt, je racket gooit of hard roept: Waarom? …
Of juist te veel REM: als je volledig stilvalt …
Het is een teken dat je ‘graag wilt winnen’ en ‘fouten irritant’ vindt. Laten dat nu juist kenmerken zijn van goede sporters.
Rijp voor de psychiater?
Teveel frustratie werkt vaak averechts op het spel. Het leidt af van de taak (ballen binnen de lijnen slaan) en met veel drama laat je tegenstander direct in je kaarten kijken. Het stilvallen, daar heeft de speler vooral zelf last van, maar het stoort ook ouders of de trainer die helemaal naar de wedstrijd zijn gereden. Waar is de vechtlust gebleven, zie je ze denken?
Die kinderen vechten wel, maar dan heel hard in hun hoofd. Er komt een extra tegenstander bij en dat zijn zij zelf tegen hun eigen gedachten: Stom, dom, onnodig…. Jonge tennissers kunnen heel hard zijn voor zichzelf
“Ik vroeg één van de trainers, wat dacht jij dan vroeger als je meerdere ‘onnodige’ fouten maakte? ‘Steek jezelf in de fik,’ antwoordt hij.”
In het dagelijks leven zouden dit soort gedachten je een enkeltje psychiater bezorgen, maar in de sport gebeurt dit met regelmaat. Ik vind het mooi als een sporter zo bloedgraag wil winnen. Als de speler zijn felheid zinvol inzet, dan heeft de tegenstander een probleem.
Mentale Training op de baan
Het prettige van deze leerlijn is, dat ik als sportpsycholoog de kans krijg de kinderen te leren kennen doordat ik één keer maand in de ‘gewone’ tennistraining op de baan sta. Ik start iedere training door uit te leggen welke mentale vaardigheid we gaan doen en waarom het belangrijk is om deze vaardigheid te trainen.
Bijvoorbeeld motivatie, zelfvertrouwen, concentratie en aandacht, of optimale spanning. We doen een korte actieve werkvorm die ik zelf verzonnen heb als warming up of die van de trainer komt. Het doel is warm worden fysiek, maar ook mentaal de hersens laten kraken.
Een speler vraagt bij een klap-spring-zwaai spel:
Waarom doen we dit? Dat doe je toch ook niet bij een wedstrijd?
Dat is een goede vraag zegt de trainer.
Maar toen het net niet lukte stopte je. Gebeurt je dat ook wel eens bij een wedstrijd?
Wat zou je kunnen doen om het wel te laten lukken.
Plezier
We hebben veel lol met de uitvoering van de training. We zetten van alles in gang om de spelers de frustreren, af te leiden. Zodra je een wedstrijdelement toevoegt en het resultaat belangrijk laat zijn, dan gaan de spelers er vol voor. Ze willen scoren en winnen. Ze krijgen tennisvormen die voor hen bekend zijn, maar richten zich op de mentale aspecten van tennis.
De tennissers leren hun rust te pakken en tussen de punten door de ademen. Ze leren taakgerichtheid door kort (maximaal drie woorden) te benoemen wat het plan is.
Ze leren schakelen tussen de bal: inspelen, spreiden, hard slaan, snel nemen en hoe maak je de keuze?
Soms werkt een oefening die we verzonnen hebben heel goed en soms voor geen meter. Het mooie is, als de spelers het saai vinden, zie je gelijk wie doorzet en wie er dan met hun pet naar gooien. Er zit geen goed of fout aan.
Sommige kinderen staan altijd strak om te presteren, het moet perfect. Die wil je juist leren, het soms ook een beetje los te laten. Dat helpt bij de plezierbeleving, maar ook voor een betere uitvoering.
Anderen mogen kleine oefeningen wel wat serieuzer nemen. Ze spreken uit: Ik wil toptennisser worden. Zij krijgen de vraag: Wat zouden Federer of Kiki doen bij deze oefening?
Gaan deze tennissers alle wedstrijden winnen? Zeker niet. Ook zullen zij af en toe zichzelf nog tegenkomen. De spelers hebben een eerste stap gemaakt oplossingen te zoeken. Ze hebben geleerd dat zij de moeite waard zijn, hoe ze ook in elkaar steken. Zodat ze met vertrouwen de baan opstappen.