De Tottenham Breinhutspot

De Tottenham Breinhutspot

Vreemdgaan. In Rotterdam leven we mee met Ajax.

Dit zijn van die leuke normale jongens, zegt mijn vader. Vaak heeft Ajax kapsones, maar deze spelers niet.

Zo’n verlies voel je in al je sportvezels. Ajax speelde op het hoogste podium met een prachtige onbevangenheid en lef. Daar kun je alleen maar bewondering en verwondering voor hebben. Mentaal valt er veel over te zeggen. Ik weet ook dat het makkelijk praten is vanaf de zijlijn. 

Spelen onder druk

Ajax heeft zich bijzonder sterk getoond, doordat het tegen de grootste ploegen prachtig en avontuurlijk voetbal liet zien. Spelen op het hoogste niveau zorgt voor druk, door hoge verwachtingen vanuit de omgeving, zoals: club, media, publiek, familie. Maar ook vanuit de spelers en de coach, omdat ze het ‘zo graag willen’.

“Grote druk leidt vaak af, doordat je als speler je niet optimaal op je taak richt en hierdoor de prestatie verslechtert.”

Juist voorgaande wedstrijden deden ze dit heel knap, door ploegen en spelers te passeren met de allerhoogste status.

De Tottenham Hutspot

Maar dan ‘de Tottenham Hutspot’. De tweede helft is een doorgestampte mengelmoes van ‘goed spel van de tegenstander’, ‘beetje pech, beetje geluk’ en aanvoelen dat ‘het spel zich tegen je keert.’ In de rust liepen verslaggevers Wilfred Genee en van de Gijp nog net geen polonaise. Het kan niet anders, dat er ook al een beetje euforie ontstond in die kleedkamer. Uiteraard werd uitgesproken en gedaan: Jongens, kop erbij houden we zijn er nog niet. De spelers  en de coach beseften dat ook zeker. 

Alleen dat gevoel, waarin je toch je al een beetje in die finale waant. Het vertrouwen door de 0-1 zeg in Londen. Het al na vier minuten scoren, zorgt voor opluchting over de marge die je hebt. Met 2-0 de rust ingaan en weten dat je de gevaarlijkste ploeg was. Dit alles wordt keihard onderuit gehaald met twee tegendoelpunten. Het zorgt voor een beetje kortsluiting in je brein en vertwijfeling in gedachten: ‘Wat gebeurt hier?’

Het Algemeen Dagblad schrijft:

“Na rust sloop de paniek in de benen van zijn ploeg, zichtbaar wankelde Ajax, en steeds meer power pompte Spurs in de meeslepende wedstrijd.”

Wanneer er een nieuwe situatie ontstaat na de rust, vraagt dat aanpassing van de ploeg. Dat lukt niet. Daarbij gingen ze van een euforiegevoel naar onrust: ’Shit, straks geven we het handen’.

Ze creëerden kansen, alleen de Champions League is wel de plek waar ze erin moeten, anders word je keihard afgestraft. Dan het tijdrekken…

Ik zie het als afleiding, doordat je als speler bezig bent met de tijd en de score en niet meer met de bal en de spelers.

Ajax we hadden het jullie gegund, ook in Rotterdam. Wees trots op mooi voetbal!

Meer over voetbal

Zo leer je talentvolle voetballers onder druk presteren op het veld

AD Feyenoord blijf er in geloven

Radio Rijnmond. Hoe maken we het hoofd van Feyenoord leeg?

 

Zo leer je talentvolle voetballers onder druk presteren op het veld

Zo leer je talentvolle voetballers onder druk presteren op het veld

De leerlijn mentaal voetbal

“Daniëlle, je loopt in de weg.”

In voetbal wordt er niet omheen gedraaid. Het is nieuw dit doelgerichte mentaal trainingsprogramma voor op het veld. Daardoor is het ook voor mij soms zoeken, hoe dit neer te zetten. Voorheen kregen de spelers in een zaaltje met een beamer mentale training. Een gesprek kwam als er al mentaal iets niet goed zat.

We gaan nu preventief te werk en zijn gericht op de lange termijn, want deze spelers willen prof worden. De mentale training wordt in de ‘taal van de spelers’ gegeven op het voetbalveld. Het is onderdeel van de fysieke voetbal-werkvormen die normaal ook op het programma staan.

“Het doel is prestaties en welbevinden te verbeteren van spelers, coaches en ouders. Stress, frustratie en agressie op het veld zien te voorkomen.”

‘Beter spelen en minder gezeik’ dat wil elke club wel. De spelers moeten leren hoe zij ‘succesvol prestatiegedrag’ laten zien als team en als individu. Een voorbeeld hiervan is: ‘Ben je boos op de scheidsrechter en scheld je hardop of in jezelf… Of je waarneming over die scheids klopt of niet, HET LEIDT AF, dus je gaat er slechter van spelen. Dit is een boodschap die spelers van deze leeftijd wel willen aannemen. Dat met die regels…..dat zal allemaal wel….. maar ‘Ze willen winnen’ en het is aan ons inzichtelijk te maken, hoe ze de kans daarop zo groot mogelijk maken.

De coach

Het mooie van deze mentale training op het veld is dat de ‘kennis van de coach’ en die van ‘de sportpsycholoog’ bij elkaar opgeteld wordt. De coach kent zijn spelers het beste en ziet ze het meest. Hij heeft de mogelijkheid de geleerde mentale vaardigheden door te zetten in zijn eigen trainingen en bij wedstrijden.

Ik lever de sportpsychologische theorie en geef een didactisch opzet met fysieke voetbal-werkvormen. De coach verwerkt dit in zijn voetbaltraining en geeft de training volgens eigen inzicht en passend in het bestaande programma. Mijn rol is de korte theoretische uitleg, observatie tijdens de oefeningen, soms een mentale oefening en de terugkoppeling op individueel en op teamniveau.

Werkgroep ‘Mentaal Sterk Voetballen’

Die inhoud ontwikkel ik samen met de teamleden van Flow Mentale Training, waarmee we de werkgroep ‘Mentaal Sterk Voetballen’ hebben opgezet. Dit is een denktank van sportpsychologen, waarmee we sportpsychologie visueel zo duidelijk en toepasbaar mogelijk willen maken. We verzinnen voetbalspelen, waarbij we met de opzet en inhoud de voetballers laten ervaren welk ‘mentaal thema’ er centraal staat.

  • Is het mentale thema teamspirit dan krijgen de spelers bijvoorbeeld een opdracht op het veld, waarbij ze alleen met samenwerken kunnen scoren.
  • Is het thema emotie beheersing, dan maken we hen gek, door een ‘oneerlijke situatie’ te creëeren.
  • Bij optimale spanning geven we de spelers inzicht wat er gebeurt met je spieren wanneer je als voetballer nerveus of gespannen bent en we leren de spelers  zich te herpakken bij ’te veel’ spanning of frustratie.

 

De spelers

De fysieke trainingsvormen zijn dus al bekend voor de spelers. Alleen het doel achter de oefening en de vragen tussendoor en na afloop zijn nieuw. Vragen als: “Waar keek je naar, waar dacht je aan, waar lette je op, hoe voelde dat voor jou?” Het draait om ‘bewustwording bij de jonge spelers’. Dat zij zelf invloed hebben op wat er gebeurt op het veld. Zij kunnen er zelf voor kiezen harder te lopen, de bal op te eisen en om sneller te schakelen. Dit is inzet, maar ook waar de aandacht van de spelers op gericht is.  

Een voorbeeld.
Het team moest uitwijken naar een zij-grasveld, omdat alle voetbalvelden door een toernooi bezet waren. Een hoop geklaag: ‘Hier kunnen we toch niet spelen’, ‘Wat een kutveld’… Je zag dat het spelniveau daalde (minder tempo, weinig energie). Totdat één van de spelers een briljante opmerking plaatste: “Jongens in Uganda is dit het beste veld dat er is.” Hierop kon ik aansluiten met de vraag: “Wat gebeurt er met jullie spel, op het moment dat je denkt: Dit wordt toch niets?” Hoe haal je voordeel uit de mindere omstandigheden? Wat kun je zelf doen.” Daarna speelde de mannen anders, doordat ze harder liepen en meer met de bal en spel bezig waren.

Als je dit groter wilt trekken, is dit een eerste voorbereiding voor het aanpassen aan de situatie die ze als professionele spelers zullen moeten doen (en wat veel profspelers en ook hun trainers lastig vinden).

Ik lees in VI (Voetbal International) van 12 november 2018 het volgende:

“Ajax gaat van spelen in de Champions League naar Woudestein op kunstgras met amper tegenstand. Dat is gewoon lastig voor een speler. Dan moet de motivatie echt helemaal uit jezelf komen.”

– Ronald Koeman

Het team en het individu

Ieder team is anders. Verschillende spelers met hun eigen persoonlijkheid, cognitief vermogen en achtergrond. De trainers van Excelsior gaan hier knap mee om, door korte instructie te geven en waar nodig te herhalen. Humor, een schouderklopje of ze soms juist met rust te laten werkt. Doordat ik als sportpsycholoog regelmatig aanwezig ben, krijg ik de kans om de spelers en de trainers beter te leren kennen. Dat helpt voor vertrouwen.

Het geeft mij de kans na te gaan, wat de prestaties van een team belemmerd. Bijvoorbeeld de onderlinge communicatie tussen spelers of een paar spelers die niet lekker in hun vel zitten. Het kan zijn dat ik de trainers een pedagogisch advies geef, soms gaan we met het hele team zitten, of met een paar spelers. In het begin vonden de spelers dat nog raar en werden daar een beetje lacherig van, nu vragen ze zelf om een gesprek. Vaak helpt het, als ik voor hen op een rijtje zet: hoe de situatie in elkaar steekt. Ik licht toe hoe het voor de ander is (de scheidsrechter, de coach, medespeler of tegenstander). Dit haalt bij de spelers de emotionele lading eraf, waardoor ze weer ruimte hebben, om te kijken wat ze zelf kunnen doen om ’taakgericht’ te blijven spelen. 

Op teamniveau worden ‘waarden’ nagegaan. Waar staat het team voor, maar ook hoe ziet dat er uit in ‘prestatiegedrag’ op het veld (wat doe je als speler en als team?). De spelers leren elkaar aanspreken als ze zich niet aan de afspraken houden. Bijvoorbeeld ‘elkaar positief coachen’. Dat wil niet zeggen, dat er nooit meer een vloek over het veld mag gaan. Maar als je wat roept, dan wil je dat de ander en jijzelf er beter van wordt.

De ouders

Aan het begin en in het midden van het seizoen krijgen ook de ouders mentale training. De ouders krijgen een terugkoppeling over de Leerlijn Mentaal Voetbal, zodat weten waar hun kinderen ze mee bezig zijn. We spreken over  de mentale belemmeringen die de ouders zelf zien bij hun kinderen. Wat vinden de jonge spelers lastig, wat vinden zij als ouders moeilijk. Zijn hier tips voor?

Ouders kennen hun eigen kind als de beste. Ze zien het, als het minder gaat en weten vaak ook hoe ‘Hij het had kunnen doen….’ De ouders staan voor het dilemma zeggen we er wel of niet wat van. Echter ook als ze niets zeggen, weten die kinderen al lang wat hun ouders denken. De basisboodschap is dan ook: Je legt als ouders altijd druk op (dat doe ik ook). Door de liefde, tijd, energie en geld die je erin steekt + het feit dat kinderen loyaal zijn aan hun ouders willen jonge spelers het gewoon heel graag goed doen.

Ouders zijn blij als hun kinderen blij zijn en die kinderen proberen daar weer krampachtig hun best voor te doen. Het goed willen doen (ook voor de trainer en het team), kan zorgen voor twijfel en juist het tempo eruit halen. Dan lijkt het net of de speler te weinig inzet toont, wat voor ouders weer vervelend is om naar te kijken. Juist omdat de ouders weten: ‘Hij kan beter dan dit.’

De ouders leren oordeelvrij te kijken en pas over de wedstrijd praten als de lading eraf is (dus niet kort na de wedstrijd). Ook kwam aan bod wanneer je wel of niet naar de coach gaat. De trainer is geen ‘helderziende’, dus als er wat is dan is het het best wanneer de speler dit komt melden. Niet alle spelers durven dat, dus als het nodig is kun je als ouders hierin helpen. Met de trainers konden we kijken hoe we de drempel lager maken, voor meer openheid. Meld het als er wat is, is hun boodschap.

De eerste stap is gemaakt. We gaan kijken hoe we de Leerlijn Mentaal Voetbal verder kunnen ontwikkelen en verbeteren. Excelsior is een fijne club met spelers, trainers en ouders die open staan te leren en het beste eruit te halen.

De spelers gaven het bijna uit handen. De trainer draaide zich om en vloekte. Hij draaide zich weer naar de spelers en riep iets taakgerichts. Dat is passie, maar ook bewust zijn van je trainersrol.

Meer over mentale training

Sportpsycholoog in trainingspak samen met de coach op het veld.

Voetbalouder, je zal het maar zijn

 

 

Scherp tot het laatste fluitsignaal. Hoe kunnen voetballers hun concentatie trainen?

Scherp tot het laatste fluitsignaal. Hoe kunnen voetballers hun concentatie trainen?

Wanneer Usain Bold of Daphne Schippers de sprint gaan doen of Epke Zonderland zijn rekstok-oefening, is het logisch dat zij zich vooraf gereed maken voor de optimale staat van paraatheid.

Waarneming, timing, ritme alles moet kloppen en dat vraagt het uiterste van hun concentratie. Daarom zullen zij behalve fysiek, ook mentaal hun brein in gereedheid brengen. Klaar om te presteren!!! 

“Ik vraag mij af welke profvoetballer of ploeg net zoals Usain, Daphne of Epke de wedstrijd ingaat? Een voetbalwedstrijd duurt veel langer. Ze gaan gewoon het veld op.” 

Wat doet het met het prestatieniveau van je team als je direct scherp bent vanaf de eerste seconde? Wat doet dat met je tegenstander?

Of wanneer juist in de laatste paar minuten waarbij soms onnodige tegendoelpunten vallen. Kans is groot dat de verdediging dan met hun hoofd ergens anders is. Uiteraard, een hele wedstrijd geconcentreerd spelen valt niet mee. Er liggen veel afleidingen op de loer. Daarom is het zinvol als je weet waar je als als voetballer je aandacht op moet vestigen voor en tijdens de wedstrijd.

Kunnen jullie je wapenen tegen concentratieverstoringen en scherp zijn tot het fluitsignaal? 

Concentratie

‘Concentreer je’, wordt vaak geroepen. Als ik doorvraag bij de spelers wat zij dan precies moeten doen blijft het antwoord vaag. ‘Focussen,’ zeggen ze dan. Maar wat is focussen, vraag ik dan. ‘Nou dat je je concentreert..…’

Het draait erom waarop jouw spelers hun aandacht richten op informatie die ertoe doet. Voor optimale concentratie zijn de spelers alleen gericht op datgene waar zij zelf controle over hebben. De spelers zijn wel of niet geconcentreerd. Iets er tussenin bestaat niet. Je aandacht erbij houden gaat niet vanzelf. Aandacht heeft veel te maken met de verwerking van de informatie die je tot je krijgt en hoe complex de informatie is. Hoe meer informatie, des te lastiger is dit om het te verwerken. 

Een voetballer moet meerdere informatiestromen tegelijk verwerken, wanneer hij bijvoorbeeld de bal onder controle houdt en tegelijk kijkt waar zijn medespeler staat. Veel acties gaan als vanzelf. Wanneer je een speler ernaar zou vragen, zegt hij: “Ik deed het gewoon.” Het is de automatische aandacht bij de grote verscheidenheid van taken die voetbal van je vraagt. Dit gaat over motorische taken, rennen, bal aannemen en passen, maar ook over cognitieve taken zoals: keuzes maken, tactiek, spelpatronen navolgen. 

Voetbal draait om handelingssnelheid. Hoe sneller een speler kan handelen en de ballen kan verwerken, hoe hoger de balcirculatie, des te hoger het niveau. Bij onzekerheid en twijfel bijvoorbeeld wanneer er vroeg in de wedstrijd een doelpunt door de tegenpartij gemaakt wordt, wordt soms ineens nagedacht over handelingen die normaal als vanzelf gaan. Dat extra denkmoment zorgt voor vertraging in handelingssnelheid.

Taakgericht

Een goed ontwikkelde speler kan constant juiste afwegingen maken hoe hij de bal aanneemt en gaat spelen.

Een mooi voorbeeld is het filmpje van Ronaldo – shooting in the dark. Hierbij zie je dat Ronaldo de bal ziet, maar ook op basis van het beweeggedrag van de ander snel de juiste keuzes maakt. 


Een voetballer moet zich richten op informatie die ertoe doet, vanuit zijn specifieke taak in het veld. Voor een keeper, is dit wat anders dan een middenvelder of spits. 

Dat lijkt logisch, maar leer jij je spelers hoe zij vanuit hun functie in het team hun aandacht richten?

Bijvoorbeeld:

De keeper.
Zodra de bal over de middenlijn komt vraagt dit alertheid. De keeper moet zo vroeg mogelijk de bal onderscheppen. Wanneer hij alert reageert, kan hij met zijn positiespel en opstelling doelpunten voorkomen.

Echter de keeper moet ook de verdediging coachen en organiseren. Die dubbele taak is ingewikkeld en kan afleidend werken, want ook de verdediging maakt fouten of doet soms wat anders dan de coaching vraagt. Ook als er weinig spannends gebeurt kan het voor de keeper lastig zijn alert te blijven. 

De middenvelder
Eist ballen op en wil duels winnen. De aanname moet kloppen, maar hij moet ook al weten waar de bal naar toe moet. Dit lukt het beste wanneer de middenvelder taakgericht handelt en dus alleen bezig is met ‘de bal en het spel’.

Bij de jonge spelers zie ik dat spelers afgeleid kunnen worden door ‘ruw’ spel van de tegenstander (irritatie, angst), wat het opeisen van de bal beïnvloedt. Ook kan het zijn, dat zijn aandacht naar een verkeerde beslissing van de scheidsrechter gaat of naar een eigen gemaakte fout.

Deze informatie komt dan extra bij de toch al complexe taak (balaanname en passen). 

Wanneer je de spelers leert alleen met hun taak bezig te zijn, dan zal dit de uitvoering ten goede komen.

Zet je zelf AAN:

  • Besluit dat jij je gaat concentreren (dat gaat niet vanzelf);
  • Focus je op 1 gedachte tegelijk vanuit je taak (benoem dat als coach);
  • Je bent geconcentreerd, als je precies doet, wat je denkt (hier en nu);
  • Je aandacht is op factoren die jezelf kan beïnvloeden.

Aandachtsstijlen van Nideffer

Je aandacht kan naar binnen (intern) en naar buiten (extern) gericht zijn, groot (brede aandacht) en klein (details). Door je instructie die je geeft vanuit kijken, voelen of denken kun je ze deze stijlen laten ervaren.

  • Extern: Spelers richten snel hun aandacht naar buiten, waneer het om de bewegingsuitvoering gaat. Ze zijn dan bijvoorbeeld bezig met het gevolg van hun actie (resultaat lukt het). Om je heen kijken is voor een voetballer zinvol, want daardoor zie je waar de ruimtes zijn en waar je medespelers staan. Het kan ook afleidend werken, wanneer je zelf een fout maakt of ziet dat een teamgenoot of de scheidsrechter een misser maakt.
  • Intern: Het gaat hierbij om: gedachten en gevoelens. Wanneer je spelers bezig zijn met de spelstrategie of het gevoel van de beweging. Ook dit kan afleiden, wanneer je spelers blijven hangen in gemaakte fout(en), twijfelen (ben ik wel goed genoeg), angst (straks gaat het weer mis) of bezig zijn met dat het normaal beter gaat.
  • Groot: De voetballer overziet hierbij het totaalplaatje en richt zich op het groter geheel.
  • Klein:De voetballer richt zijn aandacht op details.

De combinatie geeft vier aandachtstijlen, die ik je met voorbeelden wil laten zien: 

  • Groot buiten: het gehele voetbalveld overzien;
  • Klein buiten: kijken naar je tegenstander;
  • Groot binnen: plan maken (speelstrategie);
  • Klein binnen: je let op positie van je voet.

Als het goed is gebruikt de speler de aandachtstijl die past bij de spelsituatie van dat moment. Dus soms is het zinvol meerdere spelers in de gaten te houden (groot buiten), terwijl op een ander moment zijn focus alleen op de rechterbovenhoek van het doel moet zijn, bijvoorbeeld bij een penalty (klein buiten). In de rust overdenkt de speler bijvoorbeeld zijn doelen en plan (groot binnen) of herstelt hij door ademhaling (klein binnen).

Als de speler het goed doet, schakelt hij passend bij de spelsituatie vanzelf naar de meest geschikte aandachtsstijl.

Tegenovergestelde stijl

Iedereen heeft zijn eigen voorkeursstijl. Die van mij is Groot Buiten. Ik zie en hoor dus veel. Met voetbal is dat handig, want ik heb ogen in mijn rug. Ik kan echter ook afgeleid worden, bijvoorbeeld door wat het publiek aan de kant roept. Als ik mij wil concentreren, moet ik voor de wedstrijd kort en bewust de tegenovergestelde stijl inzetten.

Oftewel Klein Binnen, waarbij ik kort stap voor stap in gedachten de wedstrijdstrategie doorneem (hoe ga ik het doen).

Met je spelers kun je dit mooi oefenen. Laat de drukkere spelers (je weet zelf wie dat zijn, want die maken het meest lawaai en reageren direct op wat je zegt) met een naar Buiten gerichte stijl even naar Binnen keren door ze  te laten denken of te voelen. 

  • Kort de taak die ze willen gaan uitvoeren te benoemen;
  • Letten op het gevoel van de balaanname. 
  • Paar keer diep in en ademen.

De rustige spelers die meer naar Binnen gekeerd zijn, geef je een Buiten opdracht waarbij ze zich moeten kijken. Bijvoorbeeld naar spelers, de bal, de ruimtes. Je kunt hierbij ook actieve opdrachten doen waarbij je gekleurde pionnetjes de lucht insteekt en zij de bal aan moeten nemen, doorkaatsen en de kleur benoemen. 

“De tegenovergestelde stijl kost meer moeite en vraagt daardoor concentratie. Je leert de spelers een vaardigheid die ze van nature nog niet zo snel toepassen, maar die ze wel wat extra oplevert.”

Werkgeheugen

Het werkgeheugen is tijdelijke opslag en verwerking van informatie die nodig is voor de uitvoering van complexe taken. Het werkgeheugen is belangrijk bij taken die concentratie vereist als er ingewikkelde of meerdere taken tegelijk op het veld uitgevoerd moeten worden. Het helpt je bij plannen van acties en het nemen van beslissingen. 

Concentratieproblemen
Spelers met ADHD/ADD of kenmerken ervan hebben vaak een minder goed functionerend werkgeheugen. Dit kan ze belemmeren op school met bijvoorbeeld aandacht houden, plannen en organiseren. Op het voetbalveld zie je vaak dat het beter gaat. De spelers doen dan iets waarin zij een hoge interesse hebben en zij mogen erbij bewegen.

Dit helpt aandacht te richten, waarbij het soms lijkt of de problematiek alleen op school speelt. Toch kunnen spelers ook hier het lastig vinden de taken precies uit te voeren die de coaches van hen vragen. Zij krijgen op hun kop, doordat ze wat anders doen of niet opletten.

Verschil in concentratie en het drukke en soms onbesuisde gedrag kan ontstaan door:

  • Leeftijd. Bij jongere spelers zie je dat zij een minder lange concentratieboog hebben;
  • Persoonlijkheid. De verdeling ‘gassers en remmers’ in een team;
  • Cognitieve vermogens. In de teams zitten spelers van praktijkonderwijs tot en met gymnasium;
  • Kenmerken van ADHD of ADD. Deze spelers ervaren problemen met filteren of verwerken van de informatie. 
Als coach hebben jullie een complexe taak, wanneer je de aandacht van je hele groep wilt.Je moet dan eigenlijk met alle bovenstaande factoren rekening houden.

Geef korte en taakgerichte instructie, met visueel voorbeeld. Je ziet dat spelers die het lastig vinden de instructie direct te vertalen naar handelen, kijken naar teamgenoten en zo toch weten wat ze moeten doen;

Veel spelers kunnen maximaal één instructie tegelijk aan. Wanneer je merkt dat ze onrustig worden en moeite hebben met luisteren, dan kan je er vanuit gaan dat je instructie te lang, te saai of te ingewikkeld was;

Houd zelf energie en rust in je verhaal. Je eigen persoonlijkheid (gasser of remmer, ben je druk of juist rustig) zie je terug in je communicatie en acties richting de spelers. Houd daar rekening mee.

Oefen ‘aandacht richten’ in je training

Voor een hoge handelingssnelheid moeten je spelers behalve techniek en coördinatie, dus ‘aandacht’ hebben. De intentie (doelen, bedoeling) van de voetballers waarmee zij de wedstrijd ingaan bepalen in belangrijke mate waar hun aandacht naar uitgaat:

1. Leer daarom je spelers hoe zij vanaf de eerste minuut zichzelf AAN zetten, door vooraf:

  • Felle sprint te doen, of een paar sprongetjes;
  • Aandachtszin/woord vanuit de intentie (Ik ga de bal opeisen, bewegen, acties maken);
  • Ademhaling, paar keer diep in en rustig uitademen zorgt voor ontspanning waardoor het makkelijker is om je aandacht te richten.

2. Oefen met het sturen van aandacht. Leg uit wat afleiding met het prestatieniveau doet. Vertel wanneer ze zich kwaad maken over de scheidsrechter, dat ze slechter gaan spelen, omdat dit afleid van de informatie die er toe doet om goed spel te leveren. Wanneer je ze taakgerichte opdrachten meegeeft trainen ze dit ongemerkt.

3. Verwerk in je training oefeningen waarbij je de aandachtsstijlen laat ervaren. Bijvoorbeeld: geef ze een simpele pass- en trapoefening en dwing de spelers steeds bij het trappen een andere aandachtsstijl te gebruiken met kijk, voel, denk-opdrachten.

4. Bespreek en pas toe met je team:

  • Vijf minuten voor de wedstrijd mentaal gereed maken om scherp de wedstrijd in te gaan, door: Sprintjes (lijf klaar), ademhaling (optimale spanning), taakdoel (focus);
  • Herkennen van afleiden en terugschakelen naar AAN door Taakgerichte instructie. Je kunt hiervoor per linie een speler instellen die een taakgerichte kreet (verzonnen door het team) roept;
  • Aandacht sturen vanuit je rol in het team.

Jullie staan 1-0 achter. Louis van Gaal, Ronald Koeman en je moeder in haar bikini  staan langs de kant te kijken. Voor jouw spelers draait het alleen om ‘de bal en het spel’!

Literatuur

  • Bakker, F.C. & Oudejans, R.D. . (2012). Sportpsychologie. 223-263.
  • Murphy, S.M. (2012.) Oxford Handbook of Sport and Performance Psychology.117-131.

 

Sportpsycholoog in trainingspak samen met de coach op het veld

Sportpsycholoog in trainingspak samen met de coach op het veld

Deze leerlijn voor talenten van 12 t/m 17 jaar is toegespitst op de mentale aspecten die een rol spelen bij presteren zoals:

  • Omgaan met stress en teleurstelling,
  • mentaal herstel en het behoud van zelfvertrouwen,
  • concentratie en optimale spanning.

Sportpsychologische theorie vanuit het boek GAS en REM in de sport. Mentaal Sterk Coachen, komt terug in fysieke trainingsvormen waarbij de talenten op hun eigen sportplek ervaren wat ‘presteren onder druk’ is.

De Leerlijn Mentaal Topsport is een mentaal coaching programma voor sporters, dat net als bijvoorbeeld conditietraining een vast onderdeel van de trainingsopbouw is. De inhoud wordt aangepast aan de sport en ontwikkelingsniveau/leeftijd van de talenten.

Concreet betekent dit dat de sportpsycholoog naast de coach staat: op het veld, op de baan of langs het bad. Ze staan letterlijk naast elkaar en vermenigvuldigen zo hun kennis, zodat de talenten in hun eigen trainingstaal- en omgeving hun mentale weerbaarheid trainen. Wanneer ze achttien jaar zijn, is hun lichaam en geest klaar voor topsport op mondiaal niveau.

Als jonge topsporter sta je onder druk

Stel je wilt profvoetballer worden of de nieuwe Daphne, Kiki, Ranomi, Sven of Epke en je komt in een RTC, BVO of selectieteam. Je gaat vaker trainen en wordt uitgenodigd voor trainingsstages, wedstrijden in het buitenland. Je ouders rijden je overal heen en investeren geld en tijd in je sport. Je gaat naar trainingen op Papendal en doet mee met de selectiedagen voor Jong Oranje. Er zijn ranking-systemen die bepalen of je in het team blijft of afvalt. De verwachtingen zijn vaak hoog. Je moet je diploma halen op school en daarvoor plannen en organiseren.

Week in, week uit wordt het uiterste van je gevraagd. De coaches willen inzet zien en dat je ervoor gaat. Je ouders ook. Soms moet je afvallen, gespierder worden, meer bewegen, feller zijn, je vaker laten horen, samenwerken, verder springen. De lijst van eisen is eindeloos. Je moet plezier hebben en vooral je best doen. Sowieso heb jij al een grote drive vanuit jezelf. Van jongs af aan, wil je al winnen met alles en het liefst geen fouten maken. Je wilt je ouders en je coach niet teleurstellen en baalt er zelf ook van als het minder gaat. Falen of mogelijke missers blijven soms door je hoofd spoken.

“In topsport verlies je vaker dan je wint, lees ik in een artikel van oud-topsporters Stefan Groothuis, Minke Booij, Peter Blangé en Esther Vergeer. Dat kan een deuk in je zelfvertrouwen geven …”

Die deuken mogen wij als sportpsychologen repareren. Dat lukt gelukkig vaak. Soms moet ik doorverwijzen naar een collega sportpsycholoog met een klinische achtergrond, omdat de deuk al te diep is. Die deuken zijn in mijn optiek vaak te voorkomen. Wanneer sporters structureel leren hoe zij met ‘de prestatiedruk’ om moeten gaan en zowel de coach als ouders inzicht hebben, welke rol zij hierin spelen.

Sportpsycholoog zichtbaar en benaderbaar
Het aanleren van mentale vaardigheden wordt al breed erkend. Echter de mogelijkheden om hiermee als sportpsycholoog aan de slag te gaan, beperkt zich meestal tot incidentele bezoeken. Met de sportinnovatieprijs hoop ik daar in heel Nederland verandering in te brengen. Wel vanuit de visie van Team NL: De coach staat centraal, want die zorgt voor de vertaalslag op de sportplek. Voor topsporters binnen een High Performance programma van een CTO, BVO of talentenacademie wordt het normaal dat er met regelmaat een sportpsycholoog in trainingskleding aanwezig is, die net als de conditietrainer een vast onderdeel van het begeleidingsteam is.

“Het geeft en positief effect op de lange termijn voor de sporters, coaches en ouders. Frustratie en agressie vermindert, focus en vertrouwen groeit. Dit zie je terug in de medaillespiegel.”

De Leerlijn Mentaal Topsport

Iedere maand staat een ander mentaal thema centraal. De coaches en de ouders worden getraind, zodat zij leren hoe zij door hun pedagogisch handelen het prestatiegedrag van het talent positief beïnvloeden. De inhoud van het mentale trainingsprogramma sluit aan op de ontwikkelingsfases van de sporter:

12-13 jaar Vroege adolescentie (puberteit).

De basis. Wie ben ik?

Trainen omvang en belastbaarheid.

Factoren die van invloed kunnen zijn:
– Overgang van basisonderwijs naar de middelbare school;
– Start van een periode van lichamelijke en hormonale verandering.

Ontwikkelen: Zelfinzicht.

14-15 jaar Midden adolescentie:

Verdieping. Wat beslis ik?

Trainen voor hoog niveau.

Factoren die van invloed kunnen zijn:
– (Dis)balans school, topsport, hobby’s, vriendschappen;
– Lichamelijke en hormonale verandering;

Ontwikkelen: Zelfdiscipline.

16-17 jaar Adolescentie (voor volwassenheid):

Verrijking. Waar wil ik heen?

Trainen om te presteren.

Factoren die van invloed kunnen zijn:
– Schoolexamen;
– Gedragsverandering c.q volwassen worden.

Ontwikkelen: Zelfsturing.

Flow Mentale Training Danielle van der Klein-Driesen

“Het is een plan dat wat betreft opzet en omvang nooit ingezet is. Wel heb ik zelf (een deel van) de inhoud uitgevoerd bij S.V.B. Excelsior, Intime Tennis Academy en de Karate Bond.”

Zij bieden de kans om de kwaliteit van de inhoud te verfijnen en te verbeteren.

Inhoud:

Aan het begin van de maand wordt één keer de mentale training verwerkt in de fysieke training, waarbij de coach en de sportpsycholoog de training samen geven. De coach krijgt een samenvatting met: Het doel, de theorie, de didactische opbouw en oefenvormen. In een kort overleg wordt afgestemd wat de belangrijkste mentale punten zijn van de training en worden ideeën gedeeld om de mentale vaardigheden fysiek inzichtelijk te maken. Dit kan bijvoorbeeld door: resultaatgerichte oefeningen, groepsdruk of samenwerkingsopdrachten. De rest van de maand houdt de coach het mentale thema als rode draad voor zijn eigen trainingen. De talenten krijgen zo de kans de mentale vaardigheden te oefenen en in te slijpen.

De op het eerste gezicht eenvoudige fysieke oefenvormen worden doelmatig ingezet voor het aanleren van mentale vaardigheden. Er is gedurende het seizoen een opbouw met:

  1. Diagnostiek: Mentale screening;
  2. Interventie: Toepassing mentale vaardigheden;
  3. Evaluatie: Terugkoppeling en bijsturen.

De nationale Sportinnovator Prijs 2018: Mind your fitness

Er zijn negenendertig innovatieve ideeën ingediend. 4 december 2018 wordt de uitslag bekend gemaakt.

Het innovatie idee: De Leerlijn Mentaal Topsport word gesteund door:

  • Rotterdam Topsport
  • Dordrecht Topsport
  • Nederlandse Volleybal Bond
  • Regionaal Talenten Centrum Volleybal
  • Karate Bond
  • LOOT-school Thorbecke Voortgezet Onderwijs
  • Stichting Betaald Voetbal Excelsior
  • Intime Tennis Academy
  • Hockeyvereniging Leonidas
  • Geoffrey Berens Coaching

 

Nu de jury van de Nationale Sportinnovator Prijs 2018 nog …!

‘Feyenoord zou structureel moeten trainen op mentale aspect’

‘Feyenoord zou structureel moeten trainen op mentale aspect’

“Je ziet bijvoorbeeld tegen De Graafschap dat ze denken: dat is een ploeg waar we wel van kunnen winnen”, zegt Van der Klein op Radio Rijnmond.

“Het lukte niet en dan zie je al snel de frustratie ontstaan. Ze krijgen een aantal mooie kansen en als ze die erin schieten dan verloopt zo’n wedstrijd heel anders. Dan wordt de mindset van een team ook heel anders.”

Meer mentale training

“Je ziet nu te veel gas, je ziet te veel frustratie ontstaan. Dan zie je dat je rationele brein niet meer werkt. Dat je eigenlijk puur op emotie reageert”, analyseert Van der Klein. “Je brein heeft normaal een plan, maar als je puur op emotie reageert, ben je alleen bezig met afleiding. Dat kan de scheidsrechter zijn of andere frustraties, en dan krijg je fout op fout.”

Volgens Van der Klein kan een ploeg dit tegen gaan door te trainen. “Ze zouden daar wekelijks of misschien wel dagelijks op moeten trainen. In het voetbal wordt de sportpsychologie wel erkend, maar structureel erop trainen, dat doet geen enkele ploeg. Dat je elke training op het veld iets verwerkt waarin je leert je aandacht te richten, leert samenwerken, wat je roept naar elkaar als het goed gaat en hoe je je herpakt. Ze weten per linie nu niet hoe ze zich kunnen resetten op zo’n moment.”

Psycholoog op de bank

“Op hoog niveau heeft iedereen de juiste broodjes gegeten en goed getraind, maar op het mentale stuk trainen ze anders. Wat je nooit ziet is een sportpsycholoog op het veld, ook niet bij het Nederlands Elftal. Terwijl die eigenlijk naast de fysiotherapeut zou moeten zitten. Die kijkt dan op een andere manier naar voetbal.”

Klik hier om het radiofragment terug te luisteren.

Danielle bij Radio Rijnmond

Wakker@rijnmond met Reint Jan Potze